HC.2 - Cyclusstoornissen Flashcards

(51 cards)

1
Q

Waar staat G0P0 voor?

A

Gravida: 0 (Zwangerschap: 0)
Para: 0 (Bevalling: 0)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke menstruatieproblemen kunnen voorkomen?

A
  • Hevig bloeden
  • Onregelmatigheid
  • Afwezigheid
  • Pijnlijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

medisch benaming baarmoeder?

A

Uturus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 2 vormen oorzaken cyclusstoornissen?

A
  1. Organisch, ten gevolge van:
    - Uturus myomatosus (fibroids)
    - Endometrium/cervix pathologie
    - Stollingsafwijkingen
    - Latrogeen (antistolling; IUD)
  2. Regulatie:
    - Hormonaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke belangrijke anamnese vragen mbt cyclus?

A
  • Begin van laatste menstruatie? Zwanger? Niet-zwanger/ Onlangszwanger?
  • Regelmaat: tijd tussen begin en 1e dag volgende in dagen/weken. Altijd zo geweest?
  • BIj oligomenorroe of amenorroe? Zijn er cyclische veranderingen merkbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de normale menstruatie cyclus:

Tijd tussen 1e dag menses en volgende menses 1e dag?

Hoeveel bloedverlies menses?

A

1e dag - 1e dag: 25-35 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel bloedverlies menses?

A

80-120ml

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoelang duurt menses?

A

3-6 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt oligomenorroe in?

A

Onregelmatig en minder frequent menstrueren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Amenorroe?

A

Afwezigheid menstruatie (>4 mnd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

HMB (Hevig Mestrueel Bloedverlies)?

A

Regelmatig, maar langdurig en overvloedige menses, tot Hb ondermijnend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Metrorrhagie?

A

Bloedingen zonder cycluspatroon zichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Anovulatie?

A

Afwezigheid van ovulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Dysmenorrhoea?

A

Pijnlijke menstruatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 2 koppeltjes mag je maken?

A
  1. LH en Progesteron -> gele lichaam
  2. FSH en Oestrogenen -> follikels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is essentiele gebeurtenis tijdens cyclus en waar je ook dus uiteindelijk naar moet testen bij irreguliere cycli?

A

Ovulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe test je ovulatie testen?

A

Je kan via LH meten, dus als het piek is weet je aha ovulatie MAAR moet je bloedafnemen en je moet weten wanneer, dus moet je vaker meten. want LH piek is maar dagje.

Progesteron! Dit wordt verhoogd door gele lichaam, wat dus betekent aha ovulatie is geweest, dus het weet wel! Dit via bloedtest, wel grotere window

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Geen adequate stijging progesteron, wat houdt dit in?

A

Pt is dus anovulatoir, geen ovulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe differentieren waar probleem zit in de as?

A

In de eierstokken? Hypothalamus? Hypofyse? Of toch ertussen in de balans en samenspel van hormonen

Via anamnese eerste stap, vragen naar:
- leeftijd
- cyclus anamnese
- puberteit & ontwikkeling [menarche en tanner stadia]
- Lichaamsgewicht (verandering?)
- Stress en excercise
- Hirsutisme (=haargroei)/huidafwijking [hyperandrogenisme]
- Medicatie, chronisch ziek [bv RA, m crohn enz], schildklierissues, galactorroe, hoofdpijn, visusklachten
- Fam. Anamnese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke LO bij cyclusstoornissen?

A
  • Anatomie en aanleg, dus gynaecologisch onderzoek en echoscopie genitalia interna
  • Ontwikkeling en leeftijd
  • Lichaamsgewicht
  • Hirsutisme/huid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de Tanner stadia?

A

A: Tanner stadia zijn een reeks van vijf ontwikkelingsstadia die de fysieke veranderingen in puberteit beschrijven voor borstontwikkeling, genitale ontwikkeling en pubisbeharing.

22
Q

Wat is primaire ammenoroe

A
  • Uitblijven menarche na 14e levensjaar bij AFWEZIGHEID van groei of ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken
  • Uitblijven menarche na 16e levensjaar bij AANWEZIGHEID van groei of ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken
23
Q

Wat is poly cysteus ovarium morfologie

A

A: Een echografisch beeld van vergrote eierstokken met meerdere kleine follikels, vaak in een “parelketting” patroon, typisch bij PCOS.

24
Q

Q: Wanneer spreekt men van PCOS?

A

A: PCOS wordt gediagnosticeerd als minimaal twee van de volgende drie criteria aanwezig zijn:

  1. Onregelmatige of geen ovulaties
  2. Hyperandrogenisme (verhoogde mannelijke hormonen of symptomen zoals hirsutisme)
  3. Polycysteus ovarium morfologie op echografie
25
Secundaire amenorroe?
Stoppen menarch, en dit blijft 4-6 aan -> onderzoek
26
Welke 3 stadia van anovulatie?
1. WHO I 2. WHO II 3. WHO III
27
Wat houdt WHO I in?
- Lage FSH - Lage LH - Lage Oestradiol Geen aansturing aanmaak oestradiol, dus centrale oorzaak. 10% van de gevallen
28
Wat houdt WHO II in?
- Normale FSH - Normale of verhoogde LH - Normale Oestradiol Issue zit het werkt niet goed, spelers wel in het veld, maar coaching werkt niet 80% vd gevallen
29
Wat houdt WHO III in?
- Verhoogde FSH - Verhoogde LH - Verlaagde Oestradiol Geen vermogen om oestradiol aan te maken in de eierstokken, met geen negatieve feedback. Overgang uiteindelijk ook 5% vd gevallen
30
Wat kan verder ook bijdragen aan anovulatie en amenorrhoe?
Hyperprolactinemie en schildklierafwijkingen (PSH) (hypo/hypertheoridie, cushing (bijnier) en androgeen secretie neoplasma). Herstel hiervan herstelt issue Dit kan WHO II zijn
31
Welke lab altijd?
- FSH - LH - Oestradiol - (prolactine) En op indicatie: - Androgenen - Steroiden (bijnier) - SHBG - TSH/FT4
32
Hoe presenteren WHO I zich?
Amenorrhoe, oorzakelijke factoren: - Hypothalamus aanleg: trauma, tumor, kallmann-syndroom - Hypohalame functie stoornis: ideopathisch, stress, eetstoornis, extreme fysieke belasting, gewichtsreducite - Hypofyse functiestoornis: aanleg of tumor
33
Wat is Kallmann-syndroom?
A: Kallmann-syndroom is een genetische aandoening die hypogonadotroop hypogonadisme en anosmie (verminderd of afwezig reukvermogen) veroorzaakt.
34
WHO I, shortterm en longterm gevolgen?
Short: - Infertiliteit/ anovulatie Long: - Osteoporose - Cardiovasculaire complicaties
35
Behandeling WHO I?
- Cyclus herstel, OAC of HST (Orale anticonceptie of hormoonsubstitutietherapie) - Stress en eetstoornis aanpakkane via psychiater of psycholoog - Fertitliteit is er wel als je gwn ovulatie herstelt met GnRH of gonadotrofines
36
Hoe presenteert WHO II zich?
- Oligo- of amenorrhoe - Overgewicht - Hyperandrogenisme, acne, virilisatie, hirsutisme - PCOS Vaak multifactioreel en mogelijk familiar of genetisch
37
Shortterm en longterm gevolgen WHO II?
Short: - Subferiliteit / anovulatie - Hyperandrogenisme Long: - DM2 - Endometrium carcinoom - Cardiovasculaire issues - Depressiviteit
38
Behandeling WHO II
- Reduceren overgewicht, wat DM en hart/vaat ziekten voorkomen - Cyclusherstel via OAC, dit verminderd hirsutisme en preventie endometriumcarcinoom - Risico borstkanker? - Fertiliteit: ovulatie inductie middels gonadotrofinen, oestradiol receptor modulatie
39
WHO III hoe presenteert dat zich?
- Amenorrhoe Met als oorzaken, natuurlijke veroudering, turner syndroom, latrogeen
40
Wat is turner syndroom?
A: Turner-syndroom is een genetische aandoening bij vrouwen waarbij één X-chromosoom ontbreekt of structureel afwijkend is, wat leidt tot kenmerken zoals korte lengte, ovariële insufficiëntie, en soms hartafwijkingen.
41
Shortterm en longterm gevolgen WHO III?
Short: - Infertiliteit/anovulatie Long: - Osteoporose - Bijnier insufficientie (autoimmuun polyglandulair syndroom - Cardiovasculair
42
Behandeling who III?
- Hormoon substitutie therapie, evt OAC - Preventie osteoporose, beperking hiervan dmv oestradiol, bifosfaten en levenstijl - Fertiliteit dmv IVG of eiceldonatie
43
oorzaak hyperprolactinemie?
70-95% benigne microadenoom, maar kan ook macro adenoom met srs consequenties zijn. Daarom ook serumprolactine bepalen bij cyclusstoornis
44
Theorie achter hoe prolactine invloed heeft op ovulatie?
Verhoogde prolactinespiegels remmen de afgifte van GnRH door de hypothalamus. Dit leidt tot: Minder GnRH → Minder stimulatie van de hypofyse. Minder FSH en LH → Geen follikelrijping en geen LH-piek. Geen follikelrijping of ovulatie → De menstruatiecyclus raakt verstoord, en ovulatie blijft uit. Prolactine werkt dus direct op de hypothalamus om GnRH-productie te verminderen, wat het hele proces van ovulatie stillegt.
45
Wat doet verhoogde prolactine dus met de luteale fase?
Verkort deze fase door een verstoring in de preovulatoire follikelontwikkeling, cyclusverstoring en hypo-oestrogenemie
46
Welke verschijnselen door oestrogene derving?
- Vagina epitheel atrofie - Dyspareunie (pijn tijdens of na geslachtsgemeenschap) - Osteoporose
47
Is er altijd galactorroe bij hyperprolactinaemie?
Nee want vaak te lage oestrogeen, galactorroe is tepeluitvloed, waterig, beiderzijds, spontaan of bij milde compressie Oestrogeen is nodig voor stimulatie melkklieren
48
Wat kan ook gebeuren bij hyperprolactinaemie?
Onder drukking van het gebied in je hersenen die zorgen dat je laterale velden goed ziet, dus gezichtsveld wordt onderdrukt
49
Welke AO?
CT of MRI scan
50
Hoe behandelen hyperprolactinaemie waarbij tumor niet al te groot is?
- Dopamine agonisten (parlodel, norprolac, dostinex) dit herstelt ovariele functie binnen enkele weken Alleen bij kinderwens DOPAMINE REMT PROLACTINE
51