HC 7 Flashcards

(28 cards)

1
Q

Innovatie

A

Het commercieel of industrieel toepassen van iets nieuws

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Incrementele innovatie

A

Relatief kleine aanpassing aan een bestaand product, proces of service

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Radicale innovatie

A

Introductie van een compleet nieuw product, proces of service. Het zijn enorme veranderingen van een bestaand product, proces of service

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Architectural

A

Een combinatie van nieuwe elementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Modular

A

Grote verandering in 1 element van een product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Disruptieve innovatie

A

Een product of dienst met andere features dan bestaande producten of diensten dat aangeboden wordt voor een lagere prijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Complementaire innovatie

A

Innovaties die elkaars waarde of effectiviteit vergroten wanneer ze samen worden gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Product replacement

A

Als een bestaand product herzien en verbeterd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Structural ambidexterity

A

Exploratie en exploitatie opsplitsen in verschillende business units

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Temporal ambidexterity

A

Exploratie en exploitatie afwisselen over tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Contextual ambidexterity

A

Tegelijkertijd proberen om exploitatie en exploratie na te volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Stylised fact

A

Een versimpelde representatie van de werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Innovatie

A

The commercial of industrial application of something new

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Inventie

A

Involves the embodying of a produt idea into an object that is new

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Accumulated tacit knowledge

A

Kennis die moeilijk is te delen en hierdoor ook moeilijk is om over te neme als concurrent zijnde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Lead times and after-sales service

A

Als je als eerste op de markt bent dan kun je veel verdienen voordat de concurrent je heeft ingehaald

17
Q

The learning curve

A

Hoe vaker je iets produceert, des te meer kennis je vergaart en des te lager de kosten kunnen worden per product

18
Q

Complementary assets

A

Hele infrastructuur aanbieden

19
Q

Product complexity

A

Als een product heel lastig in elkaar zit dan is het moeilijker voor reverse-engineering

20
Q

Patent protection

A

Als iemand een patent op een innovatie heeft dan kun je deze vanwege juridische reden niet aanmaken

21
Q

Sticky

A

Iets dat moeilijk uit te drukken en te verplaatsen is en daarbij afhankelijk is van de context

22
Q

Knowledge spillovers

A

Kennis dat verder verspreid wordt

23
Q

Lead user innovation

A

Bepaalde consumenten gaan met jouw product innoveren

24
Q

Need push

A

Als een producent een innovatie gaat opdragen die je moet kopen

25
Absorptive capacity
Als je als bedrijf de waarde van nieuwe informatie kan inzien, deze informatie kan verwerken en kan toepassen
26
Explicit/codified knowledge
kennis die je kunt opschrijven of opgeschreven staat
27
Tacit knowledge
Kennis die gebaseerd is op intuïtie en ervaring
28
Need push
Consument maakt het, want ze hebben het nodig en dit zet een bedrijf aan tot innovatie