Hoofdstuk 15 & 16 Flashcards

1
Q

Wat is disctinctiviteit?

A

Onderscheidingskracht; de mate waarin klanken van elkaar verschillen en zo ook een andere betekenis hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn minimale paren?

A

Woorden die slechts in één klank van elkaar verschillen, zoals bot/mot, beet/bed. Dus niet rijmen per sé.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een foneem?

A

Een betekenisonderscheidende klank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een allofoon?

A

Verschillende klanken die alsnog hetzelfde betekenen, omdat er in de desbetreffende taal geen onderscheid in gemaakt wordt. Ze hebben dus dezelfde foneem.

Zoals bv in het Spaans waar er geen onderscheid is tussen de ee en de e.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe noemen we de verzameling van alle fonemen?

A

Het klanksysteem, de meeste talen hebben tussen de 20 en 40 fonemen. Het Nederlands heeft 19 consonantfonemen en 16 vocaalfonemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de distinctieve kenmerken?

A

Het aantal fonetische aspecten waaruit een foneem is opgebouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is assimilatie?

A

Het wegvallen van een klank door de combinatie van klanken, zoals in ‘ro-vogel’ of ‘voet-zoeker’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een allomorf?

A

Een vormvariant waarin een morfeem kan voorkomen, dus alle varianten zijn een allomorf?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe werkt het schriftsysteem in een alfabet?

A

In principe zou je in een alfabet een één-op-één relatie correspondentie tussen klank en letter moeten hebben, dit is echter vaak niet zo. Dit kan moeilijkheden met zich mee brengen in spelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het begin van de lettergreep, in het woord ‘man’ de ‘m’, hoe noemen we dat?

En de rest van de syllabe? (vocaal + wat daarop volgt)

A

de onset, bevat alle klanken voor de vocaal in een lettergreep

de rhyme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uit welke twee delen bestaat de rhyme?

A

Uit de nucleus (kern) en de coda (afsluiting).

Nucleus is (in de meeste talen) de klinker, coda de medeklinkers waarop het eindigt.

Een lettergreep kan ook uit alleen een nucleus bestaan, zoals ‘het IJ’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een syllabe schriftsysteem?

A

Elke syllabe heeft een eigen leesteken, zoals bv in het japans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt de klemtoon bepaald?

A

Door vaste regels

> kan verschuiven als er een suffix toe wordt gevoegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat voor soort suffixen zijn er (klemtoon gerelateerd)?

A

klemtoonveranderende, zoals elektriciTEIT

klemtoon-neutrale, zoals OPvallend > OPvallendheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly