Hfst 14 - Narratieve Analyse Flashcards

(8 cards)

1
Q

Wat is een narratief?

A

= Wat een individu over zichzelf vertelt

=> mensen construeren hun identiteit door verhalen te vertellen over zichzelf en hun omgeving en wat hen overkomen is
=> orde in wanorde
=> betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

tijdsdimensie van een narratief

A

= Verhaal heeft begin, midden en einde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Coherentie - narratief

A

= Verhaal is coherent (ook qua tijd) en er zijn linken te vinden tussen de verschillen ‘delen’ die verteld worden
= Emplotment (‘plot’ die voor coherentie zorgt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De constructie van een narratief verhaal - afhankelijk van

A
  • Verteller
  • Toehoorder (onderzoeker)
  • Sociale context
  • Sociale interactie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stappen narratief

A
  • inlezen
  • identificeren van belangrijke concepten
  • identificeren narrative tone
  • identificeren narratief thema en afbeeldingen
  • verhaal samenweven
  • research report
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

analyse van een narratief verhaal

A
  • Thematische analyse
  • Grounded Theorie
  • Discoursanalyse
  • Conversatie analyse
  • Fenomenologisch
  • Narratieve psychologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voordelen deelnemer

A
  • Schrappen, corrigeren, aanpassen, herschrijven, tekenen (grafieken), ….
  • Geeft meer structuur (tijd/context)an het vertelde verhaal
  • Ondersteunt geheugen door visuele aspect
  • Geeft controle (eigenaarschap) bij de deelnemer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

voordelen interviewer

A
  • Gesprek volgen
  • Ondersteunen analyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly