Hfdst 6, 5/5 Flashcards

1
Q

Waar zijn secundaire geslachtskenmerken belangrijk bij?

A

Seksueel gedrag/slaagkans tot bevruchting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar zijn secundaire geslachtskenmerken door bepaald?

A

Genetisch bepaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waardoor ontstaan secundaire geslachtskenmerken?

A

Door langdurige expressie van geslachtshormonen, vaak ook na kortstondige expressie rond geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar gaan secundaire geslachtskenmerken vaak mee gepaard?

A

Met veranderingen in voortplantingscyclus, paartijd/broedtijd = verschillen in hormoonproductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waardoor ontwikkelt oksel- en schaamhaar?

A

Door androgenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt het four-core genotype (FCG) in bij muizen?

A

4 kerngenotypes: XXSry, XY-Sry, XX ovaria, XY- ovaria
verschillen te wijten aan gonadale effecten (hormonen)
verschillen te wijten aan genetische effecten (chromosomen)
verschil tussen geslachtschromosomen en geslachtshormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly