Hoofdstuk 2 Flashcards
(37 cards)
Criteria normaliteit
- Evolutieve criteria
= bepaalde gedragingen correleren met een bepaalde leeftijd - Kwantitatieve criteria
= gemiddelde, sd bv IQ - Normatieve criteria
- Autonomie
- Integratie
- Aanpassing
Probleem van de subjectiviteit
- Individuele subjectiviteit
- eigen normen en waarden
- eigen vooroordelen en idealen - Sociaal-culturele subjectiviteit
- Men moet zich het referentiekader van de patiënt eigen maken
Psychiatrische epidemiologie
= Houdt zich bezig met psychische morbiditeit in de hele populatie, ongeacht of mensen wel of niet in behandeling zijn.
Beschrijvende epidemiologie
Hoeveel mensen hebben een psychiatrische stoornis?
Analytische epidemiologie
Waarom krijgen mensen een psychiatrische stoornis?
Preventie
Hoe kunnen psychiatrische stoornissen worden voorkomen?
Incidentie
Aantal nieuwe gevallen/ tot pop in een bepaalde periode
Prevalentie
Aantal oude en nieuwe gevallen/totale populatiegroep
Soorten prevalentie
- Periode prevalentie
- Puntprevalentie (op een bep moment)
- lifetime prevalentie
Verloop - Epidemiologie
- Acuut verloop
- Intermitterend verloop (remissie en recidief)
- statisch verloop; toestand onveranderd
- Progressief verloop; toestand verslechtert
factoren van ongelijkheid
- SES
- Stedelijke gebieden
- Alleenstaand
- Leeftijd
- Etniciteit
Geschiedenis
- Intamuraal -> extramuraal
- Solitair -> multidisciplinair
- medisch model -> bio-psycho-sociaal model
- Behandeling van stoornissen -> zorg voor de mens
Etiologie
leer der oorzaken
Fysiopathogenese
= de wijze waarop verstoorde neurobiologische mechanismen bijdragen tot het ontstaan van psychiatrische ziektebeelden.
Psychopathogenese
= De wijze waarop verstoorde psychische mechanismen bijdragen tot het ontstaan van psychiatrische ziektebeelden.
Vulnerabiliteit
= genetische -en omgevingsfactoren
1. Erfelijkheid
2. Gedeelde omgeving
3. Unieke omgeving
Heritabiliteit
Dat deel van het fenotype dat kan verklaar worden door het genotype, maar complex gegeven door de interactie met de omgevingsfactoren
Klinische epidemiologische studies
- familiestudies
- tweelingenstudies
- adoptiestudies
Moleculair genetische studies
- Koppelingsstudies
- Associatiestudies
Gen - omgevingsinteractie
genetische factoren beïnvloeden de gevoeligheid voor omgevingsfactoren en omgekeerd.
Gen - omgevingscorrelatie
= pat hebben een genetische kwetsbaarheid en gaan hierdoor een bepaalde omgeving gaan opzoeken
Acetylcholine
functies: spiercontracties, herinneringen
verband met afwijkend gedrag:
Alzheimer = lagere waarden
Dopamine
Functies:
spiercontracties
leren, herinneren, geheugen
verband met afwijkend gedrag:
Schizofrenie; dysbalans
Norepinephrine
Functies:
Leren, herinneren
Verband met afwijkend gedrag:
Depressie: dysbalans