hoofdstuk 13 Flashcards

(27 cards)

1
Q

Circadiaans ritme

A

Dagelijks ritme, slaap-waak cyclus, lichaamstemperatuur, bloeddruk, stress en groeihormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Endogene ritmes

A

Intern gestuurd door biologische klok, vanuit het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Exogene ritmes

A

Extern gestuurd door bijv. zonlicht of seizoenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zeitgebers

A

Cues die ervoor zorgen dat onze interne klok worden bijgesteld naar 24uurs ritme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Entrainment

A

Het resetten van de biologische klok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Biologische klok, belangrijkste structuur

A

Suprachiasmatische nucleus (hypothalamus), ontvangt input van lichtgevoelige retinale ganglioncellen via de tractur retino-hypothalamicus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

SCN fungeert als biologische klok

A

bevat pacemaker cellen die een endogeen ritme hebben van ong 24 uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Melatonine

A

Wordt afgegeven door pijnappelklier, speelt rol bij slaap-waak cyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Belangrijkste elektrische signalen slaapregistratie

A

EEG, EMG en EOG.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

5 slaapstadia

A

W-wakker
N1-NREM stadia 1
N2-NREM stadia 2 (lichte slaap)
N3-NREM stadia 3 (diepe slaap)
R-REM slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Atonie

A

Maximale ontspanning van de spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

REM

A

Rapid eye movements, paradoxale slaap vanwege wakkere eeg en slapende emg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

NREM slaap

A

Spierspanning blijft behouden
Lichaamsbeweging kan optreden
Slaapwandelen, praten in slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

REM slaap

A

Snelle horizontale oogbewegingen, afwezigheid van spierspanning, lichaamstemperatuur wordt niet meer gereguleerd.
Dromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hypnogram

A

Uiteenzetting van slaapstadia in een nacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

REM-rebound

A

Als je niet genoeg slaapt, wordt de REM slaap volgende nacht ingehaald

17
Q

Slaap als biologisch adaptief proces

A

Energie besparen
Dagdieren slapen in nacht om niet overal tegen aan te botsen.

18
Q

Slaap als restoratief proces

A

Lichamelijk herstel en herstel hersenfuncties.

19
Q

Consolidatie expliciet geheugen

A

Bij ratten: expliciet geheugen wordt opgeslagen in de hippocampus tijdens NREM.

20
Q

Consolidatie impliciet geheugen

A

Bij mense: consolidatie impliciet geheugen lijkt op te treden tijden REM slaap

21
Q

RAS

A

Reticulaire activatie systeem, verantwoordelijk voor slaap-waak gedrag.
Stimulatie Ras: stimulatie (hypo)thalamus en cortex, wakker eeg patroon
Inhibitie RAS: slaap EEG patroon
Schade aan RAS: coma

22
Q

VLPO

A

Ventrolaterale preoptische nucleus in hypothalamus beevat slaap-waak switch, gecontroleerd door SCN. VLPO kan RAS inhiberen en dan slaap EEG

23
Q

Insomnia

A

NREM, slapeloosheid, moeite om in slaap te vallen en te blijven.

24
Q

Hypersomnia

A

Moeite om te ontwaken of wakker te blijven, NREM stoornis

25
Narcolepsie
Plotseling in slaap vallen ongewenste momenten en plaatsen, REM stoornis
26
Slaapverlamming
REM stoornis, Niet kunnen bewegen door ontwaken tijdens de REM slaap
27
Kataplexie
Aanval van REM slaap tijdens wakker zijn