Hoofdstuk 4 Flashcards
(16 cards)
Wat moeten lidstaten doen om verschillen in een muntunie te verkleinen?
Lidstaten moeten ervoor zorgen dat deze verschillen snel kleiner worden.
Wat is de belangrijkste schooledemper in een muntunie?
De arbeidsmarkt is de belangrijkste schooledemper.
Op welke manieren kan de arbeidsmarkt invloed uitoefenen in een muntunie?
Dit kan door arbeidsmigratie en door loonmatiging.
Waarom trekken arbeiders weg uit hun land?
Arbeiders trekken weg uit landen voor weinig vraag naar hen en toe naar landen waar zij het meest nodig zijn.
Hoe dragen afspraken overheidsfinanciën bij aan economische convergentie?
Ze dragen bij aan het kleiner worden van economische verschillen en dus financiële stabiliteit.
Wat betekent een negatief begrotingssaldo?
Een negatief saldo betekent een begrotingstekort. (Stroomgrootheid)
Wat betekent een positief begrotingssaldo?
Een positief saldo betekent een begrotingsoverschot. (Stroomgrootheid)
Wat is staatsschuld?
Staatsschuld is de schuld die ontstaat doordat de overheid geld leent. (voorraadgrootheid)
Wat is de formule voor de staatsschuldquote?
De staatsschuldquote is staatsschuld gedeeld door het bbp maal 100%.
Hoeveel mag het begrotingssaldo maximaal zijn volgens de regels?
Het mag niet hoger zijn dan 3% van het bbp zijn.
Wat is het maximum voor staatsschuld in verhouding tot het bbp?
De staatsschuld mag niet hoger zijn dan 60% van het bbp.
Wat zijn staatsobligaties?
Staatsobligaties zijn verhandelbare leningen die de overheid uitgeeft.
Wat is de “no-bail-outclausule”?
Dit is een regel dat landen elkaars schulden niet mogen overnemen.
Wat houdt zelfbinding in?
Zelfbinding is het vooraf uitspreken wat je in een bepaalde situatie zult doen en je daar aan houden.
Wat is een importheffing?
Een importheffing is een belasting op geïmporteerde goederen.
Wat is een optimaal valutagebied?
Een regio waarin de economische groei voor alle lidstaten vergroot kan worden door de invoering van een gemeenschappelijke munt.