Hoofdstuk 1 + HC1

Question 1

Info Donders

Answer 1

Wetenschapper/onderzoeker 1868:
Hij wilde bepalen hoelang men erover deed om een beslissing te maken: Reactietijd:
Stimulus detectie -> Stimulus discriminatie -> kiezen (beslissen) -> Uitvoeren actie

Question 2

Reactietijd testen (van donders)

Answer 2

• Simpele RT
• go/ No go RT
• Keuze RT

Question 3

Simpele reactietijd formule

Answer 3

stimulus detectie + motor respons

Question 4

Go/No Go reactietijd formule

Answer 4

stimulus detectie + stimulus discriminatie + motor respons

Question 5

Keuze reactietijd formule

Answer 5

stimulus detectie + stimulus discriminatie + Kiezen/beslissen + motor respons

Question 6

De ‘Mind’

Answer 6

Maakt en bestuurt mentale functies, zoals perceptie aandacht etc.

Question 7

Wundt

Answer 7

Wetenschapper/onderzoeker 1832: die behoort tot het structuralisme
-> Wilde een periodische tafel maken voor alle basis sensaties m.b.v. analytische introspectie = Getrainde subjecten omschrijven van hun ervaringen en gedachten processen aan de hand van een stimuli.

Question 8

Structuralisme

Answer 8

Onze algemene ervaringen zijn opgebouwd uit losse basic elementen oftewel sensaties.

Question 9

Analytische introspectie

Answer 9

Getrainde subjecten omschrijven van hun ervaringen en gedachten processen aan de hand van stimuli

Question 10

Empirische aanpak

Answer 10

Rol van experimenten in het verkrijgen van kennis over de mind benadrukken

Question 11

Savings begrip

Answer 11

methode om te bepalen hoeveel info vergeten is na een bepaalde periode

Question 12

Savings ‘formule’

Answer 12

originele tijd om iets te leren – tijd na delay om iets opnieuw te leren.

Question 13

Kleinere savings

Answer 13

= meer informatie is vergeten.

Question 14

Langere delays zorgen voor (oorzaak)…..

Answer 14

…..minder savings (gevolg)

Question 15

Savings doel

Answer 15

Herinneringen kunnen gekwantificeerd worden en functies van een savings curve kunnen worden gebruikt om een eigenschap van de geest te kunnen beschrijven.

Question 16

John Watson info

Answer 16

Wetenschapper/onderzoeker 1878: kritiek analytische introspectie: ontstond behaviorisme stroom.
-> Het ging hem erom hoe het koppelen van een stimulus aan een andere stimulus voor een bepaald gedrag kan zorgen.

Question 17

Behaviourisme

Answer 17

alleen observeerbaar gedrag moet het uitgangspunt van onderzoeken worden, dus geen introspectie en geloofde dus niet in de ‘mind’.

Question 18

Skinner

Answer 18

Wetenschapper/onderzoeker 1990: kinderen leren taal door operante conditionering: ze zeggen dingen en worden beloond.

Question 19

Operante conditionering

Question 20

Chomsky

Answer 20

Wetenschapper/onderzoeker 20e eeuw (nu 95 jaar) Vond dat kinderen leren taal doordat het aangeboren is + alle culturen hebben het. Mentale processen worden weer belangrijk.

Question 21

Cognitieve revolutie

Answer 21

Verplaatsing van behaviorisme (stimulus-response) naar begrijpen hoe de mind werkt.

Question 22

Information-processing approach;

Answer 22

De werking van the mind kan worden weergegeven in bepaalde fases.

Question 23

Dichotic listening experiment;

Answer 23

Input (zoals geluid) gaat door een filter en uit de filter komt maar 1 informatie stroom. Deze gaat naar de detector en naar het geheugen:
Input - filter - 1 informatie stroom - detector - geheugen.

Question 24

Soorten modellen in cognitieve psychologie (4);

Answer 24

• structurele modellen
• proces modellen
• resource modellen
• multiple resource model

Question 25

Structurele modellen;

Answer 25

Representaties van een fysieke structuur, zoals hersenen. Een structureel model kan het uiterlijk van een object (auto, vliegtuig) nadoen om het object te simplificeren.

Question 26

Proces modellen;

Answer 26

Representaties van processen die betrokken zijn bij cognitieve mechanismen m.b.v. boxen en pijlen om processen te verduidelijken.

Question 27

Recource models;

Answer 27

Representaties die lijken op proces modellen, maar focussen op de mentale inspanning van resources die nodig zijn voor processen.

Question 28

Multiple resource model;

Answer 28

Representatie van wanneer tasks tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden (multitasken)

Question 29

Vormen voor het verbeteren van leren (3)

Answer 29

- Interleaving - Spacing - Retrieval based learning

Question 30

Leren door middel van Interleaving;

Answer 30

Mixen van verschillende onderwerpen in een bepaald domein leidt tot een verbetering van de prestatie. -> Komt doordat interleaven studenten verplicht om te discrimineren tussen bepaalde onderwerpen, concepten etc.

Question 31

Leren door middel van Spacing;

Answer 31

Gedurende een langere tijd steeds de informatie herhalen. -> Nieuw geleerde info koppelen aan eerder geleerde info.

Question 32

Leren door middel van Retrieval based learning;

Answer 32

Het ophalen van informatie uit het geheugen is het meest voordelig op de lange termijn. -> Retrieval maakt het ophalen van info in de toekomst makkelijker

Question 33

Weber

Answer 33

Wetenschapper/onderzoeker 1860: De wet van weber: - Het waarnemebare verschil is relatief -> komt de weber fractie uit:

Question 34

Wet van weber:

Answer 34

Waarneembare verschil is constant: ^L / L = K (oefenen!)

Question 35

Stimulus discriminatie (berekenen) =

Answer 35

RT Go/No go - RT Simpel

Question 36

Beslissingstijd (berekenen)

Answer 36

RT Keuze - RT Go/ No Go