Hoofdstuk 2 Flashcards

(52 cards)

1
Q

Wat voor afspraken worden gemaakt in de gemeenschappelijke markt?

A

Een gemeenschappelijke markt is een systeem waarin afspraken worden gemaakt voor harmonisering (standaardisering) van producteisen om non-tarifaire handelsbelemmeringen te verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt de internationale concurrentiepositie bepaald?

A

De internationale concurrentiepositie wordt voornamelijk bepaald door de prijsverhouding van een land ten opzichte van het buitenland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er als de wisselkoers van de euro daalt?

A

Als de wisselkoers van de euro daalt, kunnen Amerikanen goedkoper euro’s kopen, wat de concurrentiepositie van de eurozone verbetert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is exportvolume?

A

Exportvolume is de hoeveelheid goederen en diensten die een land aan het buitenland verkoopt. Aantal stuks dat geëxporteerd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is exportwaarde?

A

Exportwaarde is de waarde van de door ingezetenen aan het buitenland geleverde goederen.

Exportvolume x exportprijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer is een product prijsinelastisch?

A

Een product is prijsinelastisch als de markt niet nauwelijks reageert op een prijsverandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer is een product prijselastisch?

A

Een product is prijselastisch als de vraag naar het product sterk verandert bij een prijsverandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe zijn import en export op lange termijn?

A

Import en export zijn op lange termijn veel prijs elasticer dan op korte termijn, omdat kopers hun gedrag kunnen aanpassen aan prijsveranderingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de betalingsbalans?

A

De betalingsbalans is een overzicht van alle economische transacties tussen inwoners van een land en de rest van de wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke onderwerpen staan er op de lopende rekening en de financiële rekening?

A

Lopende rekening: goederen en diensten.
Financiële rekening: (kapitaal, beleggen, leningen, investeringen en ontroerend goed (vast goed) zoals een stuk land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een lopende rekening?

A

De lopende rekening registreert alle transacties die verband houden met goederen, diensten en inkomens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent een positief saldo op de lopende rekening?

A

Een positief saldo op de lopende rekening betekent dat een land meer ontvangt uit het buitenland dan het uitgeeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een kapitaalrekening?

A

De kapitaalrekening registreert internationale kapitaalstromen en veranderingen in officiële reserves.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het doel van directe buitenlandse investeringen?

A

Directe buitenlandse investeringen hebben als doel (gedeeltelijke) controle over een bestaand buitenlands bedrijf te verwerven of om een bedrijf in het buitenland op te richten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn buitenlandse beleggingen?

A

Buitenlandse beleggingen betreffen het kopen van aandelen of obligaties in het buitenland, zonder controle over een bedrijf te verwerven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is kapitaalimport?

A

Kapitaalimport is geld dat van buitenlandse investeringen, leningen of investeringen naar een land stroomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn substituten?

A

Substituten zijn producten en diensten die elkaar kunnen vervangen (volgens consumenten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de netto internationale vermogenspositie?

A

De netto internationale vermogenspositie toont het saldo van het Nederlandse vermogen tegenover het buitenlandse vermogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat geeft de financiële rekening weer?

A

De financiële rekening geeft de verandering van de internationale vermogenspositie van een land weer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de officiële reserves?

A

Officiële reserves bestaan uit valutareserves en de goudvoorraad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat betekent een materieel betalingsbalansoverschot?

A

Een materieel betalingsbalansoverschot betekent dat er meer vreemde valuta instroomt dan uitstromen.

22
Q

Wat gebeurt er met officiële reserves bij een betalingsbalansoverschot?

A

Bij een betalingsbalansoverschot nemen de officiële reserves toe.

23
Q

Hoe wordt de betalingsbalans altijd vormgegeven?

A

De betalingsbalans is altijd formeel in evenwicht, met ontvangsten die gelijk zijn aan uitgaven.

24
Q

Wat gebeurt er bij kapitaalimport?

A

Kapitaalimport wordt gezien als een afname van de officiële reserves en wordt aan de ontvangstenkant van de financiële rekening geboekt.

25
Wat is de wisselkoers?
De wisselkoers is de prijs van een munt in termen van een andere munt.
26
Wat is appreciatie?
Appreciatie is de stijging van de waarde van een munt door veranderingen in vraag en aanbod op de valutamarkt.
27
Wat is depreciatie?
Depreciatie is de daling van de waarde van een munt door verandering in vraag en aanbod.
28
Wat is de valutamarkt?
De valutamarkt is de markt waar valuta's worden gekocht en verkocht.
29
Wat zijn primaire inkomens?
Primaire inkomens zijn inkomens zoals rente en winsten die met buitenlandse kapitaal worden verdiend.
30
Hoe beïnvloedt internationale handel het nationaal inkomen?
Internationale handel beïnvloedt het nationaal inkomen afhankelijk van zowel export- als importactiviteiten.
31
Wat is een saldo van de financiële rekening?
Het saldo van de financiële rekening is altijd gelijk aan het tegengestelde saldo van de lopende rekening.
32
Wat betekent een tekort op de lopende rekening?
Een tekort op de lopende rekening betekent dat een land meer uitgeeft dan het inkomen uit het buitenland.
33
Wat registreert de internationale kapitaalstromen?
De internationale kapitaalstromen registreren alle bewegingen van kapitaal tussen binnenlandse en buitenlandse entiteiten.
34
Wat houdt de materieel betalingsbalanssaldo in?
Het materieel betalingsbalanssaldo is het saldo van lopende rekening plus het saldo van kapitaalstromen.
35
Wat is de invloed van de wisselkoers op de munt?
De wisselkoers beïnvloedt hoe waardig een munt is ten opzichte van andere valuta.
36
Wat zijn financiële transacties?
Financiële transacties omvatten activiteiten zoals investeringen, leningen en de aankoop van opties.
37
Hoe wordt de waarde van de kapitaalstromen gemeten?
De waarde van de kapitaalstromen wordt gemeten door kapitaalimport en kapitaalexport te vergelijken.
38
Wat is het effect van een positief saldo op de lopende rekening?
Een positief saldo op de lopende rekening betekent dat er een accretie is in de internationale vermogenspositie van een land.
39
Hoe verhouden landen zich tot hun vermogen ten opzichte van het buitenland?
Een land kan een positieve of negatieve vermogenspositie hebben, afhankelijk van de balans tussen binnenlands en buitenlands vermogen.
40
Wat gebeurt er bij een materieel betalingsbalans tekort?
Bij een materieel betalingsbalans tekort nemen de officiële reserves af.
41
Wat gebeurt er als een land meer uitgeeft dan zijn inkomen?
Als een land meer uitgeeft dan zijn inkomen, hebben ze een tekort op de lopende rekening.
42
Wat is de exportquote?
Waarde van de uitvoer van goederen en diensten in procenten van het bbp.
43
Importquote
Waarde van de invoer van goederen en diensten in procenten van het bbp.
44
Gesloten economie
(= autarkie) Een economie zonder export en import.
45
Open economie
Er is in verhouding tot het bbp veel buitenlandse handel.
46
Importvolume
De hoeveelheid goederen en diensten die een land van het buitenland koopt. Het gaat dus om het aantal stuks dat geïmporteerd wordt.
47
Internationale vermogenspositie
De internationale vermogenspositie van bijvoorbeeld de eurozone bestaat uit het saldo van de waarde van de vermogens van de eurozone in het buitenland en de waarde van de buitenlandse vermogens in de eurozone.
48
Vermogensrendement
Inkomen uit vermogen, zoals rente, winst en huur.
49
Kapitaalexport
Aan het buitenland betaalde vermogen in de vorm van directe investeringen, geld- en kapitaalmarktbeleggingen, schenkingen, aflossingen et cetera.
50
Valutareserve
(= deviezenreserve) De totale voorraad internationale betaalmiddelen in het bezit van de centrale bank.
51
Hoe heeft de lopende rekening invloed op de kapitaalrekening?
1) Als import < export dan: geld over-> dan ga je op de kapitaalrekening bijv het overige geld beleggen. 2) Als import > export dan: geld tekort -> dan ga je op de kapitaalrekening bijv een lening aanvragen. Dus een tekort op de lopende rekening = overschot op kapitaalrekening.
52
Hoe heeft de kapitaalrekening invloed op de lopende rekening?
Als leningen stijgen -> rentebetalingen stijgen -> minder geld voor lopende rekening.