HC.1 - Secundaire preventie - screening Flashcards

1
Q

Waar draait het om in de klinische praktijk mbt vinden ziekte?

A

Detecteren ziekte, niet missen. Hoge sensitiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar draait het om bij screening mbt vinden ziekte?

A

Het richt zich op gezonde mensen, belangrijk om de nadelen te beperken.
Hoge specificiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wilson en Junger criteria screening?

A

10 criteria, zie slide. Idk hoe belangrijk, maar ze zijn heel logisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Benoem 3 criteria van de geupdate criteria (WHO) [Die mevrouw t belangrijkst vond)

A
  • Bewijs voor effectiviteit screening
  • Voordelen van screening zijn groter dan nadelen
  • Redelijke balans tussen kosten en netto voordelen van screening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is langere survival niet genoeg om effectiviteit van screening te bewijzen?

A

Er zijn namelijk 2 biasen:
- Lead time bias
- Length bias

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is lead time bias?

A

Door dat je diagnose eerder hebt, heb je automatisch langere survival, omdat je er gwn eerder bent, ook als dit geen voordeel oplevert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is length bias?

A

Screening detecteert vooral langzaam groeiende tumoren met langere survival, als je dus een snelgroeiende tumor hebt, kan je dit over het hoofd zien als dit tussen 2 screening momenten valt. Je vindt dus screeningen met sws al betere survival volgens deze bias

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie adviseert in NL of het balans voordelig uitvalt voor screening?

A

Gezondheidraad, die adviseert dan de minister

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

MBT kosten, wat is daar belangrijk in?

A

Hoe kun je geld beste in zetten, om meeste gezondheidswinst te behalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 2 soort screening?

A
  1. Georganiseerde screening (population / mass screening)
  2. Opportunistische screening (case-finding)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 3 kankerscreening in NL?

A
  • Baarmoederhals
  • Borst
  • Dikke darm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke vereisten moet geschikte screeningstest hebben?

A
  • Veilig
  • Betaalbaar
  • Acceptabel

en natuurlijk bepaalde waarde sens en spec

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly