HC4: Krachtenspel in het spier-skelet systeem Flashcards

1
Q

Wat is biomechanica?

A

de studie van structuur en functie van biologische systemen met methoden uit de kinematica, dynamica, statica en materiaalkunde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is kinematica?

A

beschrijving van beweging zonder op de oorzaak te letten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is dynamica?

A

het beschrijven van een verband tussen kracht en beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is statica?

A

beperking tot systemen in rust (krachtevenwicht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is materiaalkunde?

A

De relatie tussen kracht en vervorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe genereren we kracht?

A

Spiercontracties leveren kracht in ons lichaam. De spiercontracties activeren in een bepaalde organisatie om ons in beweging te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de functies van bot?

A
De hoofdfunctie van de botten zijn:
•	Bescherming
•	Ondersteuning
•	Beweging
•	Aanhechting van spieren en banden
•	Aanmaak bloedcellen
Andere functies:
•	Schockabsorptie
•	Geluidsoverdracht -> voorbeeld: ossiculum (gehoorbeentjes). Door trillingen van het trommelvlies ontstaat het geluid dat de ossiculum overdragen. Ze hebben een magnificatiefunctie (geluid wordt harder)
•	Geluidsisolatie
•	Calciumopslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke 2 botvormen zijn er?

A
  • Corticaal bot: hebben microscopisch cirkelvormige lagen lamina met in het midden de bloedvaten
  • Spongieus bot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de samenstelling van bot?

A
  • Collageen, kalzouten en water

* Flexibiliteit wordt geleverd door het collageen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de eigenschappen van corticaal bot?

A

zie tabel in aantekeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de eigenschappen van spongieus bot?

A

zie tabel aantekeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is anisotropie?

A
  • De spanning door rek op het bot is afhankelijk van de trekrichting op het bot. Dit wordt anisotropie genoemd.
  • De stijfheid is hoger als er in de lengterichting getrokken wordt, omdat er door de zwaartekracht altijd in die richting wordt getrokken.
  • Als er loodrecht (afschuifrichting) wordt getrokken is de stijfheid lager
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de functie van een gewrichtskapsel?

A
  • Houdt de botten bij elkaar
  • Mechanoreceptoren proprioceptie (meestal aan het eind van de beweging
  • Beschermt gewrochten tegen abnormale bewegingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de functie van spieren en pezen?

A
•	Verbinding tussen spier en bot
•	Doorgeven van krachten
•	Proprioceptie: Bewust worden van de positie van het lichaam en lichaamsdelen
o	Spieren: positie en snelheid
o	Pezen: kracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de functie van ligmenten?

A
  • Verbinding tussen botten
  • Beperken gewrichts-excursie
  • Geleiden de beweging
  • Voorbeelden zijn de ligamenten die de tibia en fibula bij elkaar houden en de kruisbanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke 3 typen vezels zijn aanwezig in bindweefsel?

A
  • Collagene vezels: sterke en stijfheid (ligamenten en pezen)
  • Elastische vezels: rekbaarheid en belasting (wanden bloedvat)
  • Reticulaire vezels: volume/vorm (lever, milt, beenmerg)
17
Q

hoe wordt collageen bindweefsel vnl belast?

A

Collagene bindweefsels worden hoofdzakelijk op trek belast, denk bv aan gewrichtsbeweging en spiercontractie. Het gedrag onder belasting wordt bepaald door:
• Oriëntatie van de vezels
• Eigenschappen van collagene en elastische vezels
• Verhouding collagene en elastische vezels.

18
Q

wat zijn kenmerken van een platgewricht?

A
  • Geschikt voor compressie
  • Ongeschikt voor dwarskrachten/afschuiving
  • Weinig draaibaar
  • Geschikt voor grote buigende momenten
  • In de voet, wervelkolom en SI-gewricht
19
Q

wat zijn kenmerken van een bolgewricht?

A
  • Minder geschikt voor buigende momenten: grotere momentarm om dit nadeel te overwinnen
  • Gewoonlijk zeer draaibaar
  • Geschikt voor grote dwarskrachten (heeft weerstand tegen afschuiving)
  • Mobilisatie door buigend moment
  • Voorbeeld: heupgewricht en schoudergewricht
20
Q

wat is een vrijlichaamsdiagram?

A

een grafisch middel om de krachten en momenten op een lichaam te analyseren

21
Q

welke krachten zijn er in het lichaam?

A
  • Compressiekracht (blauw)
  • Trekkracht (groen)
  • Afschuivingskracht (rood)
22
Q

wat is een moment?

A
  • Een maat voor het rotatie-effect van een kracht

* Een kracht op een afstand van het rotatiepunt

23
Q

hoe stel je een vrijlichaamsdiagram op?

A
  1. Definieer een coördinatensysteem (grafiek)
  2. Snij denkbeeldig op de plaats waar je krachten wilt weten, in het lichaam.
  3. Teken de belasting die van buitenaf werkt op het losgeschreven deel.
  4. Zoek tegengesteld gerichte reactiekrachten, meestal op benige structuren. Deze moet op de snijlijn komen. In de voorbeelden bewegen we nl niet.
  5. Bepaal alle krachten die een moment leveren, en of deze momenten linksom of rechtsom draaien.
  6. Zoek spierkrachten die samen met de reactiekracht van 4 die het totaal moment gelijk aan 0 maken.
  7. De grote van de spierkracht volgt uit de evenwichtsvergelijking: sigma F=0 en sigma M =0