Hoofdstuk 1: Flashcards
(18 cards)
Wat is het verschil tussen een reisleider en een gids?
Reisleider: Persoon die instaat is voor het goede verloop van een georganiseerde reis en die de groep wegwijs maakt in de verschillende facetten van een bestemming. Je brengt een langere periode door met de groep
Gids: Persoon die deskundige uitleg geeft aan een groep mensen over verschillende aspecten van een stad, regio, gebouw, museum. Je brengt een korte periode door met de groep: een paar uurtjes, een dag
Noem 4 belangrijke eigenschappen van een goede gids of reisleider.
Gemotiveerd en vriendelijke uitstraling:
- Moet gemotiveerd zijn om zijn ding te willen doen;
- Moet betrokken zijn en geboeid zijn door het onderwerp, thema, streek, museum
Kennis van inhoud:
- Gids moet veel info weten over hetgeen hij gidst;
- Moet dus een brede, algemene, culturele en maatschappelijke bagage hebben
Flexibel zijn:
- Aanpassing aan de specifieke behoeften van de groep;
- Inspelen op onvoorziene omstandigheden;
- Optimalisatie van de reisroute;
- Interactieve communicatie;
- Veiligheid en noodsituaties;
- Groepsdynamiek behouden
Deskundigheid uitstralen;
- Gids/reisleider moet een verhaal kunnen overbrengen, moet kunnen boeien;
- Gidsen en reisleiders werken met groepen –> sociale en communicatievaardigheden nodig;
- Info kunnen structureren om verhaal stap voor stap aan de groep te brengen
Wat is het belangrijkste zintuig bij groepscommunicatie?
visuele zintuig
Hoe draagt een gids bij aan groepscomfort?
Door zich aan te passen, veiligheid te waarborgen en groepsgevoel te stimuleren.
Hoe toont een gids deskundigheid?
Door duidelijk en boeiend te vertellen met structuur en beeldrijke taal.
Wat zijn de drie functies van non-verbale communicatie?
non-verbale communicatie vervangt soms woorden
non-verbale communicatie gaat het verbale ondersteunen of aanvullen
non-verbaal kan je bv. accenten leggen in een boodschap, een nuancering aanbrengen, het woord geven aan iemand, een gesprek beëindigen,
Geef 4 tips voor stemgebruik.
- variëren in toonhoogte, tempo en luidheid: woorden accentueren
- probeer lawaai niet te overschreeuwen
- zorg dat je stem niet stiller wordt naar het einde van de zin toe
- probeer intonatie aan te houden wanneer je met een grotere groep praat
Waarom moet je checken wat is overgekomen bij de groep?
Om te weten of de boodschap goed begrepen is.
Wat is het verschil tussen homogene en heterogene groepen?
Homogene groepen
- Leeftijd van de groepsleden
- Vorming (schoolklas, vrienden)
- Geografische afkomst
-> ze hebben allemaal dezelfde voorkennis en interesses
Heterogene groepen
- Ze volgen niet allemaal dezelfde richting maar hebben wel 1 iets gemeenschappelijk
Vooraf kan gids zich 4 vragen stellen over groepsleden
Wat weten ze al? (voorkennis)
Wat moeten ze weten? De gids bepaalt het verhaal.
Wat willen ze weten? (doel)
Hoe is hun houding, hun ingesteldheid?
Wat moet je als gids vooraf weten over de ruimte?
Vaste ruimte van de rondleiding
Gids moet omgaan met de voor- en nadelen van de vaste locatie of natuurplek.
Kernkwaliteiten van de gids: rust en zelfverzekerdheid
- Biedt alternatieven bij gesloten museumzalen.
- Weet waar toiletten, drankgelegenheden en schuilplaatsen zijn.
- Kan goede fotoplekken aanwijzen.
Voorbereiding en prospectie
- Verken de locatie op verschillende momenten van de dag.
- Ken alternatieve routes.
- Weet waar betalingen vereist zijn (toiletten, vestiaire).
- Ken nooduitgangen en vluchtwegen.
Traject en stopplaatsen uitstippelen
- Bepaal wat je waar vertelt voor optimale impact.
- Kies een logisch en boeiend traject voor je verhaal.
Waarom laat je de groep acclimatiseren aan een ruimte?
Mensen willen eerst is kijken omgeving inschatten
Dan pas aandacht voor gids
Wat is storytelling?
de kunst van het vertellen van verhalen om een boodschap over te brengen op een publiek
Storytelling maakt gebruik van woorden en acties om de elementen en beelden van een verhaal te onthullen, terwijl het de verbeelding van de luisteraar stimuleert.
Wat zijn elementen van goede storytelling?
Sterk begin, structuur, emotie, interactie, levendige taal.
Wat hoort bij een goede introductie als gids?
-Stel je zelf voor
-Sleutelidee van de rondleiding
-Eventuele hoogtepunten
-Aanspreken van en contactleggen met de groep
-Afspraken omtrent de rondleiding
-Comfortbevestiging
Hoe ga je om met vragen tijdens de rondleiding?
-Herhaal of herformuleer de vraag voor de groep.
-Maak bij een vraag een onderscheid tussen een opinie en een feit.
-Ga in je antwoord niet te ver uitweiden en richt je antwoord tot de hele groep.
-Durf te zeggen dat je het antwoord niet kent.
-Check of het antwoord aansloot op de vraag.
-Toon respect voor de vragensteller.
Waarom is een goed slot van een rondleiding belangrijk?
Het benadrukt de hoogtepunten en herinnert aan het doel van de rondleiding.