Hoofdstuk 11 - bloedsomloop Flashcards
(15 cards)
1
Q
Kleine bloedsomloop & Grote bloedsomloop
A
- Kleine bloedsomloop: O2 opname en CO2 afgifte aan longblaasjes
- Grote bloedsomloop: O2 afgifte en CO2 opname aan weefsels
2
Q
Bloedstroming snelheid
A
- Hoge snelheid in slagaders
- lage snelheid in haarvaten
- matige snelheid in aders
3
Q
Slagaders kenmerken
A
- bloedstroomt van hart naar organen
- dikke wand en diep gelegen
- O2 rijk (behalve longslagaders)
4
Q
Haarvaten kenmerken
A
- vormen een vertakt netwerk in weefsel en organen
- voor uitwisselen van stoffen
- zeer dunne wand
5
Q
Aders kenmerken
A
- bloed stroomt van organen naar hart
- dunne wand en liggen oppervlakkig
- hebben kleppen tegen terugstroming
- O2 arm (behalve longaders)
6
Q
Rode bloedcellen
A
- transport van zuurstof
- dunne rode schijfjes, geen kern
- vorming in rood beenberg
- bevat hemoglobine met ijzer
- afbraak in lever, komt ijzer bij vrij
7
Q
Bloedplaatjes
A
- voor bloedstolling
- bestaat uit celfragmenten
- vorming uit rood beenmerg
8
Q
Witte bloedcellen
A
- voor bescherming en immuniteit
- macrofagen: fagocyten eten ziektes
- lymfocyten: vormen antistoffen en geheugencellen
9
Q
Stoffen in bloedplasma
A
- water
- zouten
- voeddingsstoffen (vitaminen, vetten, glucose, aminozuren)
- gassen (veel CO2, weinig O2)
- hormonen
- plasmaeiwitten (antistoffen, fibrinogeen, transporteiwitten)
- afvalstoffen (ammonium, ureum uit ammoniak)
10
Q
Bouw van hart
A
- rechterboezem: dunne spierwand, O2 arm bloed. uitmonding van bovenste en onderste holle ader
- linkerboezem: dunne spierwand, O2 rijk bloed. uitmonding van longaders
- rechtkamer: dikke spierwand, O2 arm bloed. verbonden met longslagaders
- linkerkamer: spierwand dikst, O2 rijk bloed. verbonden met aorta
11
Q
Kleppen van het hart
A
- hartkleppen: tussen boezems en kamers. hebben strekpezen
- slagaderkleppen: tussen kamers en slagaders. hebben halvemaan vormige kleppen
- kransslagaders: voorzien hartspier van voedsel en zuurstofrijk bloed.
12
Q
Fases van hartslag
A
- boezemsamentrekking: voor vulling van kamers. hartkleppen blijven open, slagaderkleppen dicht. bloed stroomt van boezems naar kamers.
- kamersamentrekking: pompt bloed in aorta en longslagaders. boezems ontspannen en vullen vanuit aders. slagaderkleppen open, hartkleppen dicht.
- hartpauze: kamer ontspanning, boezems en kamers vullen. hartkleppen open, slagaderkleppen dicht.
13
Q
bloeddruk in grote bloedsomloop beïnvloed door…
A
- hartslagfrequentie: hartslagen/min
- slagvolume: hoeveelheid bloed/hartslag
- samentrekking bloedvatwanden
14
Q
Bloeddruk wordt geregeld door…
A
- orthosympatisch zenuwstelsel: stimuleert hartslag en samentrekking bloedvaten
- parasympatisch zenuwstelsel: vertraagt hartslag en verminderd doorbloeding van spieren.
- adrenaline hormoon: verhoogt hartslagfrequentie en slagvolume.
- ADH uit hypofyse: vermindert uitscheiding van water door nieren
15
Q
Bovendruk & onderdruk
A
- systolische druk, tijdens kamersamentrekking
- diastolische druk, tijdens hartpauze