HC12 - Ontwikkeling en bouw circulatiestelsel Flashcards

1
Q

Wat is splanchnisch of visceraal mesoderm?

A

Mesoderm dat tegen het endoderm aanligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe vormt het hart?

A

De twee endocardbuizen komen door de laterale kromming tegen elkaar aan te liggen. Om die vergroeide endocardbuisjes in het coeloom gaat het hart groeien, waardoor het hart wat uitpuilt in de holte, en zo krijg je dus ook gelijk je hartzakje. Uiteindelijk worden de twee buisjes 1 buis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de voorloper van de truncus pulmonalis en de aorta?

A

De uitloper van het hart (10)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het pericard? Wat is het voordeel van het pericard?

A

Het hartzakje. Hierin kan het hart vrij bewegen, waardoor het niet bij elke contractie het hele mediastinum hoeft mee te trekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar zijn de pleura holten de ‘zakjes’ van?

A

Daar zitten de longen in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ontwikkeld het pericard?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt hier allemaal aangegeven?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De bloedvaten in een embryo ontwikkelen zich als 3 systemen, welke zijn dat?

A
  • Het bloedvatstelsel dat samenhangt met het embryo zelf, zoals het hart, de aorta en de vena cava
  • Het bloedvatstelsel dat samenhangt met de dooierzak/darmen, met de arteria/vena vitelline
  • Het bloedvatstelsel dat samenhangt met de allantoïs/placenta, met de arteria/vena umbilicale
    Zowel arteriën als venen zijn onderverdeeld in deze 3 systemen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe werken de kieuwboog arteriën bij vissen?

A

De kieuwboog arteriën nemen zuurstof op uit het water in hun mond en persen het water via de kieuwen weer naar buiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een kiewboog arterie?

A

Een bloedvat dat zit tussen het hart en de aorta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke kieuwbogen hebben zoogdieren?

A

1, 2, 3, 4 en 6.
5 is rudimentair, en 1, 2, en later ook 6 zullen in regressie gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke kieuwbogen verliezen hun aansluiting met de aorta?

A

De eerste en de tweede kieuwboog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ontwikkelen de kieuwboog arteriën vanaf hier?

A

Van 3 en 4 blijven de linker en de rechter bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat worden de arteria vitellinae?

A

De arteriën die naar je darmen gaan. Daar heb je er 3 van, die de voor-, midden- en einddarm van bloedvoorziening;
- Truncus celiacus
- Truncus superior mesenterica
- Truncus inferior mesenterica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke bloedvaten hangen samen met de placenta?

A

Dat zijn 2 arteria en 1 vena. De arteriën komen vanuit de lies en lopen langs de buikwand naar de navelstreng en voeren het zuurstof arme bloed naar de placenta. Via de vena umbilicalis komt dan het zuurstof rijke bloed terug naar het embryo.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe zitten de venen van het cardinale systeem in elkaar?

A

In een vroeg embryo is er nog sprake van de vena cardinalis anterior/posterior/communis, maar vanaf een ouder embryo wordt dat de vena cava.

17
Q

Wat doet de vena vitillina?

A

Die draineert de dooierzak (brengt het bloed van de dooierzak naar het embryo), en uiteindelijk hou je daar de lever bloedvaten en de poortader aan over.

18
Q

Wat zijn de groene en rode bloedvaten?

A

Rood = venae umbilicales
Groen = venae vitellinae

19
Q

Wat is er bijzonder aan de foetale circulatie t.o.v. de circulatie bij een baby/volwassenen?

A

Er zijn 3 shunts (kortsluitingen) om bepaalde routes te omzeilen.
- Ductus venosus (1) = brengt het bloed sneller door de lever naar het hart, zodat niet al het bloed door de lever hoeft te sijpelen (want de lever is nog niet klaar).
- Foramen ovale (2) = gaatje in het hart tussen de twee atria. Bloed kan van de rechter naar de linker atria gesluisd worden om zo minder bloed langs de longen te laten gaan.
- Ductus arteriosus (3) = zorgt er voor dat er nog minder bloed langs de longen gaan, omdat die nog niet functioneren in een foetus. Het bloed wordt dan van de truncus pulmonalis naar de aorta gebracht