{ "@context": "https://schema.org", "@type": "Organization", "name": "Brainscape", "url": "https://www.brainscape.com/", "logo": "https://www.brainscape.com/pks/images/cms/public-views/shared/Brainscape-logo-c4e172b280b4616f7fda.svg", "sameAs": [ "https://www.facebook.com/Brainscape", "https://x.com/brainscape", "https://www.linkedin.com/company/brainscape", "https://www.instagram.com/brainscape/", "https://www.tiktok.com/@brainscapeu", "https://www.pinterest.com/brainscape/", "https://www.youtube.com/@BrainscapeNY" ], "contactPoint": { "@type": "ContactPoint", "telephone": "(929) 334-4005", "contactType": "customer service", "availableLanguage": ["English"] }, "founder": { "@type": "Person", "name": "Andrew Cohen" }, "description": "Brainscape’s spaced repetition system is proven to DOUBLE learning results! Find, make, and study flashcards online or in our mobile app. Serious learners only.", "address": { "@type": "PostalAddress", "streetAddress": "159 W 25th St, Ste 517", "addressLocality": "New York", "addressRegion": "NY", "postalCode": "10001", "addressCountry": "USA" } }

Hoofdstuk 1: Flashcards

(18 cards)

1
Q

Wat is het verschil tussen een reisleider en een gids?

A

Reisleider: Persoon die instaat is voor het goede verloop van een georganiseerde reis en die de groep wegwijs maakt in de verschillende facetten van een bestemming. Je brengt een langere periode door met de groep

Gids: Persoon die deskundige uitleg geeft aan een groep mensen over verschillende aspecten van een stad, regio, gebouw, museum. Je brengt een korte periode door met de groep: een paar uurtjes, een dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem 4 belangrijke eigenschappen van een goede gids of reisleider.

A

Gemotiveerd en vriendelijke uitstraling:
- Moet gemotiveerd zijn om zijn ding te willen doen;
- Moet betrokken zijn en geboeid zijn door het onderwerp, thema, streek, museum

Kennis van inhoud:
- Gids moet veel info weten over hetgeen hij gidst;
- Moet dus een brede, algemene, culturele en maatschappelijke bagage hebben

Flexibel zijn:
- Aanpassing aan de specifieke behoeften van de groep;
- Inspelen op onvoorziene omstandigheden;
- Optimalisatie van de reisroute;
- Interactieve communicatie;
- Veiligheid en noodsituaties;
- Groepsdynamiek behouden

Deskundigheid uitstralen;
- Gids/reisleider moet een verhaal kunnen overbrengen, moet kunnen boeien;
- Gidsen en reisleiders werken met groepen –> sociale en communicatievaardigheden nodig;
- Info kunnen structureren om verhaal stap voor stap aan de groep te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het belangrijkste zintuig bij groepscommunicatie?

A

visuele zintuig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe draagt een gids bij aan groepscomfort?

A

Door zich aan te passen, veiligheid te waarborgen en groepsgevoel te stimuleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe toont een gids deskundigheid?

A

Door duidelijk en boeiend te vertellen met structuur en beeldrijke taal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de drie functies van non-verbale communicatie?

A

non-verbale communicatie vervangt soms woorden

non-verbale communicatie gaat het verbale ondersteunen of aanvullen

non-verbaal kan je bv. accenten leggen in een boodschap, een nuancering aanbrengen, het woord geven aan iemand, een gesprek beëindigen,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef 4 tips voor stemgebruik.

A
  • variëren in toonhoogte, tempo en luidheid: woorden accentueren
  • probeer lawaai niet te overschreeuwen
  • zorg dat je stem niet stiller wordt naar het einde van de zin toe
  • probeer intonatie aan te houden wanneer je met een grotere groep praat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom moet je checken wat is overgekomen bij de groep?

A

Om te weten of de boodschap goed begrepen is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen homogene en heterogene groepen?

A

Homogene groepen
- Leeftijd van de groepsleden
- Vorming (schoolklas, vrienden)
- Geografische afkomst
-> ze hebben allemaal dezelfde voorkennis en interesses

Heterogene groepen
- Ze volgen niet allemaal dezelfde richting maar hebben wel 1 iets gemeenschappelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vooraf kan gids zich 4 vragen stellen over groepsleden

A

Wat weten ze al? (voorkennis)

Wat moeten ze weten? De gids bepaalt het verhaal.

Wat willen ze weten? (doel)

Hoe is hun houding, hun ingesteldheid?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat moet je als gids vooraf weten over de ruimte?

A

Vaste ruimte van de rondleiding
Gids moet omgaan met de voor- en nadelen van de vaste locatie of natuurplek.

Kernkwaliteiten van de gids: rust en zelfverzekerdheid
- Biedt alternatieven bij gesloten museumzalen.
- Weet waar toiletten, drankgelegenheden en schuilplaatsen zijn.
- Kan goede fotoplekken aanwijzen.

Voorbereiding en prospectie
- Verken de locatie op verschillende momenten van de dag.
- Ken alternatieve routes.
- Weet waar betalingen vereist zijn (toiletten, vestiaire).
- Ken nooduitgangen en vluchtwegen.

Traject en stopplaatsen uitstippelen
- Bepaal wat je waar vertelt voor optimale impact.
- Kies een logisch en boeiend traject voor je verhaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom laat je de groep acclimatiseren aan een ruimte?

A

Mensen willen eerst is kijken omgeving inschatten
Dan pas aandacht voor gids

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is storytelling?

A

de kunst van het vertellen van verhalen om een boodschap over te brengen op een publiek

Storytelling maakt gebruik van woorden en acties om de elementen en beelden van een verhaal te onthullen, terwijl het de verbeelding van de luisteraar stimuleert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn elementen van goede storytelling?

A

Sterk begin, structuur, emotie, interactie, levendige taal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat hoort bij een goede introductie als gids?

A

-Stel je zelf voor
-Sleutelidee van de rondleiding
-Eventuele hoogtepunten
-Aanspreken van en contactleggen met de groep
-Afspraken omtrent de rondleiding
-Comfortbevestiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe ga je om met vragen tijdens de rondleiding?

A

-Herhaal of herformuleer de vraag voor de groep.
-Maak bij een vraag een onderscheid tussen een opinie en een feit.
-Ga in je antwoord niet te ver uitweiden en richt je antwoord tot de hele groep.
-Durf te zeggen dat je het antwoord niet kent.
-Check of het antwoord aansloot op de vraag.
-Toon respect voor de vragensteller.

17
Q

Waarom is een goed slot van een rondleiding belangrijk?

A

Het benadrukt de hoogtepunten en herinnert aan het doel van de rondleiding.