HC10 Flashcards
(34 cards)
morele cognitieve achterstand
achterstand in het ontwikkelingsniveau van moreel redeneren
primaire en secundaire cognitieve distorties
distorties in sociale perceptie
eigenschappen morele cognitieve achterstand en primaire en secundaire cognitieve distorties
dragen bij aan egocentriciteit en verminderd perspectief-nemen
gaat om karakteristieke neigingen in plaats van onvermogen
moreel oordeel
beredeneerde evaluatie van of besluit over sociale acties en waardes of deze goed of niet goed zijn
stadia van morele ontwikkeling
- moraliteit gebaseerd op concrete consequenties (centraties)
- moraliteit gebaseerd op wederkerigheid (tit-for-tat/ uitwisselingen)
- moraliteit gebaseerd op wederkerige basis van relaties (mutualiteiten)
- moraliteit gebaseerd op het bijdragen aan een functionerende samenleving (systemen)
cognitieve distorties
inaccurate of bevooroordeelde manieren van het interpreteren van ervaringen
primaire cognitieve distorties (self-centered)
- egocentrische houdingen en overtuigingen
- weinig of zelfs geen overweging van interesses van anderen
- belangrijke risicofactor van antisociaal gedrag
secundaire cognitieve distorties (protective)
beschermen individu tegen stress van
- empathische stress of schuldgevoel bij het opvangen van negatieve gevoelens slachtoffer
- potentiële inconsistentie tussen zelf-concept en antisociaal gedrag t.o.v. anderen
- beschermen primaire distorties en eigenwaarde
link secundaire cogntieve distorties en antisociaal gedrag
- lagere empathie
- minder zelf-gerapporteerde delinquentie
- meer agressie
types secundaire cognitieve distorties
- anderen de schuld geven
- uitgaan van het ergste
- minimaliseren/ mislabelen
anderen de schuld geven
- onterecht toeschrijven van schuld aan externe individuen of factoren
- schuld toeschrijven aan het specifieke slachtoffer of het over-gealgemeniseerde slachtoffer
- plaatst dader in de plaats van het slachtoffer, valideert hun acties
uitgaan van het erste
- kwaadaardige intenties toeschrijven aan anderen (hostile attribution bias)
- uitgaan van de meest negatief-mogelijke uitkomst (voor anderen en zelf)
- kan zowel bijdragen aan agressie en depressie
hostile attribution bias
kwaadaardige intenties toeschrijven aan anderen
minimaliseren/ mislabelen
- schade minimaliseren of gedrag als acceptabel en zelf nobel zien
- anderen kleineren of dehumaniseren
- focussen op enkel het stukje gedaan door de persoon zelf, niet rol in bredere antisociale of criminele actie
dehumaniseren
gedrag minder mens maken, door bv een aap af te beelden of zeggen dat het niet jouw biologisch kind is, dus dan is het minder erg
bandura’s mechanismes van morele ontkoppeling
goedpraten van daden
onderhouding
gedrag vertonen en achteraf goedpraten zodat je je er niet slecht over voelt
verwijdering van remming
gedrag vooraf goedpraten/ acceptabel vinden, waardoor de kans groot is dat je het in de toekomst gaat vertonen
dader als active agent
wanneer we criminaliteit proberen te verklaren, vaak de nadruk op factoren buiten mensen hun controle
-> zien persoon als biologisch organisme ipv active agent
narratieve aanpak
mensen begrijpen hun leven als een verhaal. verhaal van wie men is en hoe men is over hoe je bent geworden
- betekenisverlening aan gebeurtenissen (subjectief/ zelfde gebeurtenis verschilt per persoon)
narratieve aanpak inhoud
focus op thematische inhoud
- communion (to get along, geef je sturing aan het leven of wordt je geleefd)
- agency (to get ahead, mate waarin iemand zich verbonden voelt met anderen)
intimiteit
persoonlijke connectie met het slachtoffer en het willen schaden van hen in het bijzonder
macht (potency)
in controle zijn van de situatie en het slachtoffer, het willen maximaliseren van de winst
narratieve roles questionnaire
voor inzicht in hoe daders hun eigen rol zien in hun misdaden, focus op hoe ze hierover impliciet praten
- 33 statement vragenlijst