Hoofdstuk 11 Flashcards

1
Q

Doel van eerlijk proces?

A
  • voorkomen dat ongelijkheid tussen partijen de uitkomst bepaald.
  • zorgen dat rechter tijdig een beslissing kan nemen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Rechtsbronnen waar elementen te vinden zijn voor recht op eerlijk proces?

A
  • art. 6 van EVRM
  • Grondwet
  • wb strafvordering
  • wb burgerlijke rechtsvordering
  • Algemene wet bestuursrecht
  • art. 14 internationale mensenrechtenverdrag
  • art. 47-50 EU-handvest.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In welke bron is letterlijk te vinden dat burgers kunnen afdwingen dat rechters een beslissing nemen in geschil waar zij partij in zijn.

A

nergens met zoveel woorden maar uit jurisprudentie van EHRM kan dit worden opgemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de beperkingen van eerlijk proces?

A
  • eisen van voldoende belang
  • beroepstermijn
  • griffierechten voldaan
  • voorschrift dat eerst een bezwaarschrift moet zijn ingediend.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op welke twee voorwaarde laat het EHRM de beperkingen over aan overheden?

A
  • legitiem doel (vb: rechtszekerheid, functioneren van de rechterlijke macht).
  • proportioneel in licht van dat doel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke zaken vallen buiten art.6 EVRM

A
  • belastingrecht
  • vreemdelingenrecht
  • bepaalde categorieën ambtenarenzaken
  • bepaalde zaken waar politieke rechten een rol spelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem vier hoofdelementen van een eerlijk proces

A
  • Onpartijdigheid en onafhankelijkheid
  • redelijke termijn
  • Hoor en wederhoor
  • Deugdelijke motivering en openbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt in dit kader verstaan onder onafhankelijkheid?

A

Rechter moet onafhankelijk van de overheid of een andere werkgever die macht over hem heeft zijn werk kunnen doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke twee aspecten van onafhankelijkheid onderscheiden we?

A
  • zakelijke onafhankelijkheid: rechter heeft de beslissingsvrijheid tov de twee staatsmachten en rechter is autonoom bij de vorming van rechterlijke oordelen ten opzichte van organisatie waar hij werkt.
  • persoonlijke onafhankelijkheid: Rechter is niet afhankelijk van een baas: wordt benoemd voor het leven (schorsing of ontslag door regering, parlement zijn uit den boze) en kan alleen worden ontslagen door andere rechters.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke twee vormen van partijdigheid

A

Subjectieve partijdigheid: rechter is duidelijk vooringenomen in een zaak, laat politieke voorkeuren of belangen moreel, financieel, meewegen.
Objectieve partijdigheid: schijn van partijdigheid: hiervoor moet een objectieve rechtvaardiging bestaan. VB: familiebanden binnen de zaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke hoofdregels tav redelijke termijn zijn er in Nl

A
  • SR eerste aanleg: max. 2 jaar. voor zaken met jeugdige verdachten of verdachten in voorlopige hechtenis geldt max 16 mnd.
  • afd.bestuursrecht RvS heeft bepaald afhandeling van zaken in bestuursrecht max 4 jaar.
  • civiel recht geen vaste termijn, zaken zijn hiervoor te uiteenlopend.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt het openbaarheidsbeginsel in?

A

Rechtszaken zijn in beginsel openbaar (art. 121 GW). ratio is dat rechtspraak open is en dus controleerbaar voor het publiek. de eis is dat tenminste de uitspraak openbaar is. de zitting in beginsel ook.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de uitzonderingen op openbaarheidsbeginsel?

A

art. 27 wetboek BR:
- zaken van minderjarigen
- zaken in persoonlijke levenssfeer
- openbare zitting schaadt goede rechtspleging.
- in belang van openbare orde/veiligheid/goede zeden.
- belang van de staatsveiligheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waarom motiveringsbeginsel

A

Motiveringsbeginsel maakt beslissingen controleerbaar en aanvaardbaar:

  • geeft partijen inzicht in de feiten en de juridische argumenten die ten grondslag liggen aan de beslissing.
  • geeft de hogere rechter ook de mogelijkheid te controleren op basis waarvan de beslissing genomen is.
  • voor derden: inzicht in feiten en juridische argumenten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom hoor en wederhoor

A

partijen gelijke kans geven alle processtukken in te zien en daarop te kunnen reageren. gelijke kansen voor beide partijen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly