HC8 Flashcards

(73 cards)

1
Q

Wat is strabisme?

A

scheelzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

esotropie?

A

een oog staat naar binnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

exotropie?

A

een oog staat naar buiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hypertropie?

A

een oog staat naar boven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hypotropie?

A

een oog staat naar beneden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

miose?

A

vernauwing pupil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mydraise?

A

verwijde pupil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

parese?

A

gedeeltelijke, onvollige verlamming van de spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de derde zenuw?

A

n. oculmotorius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de vierde zenuw?

A

n. trochlearis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de vijfde zenuw?

A

n. facialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de zesde zenuw?

A

n. abducens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

perimetrie?

A

onderzoek om het gezichtsveld in detail te onderzoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

stereoscopisch zien?

A

het vermogen ruimtelijheid van diepte te kunnen waar nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

amblyoop?

A

lui oog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de oorzaken van monoculair dubbelzien?

A
  • astigmatisme
  • staar
  • cornea afwijkingen
  • gaatjes in de iris
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat houd binoculaire diplopie in?

A

problemen met de samenwerking tussen de twee ogen ( verdwijnen als een oog dichtgehouden wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

diplopie?

A

dubbelzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de oorzaken van binoculaire diplopie?

A
  • neurologische oorzaak
  • spier raakt beklemd
  • oogziekten
  • convergentiezwakte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

nystagmus?

A

ritmische heen- en weer gaan van de oogbollen, zonder dat iemand dit zelf stuurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de primaire functies van de ogen?

A

alle bewegingen zijn rotatiebewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Elevatie?

A

oog gaat omhoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

depressie?

A

oog gaat naar beneden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

adductie?

A

oog gaat naar de neus toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
abductie?
oog gaat weg van de neus
26
extorsie?
bovenkant draait weg naar buiten
27
intorsie?
bovenkant draait naar
28
welke horizontaal werkende spieren zijn betrokken bij een abductie?
- m. rectus lateralis | - m. rectus medialis
29
welke spier is betrokken bij een elevatie?
m. rectus superior
30
welke spier is betrokken bij een depressie?
m. rectus inferior
31
welke spier is betrokken bij een extorsie?
m. obliquus inferior
32
welke spier is betrokken bij een intorsie?
m. obliquus superior
33
Os sphenoidale?
achterkant van de orbita
34
origo? ( moet jij bij dit woord ook denken aan iets anders ? :) )
aanhechtingspunt van een skeletspier, beweegt niet
35
hoeveel spieren stuurt de origo aan?
vier
36
welke spier zit vast achter de ring van Zinn?
m. obliquus superior
37
instertie?
tegenhanger origo, beweegt wel
38
Welke spier wordt aangestuurd door de n. abducens (VI)?
m. rectus lateralis
39
welke spier wordt aangestuurd door de n. trochlearis (IV)
m. obliquus superior
40
welke spieren worden aangestuurd door de n. oculomotorius (III)?
- m. rectus medialis - m. rectus inferior - m. rectus superior - m. obliquus inferior
41
welke spieren zitten in de onderste tak van n. oculomotorius?
- m. rectus inferior - m. rectus medialis - m. obliquus inferior
42
Welke spieren zitten in de bovenste tak van de n. oculomotorius?
- m. rectus superior | - ooglid
43
Waardoor ontstaat ptosis van het rechter oog?
in activatie van het ooglid
44
kenmerken NIII parese?
- remming van adductie aangedane oog - remming van elevatie van aangedane oog - diplopie - ptosis - parasympathische innervatie aangedaan --> gedilateerde pupil, cycloplegie (accommodatispier verlamming)
45
versie?
synchrome symmetrische oogbeweging van beide ogen in dezelfde richting
46
vergentie?
tegenovergestelde richting ogen
47
divergentie?
tegenovergestelde richting naar buiten
48
convergentie?
tegenovergestelde richting naar binnen
49
agonist?
de spier die het oog in de gewenste blikrichting trekt
50
antagonist?
de spier van hetzelfde oog die een tegenovergestelde werking heeft
51
Hoeveel graden van het gezichtsveld kunt je scherp zien?
2 graden
52
Hoeveel graden van het gezichtsveld kun je beweging en verandering van lichtsterkte zien?
130 graden
53
tot welke leeftijd is het mogelijk door afplakking van het oog het scheelzien bij te trekken
tot 6/8 jaar
54
Hoeveel millimeter zit er tussen de m. rectus lateralis en de iris?
8 mm
55
Hoeveel millimeter zit er tussen de m. rectus medialis en de iris?
6 mm
56
Hoeveel millimeter zit er tussen de m. rectus superior en de iris?
9 mm
57
Hoeveel millimeter zit er tussen de m. rectus inferior en de iris?
7 mm
58
Wat is een andere term voor de ring van Zinn?
Annulus tendineus communis
59
hoe heet het kantelen van het hooft bij dubbelzien?
torticollis
60
Een patiënt heeft torticollis naar links welk oog is aangedaan?
rechts
61
Een patiënt heeft torticollis naar rechts welk oog is aangedaan?
links
62
Dextroversie?
symmetrisch naar rechts
63
Levoversie?
symmetrisch naar links
64
Supraversie?
symmetrisch oomhoog
65
Infraversie?
symmetrisch omlaag
66
Dextro-supraversie?
symmetrisch schuin omhoog naar rechts
67
Levo-supraversie?
symmetrisch schuin omhoog naar links
68
Dexto-infraversie?
symmetrisch schuin omlaag naar rechts
69
Levo-infraversie?
symmetrisch schuin omlaag naar links
70
Synergisten?
twee spieren die in dezelfde blikrichting werken
71
N. VI?
N. absucens
72
N. III?
N. oculomotorius
73
N. IV?
N. Trochlearis