HC2 Flashcards

(42 cards)

1
Q

Wat is uveïtis?

A

Ontsteking van de uvea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem de vier stoorten uveïtis:

A
  • uveïtis anterior
  • uveitis intermedia
  • uveïtis posterior
  • panuveïtis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaat de uvea?

A

Iris, choridea &; corpus cilliare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarvoor zorgt de iris?

A

Diafragma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat doet de collareta?

A

Deelt de iris in twee delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn crypten?

A

Gaten in de iris, die bij iedereen uniek zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Melanocyten

A

Pigment cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de functie van melanocyten

A

Melanocyten zorgt voor de huidskleur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Drie types huidkanker:

A
  • Plaveiselcelcioom
  • Basocellulair carcinoom
  • Melanoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kan de oorzaak zijn van pupil afwijkingen?

A
  • Oogziekte
  • Afwijkingen in de neurale banen
  • Farmacologische invloeden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Omschrijf het syndroom van Horner:

A
  • hangend ooglid

- kleine pupil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de oorzaak van het syndroom van Horner?

A

Het sympathische deel naar het oog toe is niet meer werkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een hypopyon?

A

witte bloedcellen zijn een wit laagje gaan vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waardoor ontstaat uveitis posterior?

A

door toxoplasmose (parasieten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is macula degeneratie?

A

Het diffusie proces gaat niet meer goed waardoor er vetophopingen ontstaan in de macula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe heeft de achterkant van de iris?

A

PIE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe heet de voorkant van de iris?

18
Q

Kenmerken van het Stroma

A
  • laat vloeistof door
  • veel fibroblasten
  • veel colageen vezels
19
Q

Donkere ogen hebben veel/weinig/geen pigment

20
Q

Lichte ogen (blauwe) hebben veel/weinig/geen pigment

21
Q

Albino’s hebben veel/weinig/geen pigment

22
Q

Hoe heet kleurverschil van de ogen?

23
Q

Wat is iridodialyse?

A

loslating van de iris

24
Q

Wat zijn de twee factoren die zorgen voor productie van kamerwater?

A
  • drukverschil tussen capillairen en oogkamer

- actief transport

25
Actief transport bij kamerwater
Natrium vanuit de NGE cellen | - lage concentratie natrium in de NGE cellen
26
Co-transport
Natrium PE cellen | - chloor volgt passief
27
Wat doet het Bruchs membraan?
Uitwisseling van afvalstoffen
28
Wat zijn Drusen?
lipide die zitten in membraan van Bruchs
29
Bloedvoorziening Uvea: | de iris wordt voorzien van bloed door de ….
A. ciliairis posterioris longus
30
Bloedvoorziening Uvea: | - de choroidea wordt voorzien van bloed door de ….
A. ciliairis posterioris breves
31
Bloedvoorzieing Uvea: | - het bloedafvoer van de grootste delen van de uvea wordt voorzien door de
Vena cortovosa
32
Waar zorgt de Choriodea voor?
Voeding voor de staafjes en kegeltjes
33
Hoe noem je het als de hele uvea ontstoken is?
panuveitis
34
symptomen hypopyon?
- hevige pijn - vermindering gezichtsvermogen - lichtfobie
35
betekenis hypopyon?
witte bloedcellen vormen een wit laagje
36
Hoe noem je de achterkant van de iris?
PIE
37
hoe noem je het middengedeelte van de iris?
stroma
38
hoe noem je de voorkant van de iris?
ABL
39
Wat is collarette?
verdeelt de pupil in twee zones
40
Wat is irisdiagnostiek?
vorm van alternatieve geneeskunde waarbij je het oog kan koppelen aan organen die slechter werken
41
benoem de lagen van de ABL.
- lederhuid | - epidermis
42
noem kenmerken van een basaalcel.
- onderste laag epidermis - verbonden door desmosomen - hemidesmosomen verbonden met basaal-membraan - bevat geen bloedvaten