HC3 - geschiedenis, psychologische stromingen Flashcards
(41 cards)
Wat is de replicatiecrisis?
Veel studies kunnen niet herhaald worden met dezelfde resultaten; dit tast de betrouwbaarheid van psychologisch onderzoek aan.
Wat was het slagingspercentage van replicatiestudies in de psychologie?
Meer dan 50% van replicaties mislukt, vooral in sociale psychologie.
Waarom is replicatie in sociale psychologie moeilijker?
Gedrag in sociale context is moeilijk controleerbaar; resultaten zijn minder robuust.
Wat is een generiek gevolg van de replicatiecrisis?
Tijd, geld en vertrouwen gaan verloren; verkeerde beleidskeuzes kunnen ontstaan.
Wat is een vakgebonden gevolg van de replicatiecrisis?
Klinisch psychologische behandelingen kunnen ineffectief zijn of schade veroorzaken.
Waarom is gedrag zo moeilijk te meten in psychologie?
Het wordt beïnvloed door brein, omgeving en is vaak indirect meetbaar.
Wat veroorzaakt ruis in observaties van gedrag?
Sensorische en cognitieve vertekeningen, aandacht, heuristieken en interpretaties.
Waarom is introspectie beperkt als methode?
Het werkgeheugen en de aandacht zijn beperkt; gevoelens zijn interpretaties van fysiologische reacties.
Hoe oud is de psychologie als wetenschap?
Ongeveer 150 jaar; het heeft wortels in filosofie.
Wat is het ‘mind-body problem’?
De vraag of mentale en fysieke processen verschillend zijn, en hoe ze zich tot elkaar verhouden.
Wat is dualisme in de psychologie?
De overtuiging dat geest en lichaam gescheiden entiteiten zijn.
Wat is monisme (fysicalisme)?
De opvatting dat alles, inclusief geest, materieel is en voortkomt uit hersenactiviteit.
Wat is monisme (mentalisme)?
De overtuiging dat mentale processen niet volledig fysiek verklaard kunnen worden; waarneming bepaalt realiteit.
Hoe beïnvloedt het placebo-effect de visie op mentalisme?
Verwachtingen (mentaal) beïnvloeden fysieke uitkomsten, wat mentalisme ondersteunt.
Waarom kent de psychologie een wisselende voorkeur tussen introspectie en observatie?
De wetenschap volgt trends en paradigma’s, beïnvloed door filosofische stromingen.
Wat stelt fysicalisme in gedragsonderzoek?
Gedrag is observeerbaar en komt voort uit het fysieke brein; focus op objectieve metingen.
Wat stelt mentalisme in gedragsonderzoek?
Gedachten en waarnemingen zijn subjectief maar cruciaal; introspectie is belangrijk.
Wat is de kern van het behaviorisme?
Observeerbaar gedrag staat centraal; mentale processen zijn irrelevant of onmeetbaar.
Wat is het uitgangspunt van het structuralisme?
Mentale processen worden onderverdeeld in bouwstenen; introspectie als methode.
Wat is het uitgangspunt van het functionalisme?
Gedrag en cognitie worden verklaard vanuit hun functie of nut voor de mens.
Wat onderzocht William James binnen het functionalisme?
Hij onderzocht de functie van bewustzijn, vrije wil, en emotie (James-Lange theorie).
Wat stelde de James-Lange theorie van emotie?
Emoties ontstaan uit lichamelijke reacties; eerst fysiologie, dan emotie.
Wat is het doel van de mentale test-beweging?
Psychologische kennis toepassen via testen om mentale processen te meten.