Hoofdstuk 1 Flashcards
(45 cards)
Wat is globalisering?
Globalisering is het proces waarbij de productie steeds meer over de wereld verspreid wordt.
Wat is importeren?
(=invoeren) Bij importeren kopen landen grondstoffen, goederen en diensten van andere landen.
Wat is exporteren?
(=uitvoeren) Exporteren is het verkopen van grondstoffen, goederen en diensten aan andere landen.
Hoe verwerven importerende landen geld?
Importerende landen verwerven geld door zelf goederen en diensten te exporteren.
Wat is een comparatief kostenvoordeel?
Dit is wanneer een land goederen en diensten produceert waarbij het relatief de laagste kosten heeft.
Wat is absoluut kostenvoordeel?
Dit heeft een land wanneer het de laagste productiekosten heeft voor een bepaald goed vergeleken met andere landen.
Hoe beïnvloeden lage lonen het comparatieve voordeel?
Landen met lage lonen kunnen een comparatief voordeel behalen bij arbeidsintensieve productie.
Wat is arbeidsproductiviteit?
Arbeidsproductiviteit geeft aan hoe hoog de productie per werknemer is in een bepaalde periode.
Wat zijn schaalvoordelen?
Schaalvoordelen zijn kostenvoordelen die ontstaan door productievergroting.
Wat zijn verzonken kosten?
Verzonken kosten zijn investeringen die niet meer terugverdiend kunnen worden als een activiteit stopt.
Wat is productdifferentiatie?
Het proces waarbij bedrijven zijn producten onderscheidt van die van concurrenten door unieke kenmerken, functies of diensten toe te voegen.
Wat zijn homogene producten?
Homogene producten zijn producten die in de ogen van de consument niet verschillen.
Wat zijn heterogene producten?
Heterogene producten zijn producten die aanzienlijke verschillen vertonen in de ogen van de consument.
Op welke leer is de theorie van Ricardo gebaseerd?
De theorie van Ricardo is gebaseerd op de arbeidswaardeleer: de waarde van producten worden volledig bepaald door het aantal uren dat nodig is om een product te maken.
Wat zijn multinationals?
Multinationals zijn grote ondernemingen die in meerdere landen actief zijn in productie en verkoop.
Wat is outsourcing?
Outsourcing gebeurt wanneer bedrijven werkzaamheden uitbesteden aan andere landen.
Wat is protectionisme?
Protectionisme is het beschermen van eigen productie door middel van beperkingen op import.
Wat zijn tarifaire maatregelen?
Tarifaire maatregelen zijn geldmaatregelen zoals invoerbelastingen.
Wat zijn non-tarifaire maatregelen?
Non-tarifaire maatregelen zijn beperkingen zoals quota en grenscontroles.
Wat veroorzaakt weerstand tegen vrijhandel?
Vrijhandel kan leiden tot inkomensherverdeling, met enkele winnaars en verliezers.
Wat zijn handelsverdragen?
Handelsverdragen zijn afspraken tussen landen over de handel.
Wat doet de Wereldhandelsorganisatie?
De Wereldhandelsorganisatie bevordert eerlijke internationale handel.
Wat is het non-discriminatieprincipe?
Het principe dat lidstaten elkaar niet ongelijk mogen behandelen in handelsoperaties.
Wat geeft de betalingsbalans weer?
De betalingsbalans toont ontvangsten en uitgaven aan het buitenland over een bepaalde periode.