Hartcyclus, Contractie & ECG Flashcards

1
Q

Myocieten

A

Hartspiercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Membraanpotentiaal

A

Voltageverschil tussen de binnen- en buitenzijde van de cel. Binnen het membraan is er een netto negatieve lading van -80 mV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waardoor wordt de -80 mV membraanpotentiaal veroorzaakt?

A

De negatieve lading van eiwitten in het membraan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt het potentiaalverschil in stand gehouden?

A

Door o.a. transport van positieve ionen zoals Na+, Ca2 en K+, via specifieke ionkanalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de drijvende kracht van ionkanalen?

A
  • Ladingsverschil
  • Concentratiegradiënt
  • Actief pompen mbv ATP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat berekent de Nernst vergelijking?

A

Wat het evenwichtspotentiaal of Nernst potentiaal is over een membraan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt een positief evenwichtspotentiaal in?

A

Ionconcentratie buiten membraan > C binnen membraan. Er vindt geen iontransport plaats. Dit komt doordat er aan de kant waar de ionconcentratie het grootst is, een dusdanig hoge negatieve lading is, dat de drang van de positieve ionen om naar het gebied met de lage concentratie te gaan, geneutraliseerd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt een negatief evenwichtspotentiaal in?

A

De ion concentratie binnen het membraan is groter dan buiten het membraan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er bij een evenwichtspotentiaal in vergelijking met MP?

A

EP < MP = positieve ionen gaan de cel in.

EP > MP = positieve ionen gaan de cel uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Actiepotentiaal

A

De verandering in de membraanpotentiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fase 0

A

De depolarisatie van de actiepotentiaal van het hart. Het is het op gang brengen van de activatie van het hart. Bij depolarisatie schiet het MP naar +15 mV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Fase 1

A

Eerste repolarisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fase 2

A

Fase 2 bevindt zich tussen depolarisatie en repolarisatie in. Er is uitstroom van K+ en instroom van Ca2+. Deze ladingen zijn in evenwicht, waardoor deze fase ook wel de plateaufase wordt genoemd. De Ca2+ wordt gebonden aan het SR en er wordt een voorraad calcium in een keer vrijgemaakt. Deze calcium is nodig voor contractie, de samentrekking van hartspiercellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Fase 3

A

Repolarisatie. De concentratie K+ binnen het membraan is veel groter dan de concentratie buiten het membraan. Er is nog niet voldoende negatieve lading in de cel om het K+ binnen te houden. De kanalen staan open en daardoor kunnen de ionen vrij naar buiten stromen. Dit gebeurt tot het evenwicht van -80 mV is bereikt. Dit proces verloopt passief en kost dus geen energie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Atriaal weefsel

A

Bij dit weefsel gaan alle myocieten in fase 0 depolariseren. Fase 1 t/m 4 zijn in atriaal weefsel niet te onderscheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ventriculair weefsel

A

De myocieten depolariseren hier ook, maar dit zijn er veel meer.

17
Q

Fase 0 alternatieve naam ventriculair weefsel

A

QRS-complex

18
Q

Fase 2 alternatieve naam ventriculair weefsel

A

ST-segment (samentrekking in plateaufase)

19
Q

Fase 3 alternatieve naam ventriculair weefsel

A

T-golf (repolarisatie)

20
Q

Fase 4 alternatieve naam ventriculair weefsel

A

TP-tijd (rusttijd)

21
Q

Exchangers

A

Moleculen die drie natriumionen de cel inbrengen en een calciumion de cel uit.

22
Q

Digoxine

A

Giftige stof, maar met de juiste doseringen kan het helpen bij hartritmestoornissen en om het hart krachtiger te laten samentrekken. Digoxine inhibeert deels de ATP pomp die Na+ de cel uitpompt en K+ de cel in. Hierdoor vindt accumulatie van Na+ in de cel plaats. Door de hoge concentratie Na+ is er minder uitstoot van Ca2+. Dit leidt weer tot krachtigere samentrekking.

23
Q

Hoe ontstaat een dipool in relatie tot het MP?

A

Vanuit de buurcel wordt er een klein beetje positieve lading naar binnen gepompt via de gap junctions. Hierdoor gaat de MP een beetje omhoog. Doordat er links meer Na+ ionen de cel binnenstromen ontstaat er links een minder positieve lading dan rechts, waardoor er een dipool ontstaat die naar rechts wijst.

24
Q

Wat is een activatiefront?

A

De dipool die van links naar rechts beweegt. Het hele hart wordt op deze wijze geactiveerd.

25
Q

Hartvector

A

Alle depolarisaties op één tijdstip. De vector is variabel in richting en grootte.

26
Q

Hoe kan de hartvector gemeten worden?

A

Het kan gemeten worden als een klein potentiaal verschil aan de oppervlakte van het lichaam en dat vormt de ECG.