HC.8 - Transport van nutriënten en elektrolyten door het darmepitheel Flashcards

1
Q

Via waar verlaten glucose/fructose/galactose de basolaterale kant van de enterocyt?

A

passief via de GLUT-2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat doen N-terminale peptidases/aminopeptidases?

A

aminopeptidases zorgen voor de opname van meervoudige aminozuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waardoor worden di- en tripeptides getransporteerd en waaraan is dit gekoppeld?

A

di- en tripeptides worden getransporteerd door H+oligopeptide cotransporter PepT1, gekoppeld aan de protongradient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waardoor wordt de protongradient in stand gehouden?

A

Natrium/proton-exchanger, NHE3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het gevolg van een mutatie in de SGLT1-transporter?

A

malabsorptie van glucose, galactose, sucrose, zetmeel en alfa-dextrines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is er aan de hand bij cystinurie? Wat is het gevolg?

A

Deze patiënten missen de transporter voor de basische aminozuren en voor cysteïne. Terugresorptie van cysteïne in nier↓ —> uitscheiding in urine↑ —> cysteïne stenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor kan diarree ontstaan? (2)

A
  • aantasting van zout- en waterreabsorptie

- hyperstimulatie van de zoutsecretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar leidt aantasting van de secretie capaciteit toe?

A

luminale dehydratie en obstipatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke twee soorten diarree onderscheiden we en hoe bepalen we welke van de twee het is?

A
  1. osmotische diarree (FOC > 100mosmol/kg)
  2. secretaire diarree (FOC <50mosmol/kg

bepaald met fecale osmotische gap:
(290) - 2(Na+ + K+) mismol/kg
serum/faeces osmolariteit = 290 mosmol/kg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zorgt ervoor dat de NaCl secretie in de crypt wordt gestimuleerd en de NaCl absorptie in de villus wordt geremd?

A

cAMP/cGMP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is er aan de hand bij cystische fibrose? Wat is het gevolg?

A

Het CFTR-kanaal is defect. Chloride gaat dan niet meer naar buiten en er is ook geen transport meer van Na en H2O. Hierdoor ontstaat een verlaagde zout en water secretie en ook een luminal dehydratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is er aan de hand bij congenitale chloridorroe? (CLD)

A

DRA-eiwit is defect —> geen Cl-/HCO3- uitwisseling —> systemische alkalose

Veel chloride (en H+) in faeces (chloridorroe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doet de vibrio cholera bacterie?

A

deze bacterie richt geen schade aan aan het darmepitheel. Het laat een factor ontstaan die permanent het CFTR activeert en NHE3 remt —-> permanente activatie secretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe behandel je secretaire diarree?

A

oral dehydration therapy (ORS), zout, suiker en water. om de opname van water te stimuleren en dehydratie te voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly