Hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

Wat zijn de 4 belangrijkste visies op leren?

A
  1. Behaviorisme
  2. Cognitivisme
  3. Constructivisme
  4. Connectivisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Behaviorisme

A

Conditionering, focus resultaat, meetbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cognitivisme

A

Lln = black box, mentale schema’s, transfer, evidence-informed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Constructivisme

A

Leren = actief en sociaal proces, activeren voorkennis, student centraal, context, samenwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Connectivisme

A

Leren = netwerken maken van concepten en ideeën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke drie soorten geheugens bestaan er?

A
  1. Sensorisch geheugen
  2. Werkgeheugen
  3. Langetermijngeheugen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn 5 tips voor de lespraktijk m.b.t. hoe men tot leren komt?

A
  1. activeer voorkennis
  2. dual coding
  3. bied informatie in stukjes aan
  4. keuze tussen procedure en inhoud
  5. sluit aan op voorkennis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de 7 kenmerken van effectief leren volgens De Corte?

A
  1. leren is actief en constructief
  2. leren is cumulatief
  3. leren is zelfgestuurd en zelfregulerend
  4. leren is doelgericht
  5. leren is coöperatief
  6. leren is individueel verschillend
  7. leren is context- en situatiegebonden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de 2 soorten motivatie?

A

Intrinsiek & extrinsiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zelfdeterminatietheorie

A

ABC model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ABC-model

A

Autonomie
Betrokkenheid
Competentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Autonomie

A

Zelf keuzes kunnen maken en invloed hebben op je omgeving, ≠ onafhankelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Betrokkenheid

A

Verbondenheid, gevoel van erbij horen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Competentie

A

Geloof en vertrouwen dat men bekwaam is zinvolle resultaten te halen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat vormt de basis van de leerstrategieën?

A

Vergeetcurve van Ebbinghaus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de 6 leerstrategieën?

A
  1. retrieval practice
  2. spaced practice
  3. interleaved practice
  4. dual coding
  5. concrete examples
  6. elaboration
17
Q

Retrieval practice

A

Actief ophalen van informatie uit je langetermijngeheugen

18
Q

Spaced practice

A

Spreiden van leermomenten in de tijd = herhalen

19
Q

Interleaved practice

A

Afwisselen van onderwerpen of type vragen

20
Q

Dual coding

A

Combineren van woord en beeld

21
Q

Concrete examples

A

Werken met concrete voorbeelden

22
Q

Elaboration

A

Link tussen nieuwe informatie en eerder verworven kennis