HC1 - introductie en bias Flashcards

(29 cards)

1
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de relatie tussen psychologie wetenschap en maatschappij?

A

Psychologie baseert zich op wetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een infodemic?

A

Een overaanbod aan informatie theorieën en media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de gevolgen van polarisatie voor wetenschap?

A

Mensen geloven eerder wat past bij hun overtuiging dan wat waar is; dit ondermijnt objectiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de replicatiecrisis?

A

Veel psychologische studies kunnen niet succesvol worden herhaald wat de betrouwbaarheid aantast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de vijf pijlers van wetenschappelijk denken? Tests

A

Tests, bias, communicatie, onzekerheid, transparantie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is bias?

A

Een systematische vertekening die objectieve interpretatie van de realiteit belemmert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke drie niveaus komt bias voor in de psychologie?

A

Persoonlijke bias, bias in onderzoeksmethoden, systemische bias.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is confirmation bias?

A

De neiging om informatie te zoeken die je bestaande overtuiging bevestigt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is hindsight bias?

A

De neiging om na afloop te denken dat je het ‘altijd al wist’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is overconfidence bias?

A

Het overschatten van je eigen kennis of vaardigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de bias blind spot?

A

De neiging om te denken dat je zelf geen bias hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom zijn biases soms nuttig?

A

Ze zijn mentale shortcuts, helpen bij snelle beslissingen en verminderen cognitieve belasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan bias het onderzoeksproces beïnvloeden?

A

Onderzoekers kunnen onbewust resultaten beïnvloeden om hun theorie bevestigd te zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem drie voorbeelden van bias in de onderzoeksmethode.

A

Selectiebias, opzetkeuzes (descriptief vs. exploratief), biased meetinstrumenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is selectiebias? Een vertekende steekproef die niet representatief is voor de populatie.

A

Een vertekende steekproef die niet representatief is voor de populatie.

17
Q

Wat zijn ‘The WEIRDest people in the world’?

A

Westerse opgeleide , geïndustrialiseerde, rijke, democratische mensen — oververtegenwoordigd in studies.

18
Q

Wat is p-hacking?

A

Het manipuleren van analysemethoden tot significante resultaten ontstaan.

19
Q

Wat is publicatiebias?

A

De neiging om alleen studies met positieve of significante resultaten te publiceren.

20
Q

Wat is open science?

A

Een benadering waarbij alle stappen van het onderzoeksproces transparant en toegankelijk zijn.

21
Q

Wat is pre-registratie? Het vooraf vastleggen van hypotheses en methoden om bias en p-hacking te voorkomen.

A

Het vooraf vastleggen van hypotheses en methoden om bias en p-hacking te voorkomen.

22
Q

Wat is het verschil tussen reproduceerbaarheid en replicatie?

A

Reproduceerbaarheid = identieke werkwijze herhalen; replicatie = zelfde bevindingen terugvinden.

23
Q

Wat is onderdeterminatie?

A

Data kunnen meerdere theorieën ondersteunen — dus geen sluitend bewijs bieden.

24
Q

Wat is theory stretching?

A

Een vage theorie zo breed formuleren dat bijna elk patroon als bevestiging geldt.

25
Wat is post-hoc precision?
Het achteraf bijstellen van de hypothese zodat deze perfect past bij de resultaten.
26
Wat is de jingle fallacy?
Denken dat twee dingen hetzelfde zijn omdat ze dezelfde naam hebben.
27
Wat is de jangle fallacy?
Denken dat twee dingen verschillend zijn omdat ze een andere naam hebben.
28
Wat is interdisciplinair onderzoek?
Onderzoek waarbij meerdere disciplines methoden en kennis integreren tot één aanpak.
29
Wat is transdisciplinair onderzoek?
Integratie van academische en niet-academische kennis (zoals praktijkinzichten) om een fenomeen te begrijpen.