H9: Besliskunde Flashcards
(98 cards)
De toegevoegde waarde van testresultaten op basis waarvan beslissingen worden genomen, is nauw verwant met het begrip….
incrementele validiteit
Door welke 3 kenmerken wordt een beslissing gekenmerkt?
- het individu of de groep individuen waarop de beslissing betrekking heeft
- de informatie waarop de beslissing wordt gebaseerd
- antal ‘behandelingen’ (therapie, training, volgen van opleiding enzovoorts) waaraan men een individu kan toewijzen
Beslissingen worden veelal genomen op basis van bepaalde….
beslisregels
Het totaal aan beslissingsregels vormt een…
beslissingsstrategie
Welke taxonomieën van beslissingsstrategieën zijn er?
- Enkelvoudige selectie - c.q. afwijzingsmodel
2.
Wat houdt de taxonomie “enkelvoudige selectie - c.q. afwijzingsmodel” in?
Dichotome beslissingen kunnen onderverdeeld worden in 4 categorieën op basis van:
1. Prestatie op de test (bijv. IQ score)
2. De daarop gebaseerde beslissing (bijv. wel/niet toewijzen huiswerkbegeleiding)
3. De werkelijke prestatie p het criterium (=criteriumprestatie; bijv. werkelijke intelligentie)
- Categorie A positieve missers: dit zijn personen die laag scoren op de test, terwijl ze in werkelijkheid voldoende scoren op het criterium. De personen worden op basis van de test ten onrechte afgewezen/niet geselecteerd voor een baan, studie of een andere ‘behandeling’.
- Categorie B positieve treffers: dit zijn personen die voldoende scoren op de test en ook in werkelijkheid een voldoende criteriumwaarde laten zien. Deze personen worden op basis van de testresultaten terecht geselecteerd voor een behandeling.
- Categorie C negatieve treffers: dit zijn personen die onvoldoende scoren op de test en ook in werkelijkheid onvoldoende presteren op het criterium. De personen worden terecht afgewezen.
- Categorie D negatieve missers: dit zijn personen die voldoende scoren op de test, maar in werkelijkheid onvoldoende presteren op het criterium. Ze worden ten onrechte geselecteerd voor een behandeling.
Wat is de criteriumprestatie?
Werkelijke prestatie op het criterium.
Wat is een kanttekening bij criteriumprestatie?
Het is goed te beseffen dat we soms geen echte scores hebben voor een criterium maar alleen een vaag beeld dat we kunnen beschrijven in termen van minder of meer, weinig of veel, slechter of beter. Denk bijvoorbeeld aan klachten, intelligentie, vaardigheden, stemming en diverse andere constructen die we met een test in kaart proberen te brengen maar niet direct kunnen meten.
Bij de 4 categorieen van “Enkelvoudig selectie- c.q. afwijzingsmodel” moeten welke 3 kanttekeningen worden geplaatst?
- In de eerste plaats is er meettechnisch gesproken niet langer sprake van intervalschalen voor test en criterium, maar van nominale schalen.
- In de praktijk zullen de categorieën A en C niet zichtbaar zijn. Individuen die tot deze categorieën behoren, worden op basis van de testscore namelijk afgewezen en voor hen zal informatie over het criterium veelal niet beschikbaar zijn.
- De naamgeving voor de kwadranten kan anders zijn in de Engelstalige literatuur. De auteurs van het tekstboek schrijven dat positieve missers die bij de categorie A horen in de Engelstalige literatuur als false positives aangeduid worden. Dit is echter een typefout. In de medische testliteratuur en diverse psychometrische publicaties worden namelijk de volgende termen gebruikt voor de vier bovengenoemde situaties:
A (in het boek aangeduid als positieve missers): false negatives of onterecht negatieven. Iemand heeft, bijvoorbeeld, een bepaalde ziekte maar wordt niet als ziek herkend op basis van de test.
B (positieve treffers): true positives of terecht positieven. Iemand wordt op basis van de test terecht als ziek aangemerkt.
C (negatieve treffers): true negatives of terecht negatieven. Iemand wordt op basis van de test terecht als niet ziek aangemerkt.
D (negatieve missers): false positives of onterecht positieven. Iemand wordt op basis van de test onterecht als ziek aangemerkt (in werkelijkheid heeft hij/zij de ziekte niet).
In de medische testliteratuur en diverse psychometrische publicaties worden welke termen gebruikt voor de 4 kwadranten van “Enkelvoudig selectie- c.q. afwijzingsmodel”?
A (in het boek aangeduid als positieve missers): false negatives of onterecht negatieven. Iemand heeft, bijvoorbeeld, een bepaalde ziekte maar wordt niet als ziek herkend op basis van de test.
B (positieve treffers): true positives of terecht positieven. Iemand wordt op basis van de test terecht als ziek aangemerkt.
C (negatieve treffers): true negatives of terecht negatieven. Iemand wordt op basis van de test terecht als niet ziek aangemerkt.
D (negatieve missers): false positives of onterecht positieven. Iemand wordt op basis van de test onterecht als ziek aangemerkt (in werkelijkheid heeft hij/zij de ziekte niet).
Merk op dat in de medische testliteratuur de termen ‘positief’ en ‘negatief’ naar de testscores verwijzen (een positieve en negatieve testuitslag betekent dat iemand volgens de test de ziekte wel of niet heeft). Een false positive verwijst dus naar een positieve testuitslag terwijl de persoon in werkelijkheid niet ziek is. In het tekstboek verwijzen de termen ‘positief’ en ‘negatief’ daarentegen naar de criteriumprestatie (iemands conditie). Tot positieve missers behoren personen die wel ziek zijn maar door de test worden gemist.
Wat zijn kengetallen? 7x
- Selectieratio
- Succesratio
- Sensitiviteit
- Specificiteit
- Positief predictieve waarde (PPW)
- Negatief predictieve waarde (NPW)
- Toevalskans
Wat is selectieratio?
het percentage aangenomen kandidaten: (B + D) / (A + B + C + D)
Wat is de toevalskans?
percentage van aangenomen kandidaten wanneer dit op toeval is gebaseerd: (A + B) / (A + B + C + D)
Wat is het succesratio?
het percentage toegelaten kandidaten met een voldoende score op het criterium, B / (B + D).
Wat is sensitiviteit?
De proportie van mensen met de ziekte/conditie die ook als zodanig zijn geïdentificeerd. In formulevorm gebaseerd op de kwadranten uit figuur 9.3 is dit gelijk aan B / (A + B).
Wat is specificiteit?
de proportie van mensen die niet de ziekte/conditie hebben en die ook als zodanig zijn geïdentificeerd. In de formulevorm is dit gelijk aan C / (C + D).
Wat is de positief predictieve waarde (PPW)?
De proportie van mensen met een positief testresultaat die daadwerkelijk de ziekte/conditie hebben. Dit is gelijk aan B / (B + D) ofwel de succesratio waar de auteurs van het tekstboek over spreken.
Wat is de negatief predictieve waarde?
de proportie van mensen met een negatief testresultaat die daadwerkelijk niet de ziekte/conditie hebben, C / (A + C).
Wat is een afkappunt?
Een afkappunt is de testscore die als grenswaarde wordt gehanteerd om te bepalen of de geteste persoon wel of niet behandeld moet worden.
Voor het bepalen van het optimale afkappunt kunnen bovengenoemde kengetallen helpen. Idealiter zou een test ten minste één optimaal afkappunt moeten hebben waarbij alle mensen met een testscore boven het afkappunt de conditie wel laten zien en alle mensen met een testscore lager dan of gelijk aan het afkappunt de conditie niet laten zien. Als we een meetschaal nemen voor het meten van depressieve symptomen dan zou dit optimale afkappunt alle depressieve en alle niet depressieve mensen van elkaar helpen te onderscheiden. Een dergelijk afkappunt zou de maximale sensitiviteit, specificiteit, PPW en NPW hebben.
Wat is de waarde van false negatives (A) bij het optimale afkappunt?
En van false positives (D)?
0
Omdat bij het meest optimale afkappunt, het aantal false negatives (A) en false positives (D) gelijk is aan 0, zullen de vier kengetallen steeds gelijk zijn aan….
1 (of 100 als dit in percentages wordt berekend).
In de formule van sensitiviteit staat bijvoorbeeld dat die gelijk is aan B / (A+B). Als A = 0, dan krijgen we B / (0 + B) = B / B = 1. Ook bij de specificiteit, de PPW en de NPW is makkelijk na te gaan dat ze 1 worden als D en A gelijk aan 0 zijn.
Voor de meeste tests of meetschalen bestaat een dergelijk optimaal afkappunt niet. Men zou dan een afkappunt moeten kiezen afhankelijk van het doel. Welke 3 doelen kunnen er zijn?
(1) uitsluiten van de conditie
(2) screenen voor de conditie
(3) insluiten van de conditie.
Welke benadering wordt gebruikt bij het bepalen van het afkappunt bij het doel: uitsluiten van conditie?
Afkappunt met de hoogste waarden van sensitiviteit + NPW.
Wanneer de conditie wordt uitgesloten wil de diagnosticus zeker weten dat de geteste persoon niet afwijkend scoort op het criterium, bijvoorbeeld niet depressief is. Dit kan bijvoorbeeld spelen als je zeker wilt weten dat iemand geen behandeling nodig heeft. Of als men een groep mensen wil selecteren waarvan met zekerheid gezegd kan worden dat ze gezond zijn. In dit geval is het aantal false negatives (A) extreem laag of gelijk aan 0, dus hebben sensitiviteit, B / (A + B), en de NPW, C / (A + C), de hoogste waarden. Hun som is daarbij maximaal. In werkelijkheid is het mogelijk dat A niet precies gelijk is aan 0. Men zoekt dan alsnog naar een afkappunt met een maximale som van sensitiviteit en de NPW..
Welke benadering wordt gebruikt bij het bepalen van het afkappunt bij het doel: screen voor de conditie?
Optimaal afkappunt afhankelijk van nadelen van foutieve beslissing.
Als het doel screenen voor de conditie is, dan probeert men het maximale uit de test te halen waarbij rekening wordt gehouden met de kosten van mogelijke fouten, zowel die van het missen van diegenen die wel de conditie hebben (positieve missers of false negatives) als die van het onterecht aanmerken van diegenen die de conditie niet hebben (negatieve missers of false positives). Met kosten worden zowel diverse voor- en nadelen voor de persoon zelf als financiële en maatschappelijke kosten bedoeld. Bij sommige ziektes is het bijvoorbeeld heel belangrijk dat zo veel mogelijk mensen gevonden worden die ziek zijn ongeacht de kosten van de screening. Denk bijvoorbeeld aan ziektes die zich snel kunnen verspreiden en tot dood of ernstige verminkingen kunnen leiden. Bij andere ziektes is het juist heel belangrijk om geen verkeerde diagnose te stellen vanwege ernstige bijwerkingen van de behandeling. Als een verkeerde diagnose tot amputatie van een been of arm zal leiden, is het natuurlijk heel belangrijk om een false positive te voorkomen.