H5.2 Flashcards

(9 cards)

1
Q

Macroklimaat

A

Grote gebieden waarbinnen hetzelfde klimaat heerst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Microklimaat

A

Elke ecosysteem heeft zijn eigen microklimaat, doordat abiotische factoren kunnen verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tolerantie

A

Het vermogen van organismen om schommelingen in een abiotische factor te verdragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verspreidingsgebeid (areaal)

A

Het gebeid waar een soort op aarde voorkomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tolerantiegrens

A

De uiterste waarde waarbij organismen van de soort kunnen overleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beperkende factor

A

De factor die bepaalt hoeveel organismen in een bepaald gebeid kunnen overleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tolerantiegebied

A

Dit omvat alle waarden van de abiotische factor waarbij organismen van een soort kunnen overleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Optimum

A

De factorwaarde die het gunstigst is voor het organisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Optimumkromme

A

Als het aantal van een soort wordt uitgezet tegen de beperkende factor, onstaat een optimumkromme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly