Hoofdstuk 15 Flashcards

1
Q

Verkrachting

A

Niet-vrijwillige orale, anale of vaginale seks verkregen door forceren, geweld, bedreiging met lichamelijk letsel of wanneer het slachtoffer niet in staat is om toestemming te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Date rape

A

Geforceerde seks met iemand die het slachtoffer kent of aan het daten is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Posttraumatische groei

A

Positieve levensveranderingen en psychologische ontwikkeling na de blootstelling aan trauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Factoren geassocieerd met slechte psychologische uitkomsten?

A
  • Al eerder seksueel geweld meegemaakt
  • Ernstiger geweld
  • Negatieve reacties van anderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Self-blame

A

Vrouwen geven zichzelf de schuld, dit komt vaker voor wanneer ze verkracht zijn door een bekende.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Marital rape/ intimate partner rape

A

Verkrachting van een persoon door de huidige of ex-echtgenoot. Kan ook in stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Motieven verkrachting

A
  • Boosheid
  • Macht
  • Dominantie
  • Sadisme
  • Verlangen naar seks ongeacht of de partner ertoe bereid is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Victim-precipitated rape

A

Verkrachting is het gevolg van het feit dat een vrouw “erom vraagt”, bijvoorbeeld omdat ze een kort rokje draagt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rape cultuur

A

Cultuur die gedachten en mythes heeft ten aanzien van verkrachting en stellen dat het geoorloofd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rape prone society

A

Maatschappij of culturele groep waarin de verlangens van vrouwen als onbelangrijk worden gezien en seksuele dwang normaal is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Karakteristieken verkrachters

A
  • Slechte remming en zelfregulatie
  • Gebrek aan empathie/ moeite om te tonen
  • Omgevingstriggers meegemaakt (oorlog)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Recidivisten

A

Vaker dan één keer iemand verkrachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Prison rape

A

Verkrachtingen in de gevangenis, dit is vaak een uiting van macht en een manier om de hiërarchie te bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Seksueel misbruik bij kinderen

A

Elke seksuele interactie tussen volwassenen en een prepuberaal kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Extrafamilial mishandeling

A

Seksuele misbruik door niet-verwante personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Sexual solicitation on the internet

A

Dader ontmoet online kinderen en spreekt offline af

16
Q

Sextortion

A

Gedreigd om seksuele afbeeldingen te verspreiden om slachtoffers over te halen meer foto’s te sturen of seks te hebben

17
Q

Intrafamilie mishandeling

A

Seksuele misbruik door biologisch verwante personen of stiefverwanten

18
Q

Effecten seksueel kindermisbruik

A
  • Depressie en angst
  • Eetstoornissen
  • Substantie misbruik
  • Negatieve gevoelens over seks
  • Moeilijkheden met vormen van stabiele, veilige romantische relaties
  • Fysieke gezondheidsproblemen
19
Q

Pedofilie

A

Volwassene die fantasieën of daadwerkelijke seksuele activiteit heeft met een prepuberaal kind, meestal 13 jaar of jonger. (Vorm van parafolie)
- minstens 6 maanden aanhouden

20
Q

Onderscheid pedofile stoornis en pedofilie

A

Pedofiele stoornis = handelen erna
Pedofilie = niet handelen naar de verlangens

21
Q

Quid pro quo harassment

A

Seksuele handelingen in ruil voor een promotie bijvoorbeeld

Hoort bij seksuele intimidatie

22
Q

Earnest harassment

A

Man is gemotiveerd door een verlangen voor seksuele intimiteit, maar accepteert geen nee

23
Q

Hostile harassment

A

Man wil vrouw domineren, afwijzing leidt tot meer intimidatie

24
Q

Paternalistic-ambivalent harassment

A

Man wil seksuele intimiteit, maar ook als vaderrol dienen voor de vrouw

25
Q

Competitive-ambivalent harassment

A

Seksuele aantrekking en stereotype van vrouwen als sexy gemixt met het vijandig verlangen van de man om vrouw te domineren