WC01 - Vroegontwikkeling 1 Flashcards

1
Q

Wat zou er bij een merrie gebeurd kunnen zijn waar bij was vastgesteld dat ze drachtig was, maar waar een maand later toch geen foetus aanwezig is?

A

Het embryo kan zijn afgestorven en geresorbeerd zijn, of de baarmoeder heeft het embryo verworpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat valt op aan de lengte van de (vroeg)embryonale periode bij verschillende diersoorten?

A

Deze periode is redelijk gelijk in verschillende diersoorten, namelijk tussen de 11 en 15 dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kun je verklaren dat de foetale periode zo verschillend is bij verschillende diersoorten?

A

Dit is gelinkt aan de grootte van het dier. Een hond of een kat heeft een draagtijd van slechts 58-68 dagen, terwijl een paard wel 310-365 dagen draagtijd heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem de volgorde van de processen van een embryo tijdens de vroege ontwikkeling, van zygote tot neurulatie

A

zygote, klieving, blastulatie, gastrulatie, neurulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe verandert de potentie van de cellen in de loop van de vroegontwikkeling?

A

In het begin heb je een totipotente cel, waaruit alle celtypen zullen ontstaan.
Hieruit ontstaan pluripotente cellen, die uit kunnen groeien tot het organisme (ICM) maar niet tot het extra-embryonaal weefsel. Multipotente cellen kunnen differentiëren tot cellen van 1 bepaalde kiemlaag. Oligopotente cellen kunnen slechts enkele soorten cellen worden.
Unipotente cellen kunnen maar 1 specifiek celtype worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar in het lichaam van het adulte zoogdier zijn er stamcellen te vinden? Tot welke weefsels kunnen deze stamcellen differentiëren en hoe noemen we de potentie van deze cellen?

A

In de huid en darmen zijn ze gemakkelijk terug te vinden. Ze zitten ook in het beenmerg, waar ze als multipotente cellen kunnen differentiëren tot witte en rode bloedcellen en bloedplaatjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kunnen somieten je iets vertellen over de leeftijd van een embryo?

A

Ja, in het vroege stadium van de embryogenese is het handig, maar als alle somieten zijn ontstaan heb je er niet meer zo veel aan. Dan haal je meer informatie uit organen etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke vormen van cel signalering kunnen er plaatsvinden?

A
  • Endocrien: cel produceert hormoon, wordt getransporteerd, en cellen die gevoelig er voor zijn reageren er op. Daar kan een behoorlijke afstand tussen zitten.
  • Paracrien: cel A maakt een stofje en cel B dat heel dicht bij zit reageert op het stofje.
  • Contact afhankelijk: eiwit gebonden aan membraan cel A en bindt aan receptor van cel B. Hierdoor vindt er contact tussen de cellen plaats
  • Autocrien: cel produceert stofje, dat bindt aan zijn eigen membraan en daar reageert hij dan weer zelf op. Vaak om een reactie te versterken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke vorm van instructie vindt er plaats om het gastrulatie proces op te starten?

A

Inductie. Bij inductie wordt er voor gezorgd dat het ene soort cel type het andere aanzet om iets te doen. Hypoblast geeft het signaal aan het epiblast, die vormt de primitieve streep en vanaf daar vindt de instulping plaats en worden de 3 lagen gevormd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De oogbeker ontstaat uit het 2e hersenblaasje. Wat voor type embryonaal weefsel is dat dus?

A

Neuroectoderm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werkt de oogontwikkeling?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Elk van de 4 streepjes geeft een experiment aan. Beschrijf alle 4 de situaties

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zal hier gebeuren?

A

Ook bij de geïmplanteerde knoop van Hensen zal een primitief streek vormen, dus zul je in totaal 2 neurale buizen vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly