HC11

Question 1

Behandeling kan zinvol zijn als

Answer 1

RNR model wordt toegepast en Good Lives Model

Question 2

RNRmodel

Answer 2

Risk
Need
Responsitivity

Question 3

risk

Answer 3

diegene behandelen die de meeste risico hebben

Question 4

need

Answer 4

alleen die factoren die samenhangen met
vermindering van recidive zouden tijdens de behandeling moeten worden
aangepakt

Question 5

responsitivity

Answer 5

gepaste behandeling die aansluit bij delinquent

Question 6

cognitieve gedragstherapie

Answer 6

• individueel
• korte duur
• denkfouten die worden gemaakt identificeren en aanleren van adaptieve gedachtepatronen

Question 7

anger management

Answer 7

• groepsformat
• korte duur
• andere manier van uiting geven aan agressie

Question 8

multi-modale programma’s

Answer 8

gefocust op meerdere dingen zoals emoties, maar ook verschillende soorten behandelmethoden (zowel individueel als groep, huiswerk)
criminogene behoeften weghalen. zowel in tbs als community setting gegeven

Question 9

schema modale therapie

Answer 9

• individueel
• gemiddelde duur
• gewortelde ideeën over jezelf en de wereld proberen te veranderen en leren omgaan met emoties, emotieregulatieskills aanleren.
• band met therapeut staat centraal

Question 10

behandeling is effectief in verminderen geweldadige recidivisme voor

Answer 10

• langere, intensievere behandelingen/ behandelprogramma’s
• behandelingen die focussen op cognitieve skills, interpersoonlijke skills en regulatie van boosheid
• behandelingen die gebruik maken van rollenspellen, terugval preventie en huiswerk tussen sessies zijn effectiever
  pleiten voor multi-modale behandelingen

Question 11

recidivisme voor daders van seksuele misdrijven

Answer 11

behandeling lijkt effectief, maar soort behandeling lijkt belangrijk.
sommige soorten behandeling kunnen averechts werken

Question 12

behandelopties van seksuele misdrijven

Answer 12

• Anti-libidinale medicatie in combinatie met CGT
• Combinatie groeps- en individuele therapie gefocust op criminogene
  behoeften (basis in CGT)
• Specifieke behandelfactoren nog onduidelijk

Question 13

Anti-libidinale medicatie in combinatie met CGT

Answer 13

• lijkt de meest positieve uitkomsten te hebben
• maar erg invasief en agency-ondermijnend

Question 14

Combinatie groeps- en individuele therapie gefocust op criminogene
behoeften (basis in CGT)

Answer 14

• effectief met name voor medium tot hoge-risico daders

Question 15

werkzame componenten van behandeling

Answer 15

• duidelijk model van verandering
• focus op criminele gedrag
• gebruik effectieve risico management strategieën
• flexibiliteit rondom verschillende leerstijlen (en capaciteiten) van daders
• behoud van integriteit en kwaliteit van de toediening van behandeling doorheen de behandeling
• aansluiten bij RNR principes
• aanvullen met good live management

Question 16

comorbiditeit middelengebruik en stoornissen

Answer 16

• schizofrenie (55%, prevalentie middelenmisbruik over het hele leven)
• persoonlijkheidsstoornissen bv bps (75%), asps (60-90%)
• affectieve stoornissen bv bipolair (65%), depressie (40%)
• ptsd (35%)
• adhd (50%)

Question 17

gevolgen middelen en schizofrenie

Answer 17

meer gewelddadig gedrag, slechter ziekteverloop, minder trouwe medicatie inname

Question 18

gevolgen middelen en persoonlijkheidsstoornissen

Answer 18

meer symptomen, meer dropout tijdens behandeling voor middelengebruik, meer comorbiditeit andere stoornissen
- voor asps: meer agressie, impulsiviteit, psychologische trekken

Question 19

gevolgen middelen en affectieve stoornissen

Answer 19

• bipolair: ernstigere symptomen, slechtere behandeluitkomsten, groter suicide-risico
• depressie: meer symptomen, meer suïcidale ideatie, meer comorbide stoornissen

Question 20

gevolgen middelen en ptsd

Answer 20

hogere dropout tijdens behandeling, slechtere behandeluitkomsten

Question 21

gevolgen middelen en adhd

Answer 21

meer comorbide stoornissen, minder lange-termijn focus in behandeling

Question 22

beoordeling van middelenmisbruik in forensische populaties

Answer 22

• gebruik meerdere bronnen van informatie (zelf-rapportage en tests, data observatie)
• evalueer risicofactoren en criminogene behoeften en rol van middelen
• probeer tijdlijn van middelengebruik en comorbide stoornissen te verduidelijken
• evalueer niveau functioneren van patient (en hoe middelengebruik niveau beïnvloed)
• creëer een goede werkrelatie met patiënt voor beoordeling

Question 23

tijdlijn van middelenmisbruik

Answer 23

• belangrijke aspecten van middelenmisbruik (bv start, geschiedenis, periodes zonder middelengebruik)
• belangrijke aspecten van stoornissen (bv start, periodes van meer symptomen)
• potentiële samenwerking en beïnvloeding tussen tijdlijnen

Question 24

algemene richtlijnen behandeling

Answer 24

• focus breder dan enkel op onthouding aan middelen (in kaart brengen van risicofactoren)
• dual disorder treatment ipv sequentiële of parallelle behandeling (laat patient beseffen dat middel een wisselwerking heeft op stoornis)
• responsiviteitsprincipe

Question 25

effectiviteitsbepaling vermoeilijkt door

Answer 25

- weinig onderzoek naar specifieke behandelmethodes - groep met middelengebruik is erg heterogeen - focus op algemene factoren die nuttig zijn in residentiële forensische zorg

Question 26

kernaspecten behandeling

Answer 26

- keuze rehabilitatie vs habilitatie - expliciete focus op motivatie van patient - goede werkrelatie met behandelaar, maar ook ander personeel - focus op aanleren sociale skills, zelfbewustzijn, technieken voor ontspanning, probleem oplossing, anger management en omgaan met stress

Question 27

rehabilitatie

Answer 27

focus op volledige terugkeer naar samenleving

Question 28

habilitatie

Answer 28

focus op aanleren van voldoende skills en het opzetten van een extern framework wat mensen toelaat in de samenleving te functioneren

Question 29

beschikbare behandelprogramma's

Answer 29

* Reasoning & rehabilitation * Relapse prevention * Integrated dual disorder treatment * Forensic assertive community treatment (gebaseerd op ACT) * Substance use and mental illness program

Question 30

middelenmisbruik in onderzoek

Answer 30

- hoge prevalentie middelenmisbruik bij personen met psychiatrische stoornissen, dit is ook in onderzoekspopulaties wellicht middelenmisbruik als confounder van gevonden effect