HC 3.4: Pathologie van de pancreas en dunne darm

Question 1

Ziektes dunne darmen

Answer 1

• Ulcers
• Celiac disease
• Ziekte van Crohn
• Malignancies

Question 2

Ulcers

Answer 2

• Een gat in de beschermende slijmvlieslaag bij de duodenal bulb (eerste stuk van de duodenum)
• Oorzaken
  o H. Pylori infectie (bacterie in de maag) en NSAID (ontstekingsremmende medicijnen zoals ibuprofen)
  o NSAID verhelpt tegen ontstekingen, maar hebben bijwerking zoals ulcers
• Klachten
  o Misselijkheid
  o Braken
  o Weinig eetlust
  o Maagbloeding –> braken van bloed
• Darmlagen zijn weggegeten –> Perforatie (gat) –> spoedig hulp nodig om dicht te naaien
• Diagnose: gastroscopie –> endoscoop naar de maag –> bekijken van de darmwanden en biopten wegnemen
• Behandeling: antibiotica of maagzuuremmers (pH maag lager –> slijmvlieslaag herstel)

Question 3

Celiac disease (coeliakie)

Answer 3

• Gluten intolerantie: villi verdwijnt –> oppervlakte verkleint –> opname nutriënten verlaagt –> mensen met een glutenvrij dieet hebben normale villi
  o Villi atrofie ook bij andere ziektes (zoals crohn)
• Auto-immuun ziekte: lichaamseigen stoffen bestrijden
• Klachten: verschillende per persoon; sommige gaan gelijk dood terwijl andere zwellingen krijgen. Veel mensen hebben überhaupt geen klachten
  o Chronische diarree
  o Buikpijn
  o Verminderde eetlust
  o Verminderde opname
  o Soms darm lymfoom (gezwel in lymfestelsel)
• Diagnose
  o Bloedtesten op antistoffen gluten
  o Darm biopten
  o Genetisch testen
• Behandeling: levenslang, geen medicijnen

Question 4

Ziekte van Crohn

Answer 4

• Ontstekingen in GI-tract (mond tot anus)
  o Meestal in de terminale ileum
• Oorzaak: onbekend
• Klachten
  o Diarree
  o Buikpijn
  o Frequente (20x per dag) rectale bloeding –> dagelijkse bezigheden moeilijk te doen
  o Nutriënten deficiënties
  o Gewichtsverlies
• Diagnose
  o Lichamelijk onderzoek
   Marisken (huidflapje): goedaardige huidplooi bij de anus
   Fissuren: scheur in de anus
   Fistels: verbinding tussen holle organen
  o Labonderzoek
   Bloed
   Ontlasting
  o Beeldvorming
   Endoscopie
   Radiologie
• Behandeling: medicatie voor remissie (een rustige fase zonder ontstekingen)

Question 5

Maligniteit

Answer 5

• Kwaadaardige ziekte

Question 6

Inflammatory bowel disease (IBD)

Answer 6

• benaming klachten voor colitis ulcerosa en Crohn
• allebei chronisch
• Extra-intestinal manifestations (EIM): klachten buiten de GI-tract (ogen, huid, oren etc)

Question 7

Ziektes pancreas

Answer 7

• Acute pancreatitis
• Chronische pancreatitis
• Tumor van de pancreas (pancreascarcinoom)

Question 8

Acute pancreatitis

Answer 8

• Ontstekingsziekte van de exocriene pancreas (weefselschade en necrose)
• Oorzaken
  o Galsteen
  o Alcohol
  o Virus
  o Medicatie
  o Roken
• Klachten
  o Pijn in boven buik
  o Misselijkheid
  o Braken
• Diagnose
  o Bloed en urine onderzoek
  o Echografie
  o CT-scan
• Behandeling
  o Gericht behandelen op de klachten –>genezen

Question 9

Chronische pancreatitis

Answer 9

• Chronische ontsteking van gehele pancreas
• Oorzaken
  o Alcohol
  o Roken
  o Galstenen
  o Stofwisselingsziekte
• Klachten
  o Buikpijn
  o Vettige diarree
  o Tekort vitamines
  o Gewichtsverlies
  o Geelzucht
  o Pseudocysten (vochtcollectie): een holte in of net buiten de alvleesklier met daarin weggelekt alvleesklier sap
• Diagnose: ontlasting, bloedonderzoek, endo-echografie
• Behandeling: medicatie tegen symptomen, ongeneesbaar

Question 10

Tumor van de pancreas

Answer 10

• Tumor vormen
  o Cystic tumor: zakje met stof (kan kwaadaaridg zijn)
  o Neuro-endocriene tumoren (NET): overmatig delen van cellen in het neuro-endocriene systeem
  o Carcinoom: kwaadaardige tumor
• Oorzaken: roken, alcohol, overgewicht
• Klachten: buikpijn, gewichtsverlies, geelzucht
  o Klachten zijn afhankelijk per regio van pancreas (hoofd, corpus, staart)
• Diagnose: CT, PET, MRI
• Behandeling: stadium afhankelijk
  o Curatieve behandeling: begin stadium
  o Chemotherapie en palliatieve bestraling: later stadium
• Groter kans op uitzaaiing –> dichtbij bloedvaten