Hoofdstuk 1 - inkomen en welvaart

Question 1

bestedingen

Answer 1

de uitgaven aan goederen en diensten

Question 2

doelgroep

Answer 2

een groep consumenten met dezelfde kenmerken voor wie een product of boodschap bedoeld is

Question 3

duurzaam consumeren

Answer 3

je houdt bij jouw aankopen rekening met de gevolgen voor andere mensen en het milieu

Question 4

maatschappelijke kosten

Answer 4

alle nadelen die we als samenleving ondervinden van bijvoorbeeld milieuschade

Question 5

marketinginstrumenten

Answer 5

prijs, product, plaats, promotie, personeel en presentatie (6 P’s)

Question 6

primaire inkomens

Answer 6

inkomens die je verdient door een productiefactor te leveren. dus inkomens uit arbeid en bezit

Question 7

secundaire inkomens

Answer 7

inkomens uit overdrachten, zoals uitkeringen, plus alle netto inkomens

Question 8

besteedbaar inkomen

Answer 8

het deel van je inkomen dat je vrij kunt uitgeven

Question 9

lorenzcurve

Answer 9

grafiek die de verdeling van het nationaal inkomen over de bevolking laat zien

Question 10

modaal inkomen

Answer 10

het inkomen dat het meeste voorkomt

Question 11

nationaal inkomen

Answer 11

wat alle inwoners samen aan inkomen hebben uit arbeid en bezit

Question 12

lorenzcurve (2)

Answer 12

grafiek die laat zien hoe de inkomens over de bevolking zijn verdeeld

Question 13

CBS

Answer 13

centraal bureau voor de statistiek. het CBS verzamelt allerlei informatie, onder andere over economische veranderingen

Question 14

middelen

Answer 14

alles wat je nodig hebt om in je behoefte te voorzien. de belangrijkste middelen zijn geld en tijd

Question 15

prioriteiten stellen

Answer 15

je kiest voor jezelf welke behoeften je het belangrijkste vind

Question 16

schaars

Answer 16

iets is schaars als het er niet vanzelf is, er zijn productiemiddelen gebruikt om het te maken

Question 17

welvaart

Answer 17

de mate waarin je in je behoeften kunt voorzien

Question 18

welzijn

Answer 18

de kwaliteit van je leven

Question 19

Cpi

Answer 19

het consumentenprijsindexcijfer, dat laat zien hoeveel de prijzen gestegen zijn ten opzichte van het basisjaar

Question 20

geldontwaarding

Answer 20

het geld zelf word minder waard als gevolg inflatie

Question 21

inflatie

Answer 21

een algemene stijging van de prijzen

Question 22

koopkracht

Answer 22

de hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen

Question 23

nominale verandering

Answer 23

verandering van bijvoorbeeld de lonen, waarbij je geen rekening houdt met de inflatie

Question 24

prijscompensatie

Answer 24

de lonen stijgen net zoveel als de prijzen, waardoor je koopkracht gelijk blijft

Question 25

reele verandering

Answer 25

verandering van bijvoorbeeld de lonen, waarbij je rekening gift met inflatie

Question 26

loon-prijsspiraal

Answer 26

en vicieuze cirkel van loon- en prijsstijgingen