Hfdst 1, deel 1, 1/5 Flashcards

1
Q

Wat gebeurt er altijd bij seksuele voortplanting?

A

De versmelting van gameten van verschillend geslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent isogamie? + hoe is bevruchting mogelijk?

A

Wanneer de 2 gameten gelijk zijn van vorm.
Bevruchting is alleen mogelijk wanneer een positieve en negatieve gameten elkaar ontmoeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent anisogamie?

A

Versmelting van een macro en micro gameet
Macro is meestal V, micro meestal M

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent oögamie?

A

Een ver uitgesproken vorm van anisogamie (erg grote macro tegenover de micro). Dit is wat wij mensen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaan chromosomen?

A

Chromatine - complex van DNA en eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een karyotype?

A

Een overzicht van een specifiek patroon van chromosomen van 1 individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ziet het karyotype van een mens eruit?

A

23 paar chromosomen, 46 chromosomen. Bestaande uit een vaderlijk en moederlijk chromosoom = 23 paar homologe chromosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe heten de varianten van een gen op de homologe chromosomen?

A

Allelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er tijdens de meiose? + wat is het resultaat?

A

Deling tot gameten door meiose I en meiose II, met als resultaat reductie van chromosoomaantal van 2n naar n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn gameten?

A

Eicellen en zaadcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe heten adulte lichaamscellen?

A

Somatische cellen, deze zijn diploïd of 2n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly