H6 Flashcards
(11 cards)
Welke vier theorieën zijn er over de invloed van de media?
“1. De injectienaaldtheorie. 2. De framingtheorie. 3. De theorie van de selectieve perceptie. 4. De agendatheorie.”
Wat stelt de injectienaaldtheorie voor?
De injectienaaldtheorie zegt dat de media mensen vullen met ideeën, zonder dat ze daar veel invloed op hebben.
Wat is manipulatie?
“Manipulatie is vervormde informatie geven zonder dat het publiek dit merkt.”
Wat is indoctrinatie?
“Indoctrinatie is het systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde opvattingen en meningen aan het publiek
Wat stelt de framingtheorie voor?
“De framingtheorie gaat ervan uit dat de media een onderwerp op een bepaalde manier belichten
Wat is framen?
“Framen is het belichten van een onderwerp op een bepaalde manier. Een voorbeeld is het glas dat halfvol of halfleeg is.”
Wat zegt de theorie van de selectieve perceptie?
“De theorie van de selectieve perceptie benadrukt de macht van de mediagebruikers
Hoe versterken algoritmes van sociale media de selectieve perceptie?
“De algoritmes van sociale media versterken de selectieve perceptie door informatie te filteren en te personaliseren op basis van wat gebruikers eerder hebben bekeken of geliket.”
Wat zegt de agendatheorie?
De agendatheorie zegt dat de media niet bepalen wat mensen denken, maar waarover ze denken. Ze bepalen welke onderwerpen belangrijk worden gevonden en besproken.
Wat betekent ‘recht om vergeten te worden’?
“Het recht om vergeten te worden betekent dat je aan een zoekmachine kunt vragen om ervoor te zorgen dat je niet meer voorkomt in de zoekresultaten.”
Wat is een disclaimer?
“Een disclaimer is een toevoeging aan een bericht waarin staat dat het bericht misschien onwaar is.”