HC14 - Bouw en ontwikkeling urogenitaalstelsel Flashcards

1
Q

Wat is de ureter?

A

De urineleider, van de nier naar de blaas. Je hebt er hier 2 van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de urethra?

A

De urinebuis, van de blaas naar de buitenwereld. Je hebt er hier 1 van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de 3 opeenvolgende stadia van de ontwikkeling van de nieren?

A
  • Pronephros (nek)
  • Mesonephros (thoracolumbaal)
  • Metanephros (bekkengebied)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doet het buisje van het mesonephros?

A

Door dit buisje (de ductus mesonephricus) wordt de urine afgevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe heet het buisje van het metanephros?

A

Dit buisje heet de ureter (officieel ductus metanephricus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke van de 3 stadia zijn tijdelijk en welke niet?

A

Het eerste stadium, de pronephros, is rudimentair (wel ontwikkeld, maar heeft geen nut meer).
Het tweede stadium, de mesonephros is tijdelijk functioneel, maar wordt vervangen door het derde stadium, de metanephros, wat de definitieve nier wordt. De mesonephros wordt dan de gonaden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uit welke cellaag ontstaan de nieren en de geslachtsorganen?

A

Uit het intermediare mesoderm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de pronephros?

A

Het is rudimentair, maar ziet er toch tijdens de ontwikkeling hetzelfde uit als een normaal nier. Je ziet ook dat er bloedvaatjes uit de aorta komen, die noem je de arteria renalis. Die vormen uiteindelijk een kluwe die je de glomerulus noemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar is de aanleg van de mesonephros?

A

Thoracolumbaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de functie van het mesonephros?

A

Het is tijdelijk functioneel als nier, en daarna functioneel als geslachtsorgaan.
Het is verantwoordelijk voor de aanmaak van urine (oftewel vruchtwater)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij welke dieren komt de metanephros voor?

A

Alleen bij amnioten (vogels, reptielen en zoogdieren). Bij niet amnioten vindt deze vorming van de metanephros helemaal niet plaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke nierstadia zijn gesegmenteerd en welke zijn ongesegmenteerd?

A

De pronephros is gesegmenteerd intermediar mesoderm (voornier).
De mesonephros is ongesegmenteerd intermediair mesoderm (oernier).
De metanephros is ongesegmenteerd mesoderm (definitieve nier).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zie je hier?

A

Het lichtblauwe is het mesonephros, waaruit de ductus mesonephricus de urine afvoert naar de gele structuur; de allantoïs. De ductus mesonephricus (ookwel Buis van Wolff of ductus deferens) is mesoderm en de allantoïs is endoderm. Op het moment dat het groene buisje de allantoïs bereikt groeit het blauwe buisje (de ureter) en dan pas de nier. Het topje van de ureter komt namelijk terug in het mesoderm (van de mesonephros) waar het de vorming van het metanephros induceert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat induceert de metanephros?

A

De metanephros induceert de ureter om te gaan vertakken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe werkt de inductie van de metanephros?

A

De top van de ureter induceert in het intermediare mesoderm de vorming van de metanephros (of metanephrogene blasteem). Dit zal een nefron gaan vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe ziet de metanephros er bij verschillende diersoorten uit?

A
17
Q

Hoe noem je de vertakkingen van de ureter?

A

De grote vertakkingen zijn calyx major en de kleine vertakkingen zijn calyx minor

18
Q

Leg de relocatie van de nieren uit

A

Het is de relatieve verplaatsing van de metanephros naar craniaal door differentiële groei.
Het embryo groeit van craniaal naar caudaal, en op de plek waar de nier op dat moment groeit hoort het niet. Het embryo groeit verder en er ontstaan meer structuren caudaal van de nieren, waardoor de nieren ‘verplaatst’ zijn, terwijl ze eigenlijk in feite gewoon niet mee naar beneden gegroeid zijn met de rest.

19
Q

Wat is een pelvic kidney en een horseshoe kidney?

A

Dat is wanneer relatief 1 of 2 nieren niet goed indalen. Dit heeft meestal ook consequenties voor de aansluiting van de ureter op de blaas.

20
Q

Wat is het puntje op de blaas?

A

Dat is de blaaspunt (apex). Dat is een overblijfsel uit de embryonale ontwikkeling, van de allantoïs. Het middelste stukje van de allantoïs wordt namelijk de blaas. Het strengetje dat overblijft uit de navelstreng maakt de apex vast aan de buikwand bij de navel.

21
Q

Met wat is de binnenkant van de blaas enzo bekleed?

A

Met endoderm, behalve het plekje waar de ureter inmondt in de blaas, want dat is mesoderm (het driehoekje).

22
Q

Wat gebeurt er in het trigonum vesicae?

A

De ductus mesonephricus sluit aan op de blaas en induceert de ureters. de ductus mesonephricus wordt naar binnen getrokken waardoor de ureters op de blaas gaan aansluiten. Er wordt dus mesoderm de blaas ingetrokken en zo ontstaat het trigonum vesicae.

23
Q

Wat gebeurt er als de ductus mesonephricus blijft bestaan?

A

Dan wordt het een mannelijk embryo. Hij zakt dan naar beneden tot het aansluit op de urethra.

24
Q

Wat is de cloaca in een embryo?

A

De verzamelopening van de colon (darm), de allantoïs (blaas), en het genitaalstelsel.

25
Q

Waarin splitst de cloaca bij zoogdieren?

A

In het rectum en de sinus urogenitalis

26
Q

Bij een vogel blijft de cloaca bestaan. Wat is het effect hiervan?

A

Dat als een vogel bijv. wegvliegt en zijn buikspieren aanspant, hij iets uitpoept dat een mix van de darmen, de blaas en het genitaalstelsel is.