Hoofdstuk 12 Waarderingsmethode voor deelneming in de jaarrekening Part 1 Flashcards

(14 cards)

1
Q

Wat is de ‘binding tussen de volgende begrippen?

  • deelneming;
  • dochtermaatschappij;
  • groepsmaatschappij;
  • rechtspersoon waarop overheersende invloed kan worden uitgeoefend of waarover centrale leiding bestaat.
A

De ‘binding tussen deze begrippen is gelegen in het feit dat ze alle vier worden gehanteerd in het kader van relaties die ondernemingen onderling kunnen hebben (verbonden ondernemingen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer heeft een nv/bv een deelneming in een andere nv/bv?

A

Een nv/bv heeft een deelneming in een andere nv/bv, indien wordt voldaan aan de volgende drie voorwaarden:

  • er moet sprake zijn van kapitaalverschaffing;
  • deze kapitaalverschaffing dient om een duurzame band aan te gaan;
  • de kapitaalverschaffing en de duurzame band worden aangehouden ten behoeve van de eigen werkzaamheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer wordt een nv/bv aangemerkt als een dochtermaatschappij?

A

Een nv/bv wordt aangemerkt als dochtermaatschappij, als een andere v’bv:

  • meer dan de helft van de stemrechten in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders kan uitoefenen, al dan niet krachtens een afgesloten overeenkomst met andere stemgerechtigden, of
  • meer dan de helft van de bestuurders of van de commissarissen kan benoemen of ontslaan, al dan niet krachtens.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is er sprake van een moedermaatschappij?

A

Er is sprake van een moedermaatschappij als de nv/bv die de beslissende zeggenschap kan uitoefenen in een andere nv/bv.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een groepsmaatschappij?

A

Een nv/bv wordt groepsmaatschappij genoemd, als deze samen met een andere nv/bv in een groep is verbonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke voorwaarden dient te worden voldaan om te kunnen spreken van een groep?

A

De voorwaarden zijn:

  • er moet sprake zijn van een economische eenheid
  • de in de economische eenheid opererende vennootschappen moeten organisatorisch verbonden zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt verstaan onder rechtspersoon waarop overheersende invloed kan worden uitgeoefend, of waarover centrale leiding bestaat?

A

Het begrip ‘rechtspersoon waarop overheersende invloed kan worden uitgeoefend, of waarover centrale leiding bestaat’ speelt een rol bij de bepaling van de consoli- datiekring. Dit begrip is in de wet opgenomen om te voorkomen dat de consoli- datieplicht zou worden ontlopen voor rechtspersonen waarop wel overheersen- de zeggenschap kan worden uitgeoefend zonder dat er een formele zeggen- schapsstructuur bestaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer is een deelneming geen dochtermaatschappij?

A

Wanneer de moedermaatschappij niet de zeggenschap kan uitoefenen over de deelneming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer is een groepsmaatschappij geen deelneming?

A

Wanneer er geen sprake is van kapitaalverschaffing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer kunnen we spreken over een deelneming in een kapitaalvennootschap en wanner over en deelneming in een personenvennootschap?

A

Wanneer een nv/bv (of meer algemeen: een rechtspersoon waarvoor Titel 1 Boek 2 BW geldt) een deelneming heeft in een nv/bv spreken we van een deelneming in een kapitaalvennootschap.
De deelneming kan ook betrekking hebben op een vennootschap onder firma of een commanditaire vennootschap. In dat geval wordt gesproken over een deel- neming in een personenvennootschap. Ook een dochtermaatschappij resp. eengroepsmaatschappij kan een personenvennootschap zijn. Een overheerste rechts- persoon heeft, zoals de naam al aangeeft, uitsluitend betrekking op rechtsperso- nen dus kapitaalvennootschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke methoden zijn er voor waardering van deelnemingen in vennootschappelijke jaarrekening? (volgens de Nederlande wet- en regelgeving?

A

Volgens de Nederlandse wet- en regelgeving zijn er drie methoden voor de waardering van deelnemingen in de vennootschappelijke balans:
• waardering op verkrijgingsprijs;
• waardering op actuele waarde;
• waardering volgens de vermogensmutatiemethode.
Waardering volgens de vermogensmutatiemethode kan en moet alleen worden toegepast voor deelnemingen die kunnen worden aangeduid als ‘associated com- panies’. Andere deelnemingen moeten worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs of op actuele waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer is er sprake van ‘associate companies’?

A

Indien de rechtspersoon (of een of meer van zijn dochtermaatschappijen alleen of samen) een vijfde of meer van de stemmen in de Algemene Vergadering van Aandeelhouder van de deelneming naar eigen inzicht kan uitbrengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke methoden zijn er voor waardering van deelnemingen in vennootschappelijke jaarrekening? (volgens de IASB?

A

Volgens de IASB mogen deelnemingen in de vennootschappelijke balans alleen worden gewaardeerd op
• verkrijgingsprijs, of de laagste van de verkrijgingsprijs en de fair value (= reële
waarde) minus de verkoopkosten, indien het belang hoogstwaarschijnlijk zal
worden afgestoten;
• fair value (= reële waarde).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke waarderingsmethode is volgens de Nederlandse wet- en regelgeving voorgeschreven voor de zgn. associated companies?

A

Volgens de Nederlandse wet- en regelgeving moet voor de waardering van de associated companies in de vennootschappelijke balans de vermogensmutatie- methode worden toegepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly