H5.2 Flashcards
(9 cards)
Macroklimaat
Grote gebieden waarbinnen hetzelfde klimaat heerst.
Microklimaat
Elke ecosysteem heeft zijn eigen microklimaat, doordat abiotische factoren kunnen verschillen.
Tolerantie
Het vermogen van organismen om schommelingen in een abiotische factor te verdragen.
Verspreidingsgebeid (areaal)
Het gebeid waar een soort op aarde voorkomt.
Tolerantiegrens
De uiterste waarde waarbij organismen van de soort kunnen overleven.
Beperkende factor
De factor die bepaalt hoeveel organismen in een bepaald gebeid kunnen overleven.
Tolerantiegebied
Dit omvat alle waarden van de abiotische factor waarbij organismen van een soort kunnen overleven.
Optimum
De factorwaarde die het gunstigst is voor het organisme.
Optimumkromme
Als het aantal van een soort wordt uitgezet tegen de beperkende factor, onstaat een optimumkromme.