Hoofdstuk 10 - Paragraaf 10.1 - 10.7 Flashcards
Blz. 375 t/m 402 (39 cards)
Wat is een emotie?
Een directe negatieve of positieve reactie op de omgeving of interne gedachten.
Ontstaan vaak door een trigger die de huidige taak onderbreekt. Zet aan tot verandering van gedachten en gedrag.
Een ander woord voor emotie is…
Affect.
Een affect heeft 3 componenten, namelijk…
- Fysiologisch (kloppend hart, zweten)
- Gedragsmatig (wijd opengaan van mond en ogen)
- Cognitieve interpretatie van de lichamelijke toestand (‘ik zweet, dus ik ben bang’)
Wat is een gevoel?
Een subjectieve ervaring van de emotie (je bang voelen).
Wat is een stemming/mood?
Een diffuse, langdurige emotionele toestand die niet voortkomt uit een identificeerbare trigger, gedrag- of fysiologische reactie.
Ze veranderen niet wat er gebeurt, maar kleuren de gedachten en het gedrag.
Wat zijn primaire emoties? En welke zijn er?
Emoties die aangeboren, evolutionair adaptief en universeel zijn.
- Woede
- Walging
- Verdriet
- Verbazing
- Minachting
- Angst
- Geluk
Wat is een secundaire emotie?
Een mengsel van primaire emoties, gevoelens over emotie en waarden of concepten binnen je cultuur.
(Schuldgevoel, schaamte, trots, liefde etc.)
Wat is het circumplex-model?
Een model waarbij emoties worden uitgezet langs twee continuüms: valentie (hoe positief of negatief ze zijn) en arousal (hoe actief ze zijn).
Wat is ‘arousal’?
Een fysiologische activering (verhoogde hersenactiviteit) of verhoogde autonome reacties (snelle hartslag, toegenome spierspanning, zweten etc.).
Waar is het limbisch systeem voornamelijk verantwoordelijk voor?
Emotie, motivatie en genot.
Welk hersengebied is verantwoordelijk voor het geheugen?
De hippocampus.
Welk hersengebied is verantwoordelijk voor motivatie?
De hypothalamus
Welk(e) gedeelte(s) uit het limbisch systeem zorgt voor voornamelijk het begrijpen van emotie?
De insula en amygdala.
Welke regio is belangrijk voor het opwekken van emoties?
De prefrontale cortex.
Wat is de taak van de insula?
- Het ontvangen en integreren van somatosensorische signalen uit het hele lichaam (pijn, tast, temperatuur etc.).
- Het subjectieve bewustzijn van lichamelijke toestanden (hongergevoel, moeten plassen etc.)
- Het ervaren van walging.
Wat is de taak van de amygdala?
- Het verwerken en genereren van emotionele betekenissen.
- Het aanleren van emotie (beschermt tegen gevaar).
- Het inschatten van sociale stimuli (waarschuwt voor mogelijke gevaren als onbetrouwbaarheid of angstige situaties).
Via welke 2 wegen kan informatie de amygdala bereiken?
- Het snelle pad, waarbij sensorische informatie (behalve geur) snel door de thalamus, rechtstreeks naar de amygdala reist. Hier vind dan prioritaire verwerking plaats.
- Het bewustere pad, waarbij sensorische informatie (behalve geur), bewuster en grondiger geëvalueerd kunnen worden. De informatie reist dan via de thalamus naar de visuele cortex of de auditieve cortex, waar de informatie dieper wordt onderzocht voordat deze wordt doorgegeven aan de amygdala.
Hoe kan het dat emotionele situaties een grotere kans hebben om lange termijn herinneringen te worden?
Emotionele situaties zorgen voor een verhoging in activatie in de amygdala. De amygdala verandert de manier waarop de hippocampus het geheugen samenvoegt, voornamelijk het gedeelte voor beangstigende gebeurtenissen.
Dit zorgt ervoor dat we schadelijke situaties herinneren en mogelijk vermijden.
Wat doet een ‘polygraph’?
Dit is een leugendetector die verschillende aspecten van arousel registreert (bijv. Ademhaling of de snelheid van het hart).
Het doel is om het emotionele niveau van een persoon te bepalen bij confrontatie van bepaalde informatie.
Waar gaat de ‘James-Lange Theory’ van uit?
Dat de interpretatie van fysiologische veranderingen (zweten, hartkloppingen etc.), leiden naar het voelen van een emotie.
Stimulus -> Arousal/fysiologische veranderingen -> emotie
Wat wordt bedoeld met ‘facial feedback hypothesis’?
Silvan Tomkins.
Het idee dat je een emotie kan activeren door je gezicht de emotie na te laten spelen.
Waar gaat de ‘Cannon-Bard Theory’ van uit?
Dat informatie over een emotionele stimuli apart naar je brein en lichaam worden verstuurd. Ze worden apart, maar op hetzelfde moment ervaren.
-> Arousal/fysiologische veranderingen Emotieproducerende stimulus -> subcorticale stucturen -> Emotie
Waar gaat de ‘Schachter-singer Two-Factory Theory’ van uit?
Hetgeen dat de persoon denkt dat de emotie veroorzaakt (de stimulus), bepaalt hoe de persoon de emotie bestempelt.
Stimulus -> arousal/fysiologische veranderingen -> attribution (die beer is eng, ik ben bang) -> emotion label.
Wat betekent ‘undifferentiated physiological arousal’?
De fysiologische reactie is op alle emotionele stimuli hetzelfde, je weet dus niet altijd of je nu angstig of verbaast bent.