Hoofdstuk 2 Flashcards

(14 cards)

1
Q

periode in periodiek systeem

A

horizontale lijn in periodiek systeem geeft het aantal schillen aan van een atoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

nuclide

A

een atoom met een welbepaald aantal protonen en neutronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

groep in het periodiek systeem

A

vertikale kolom in het periodiek systeem geeft aan hoeveel elektronen een atoom op de buitenste schil bezit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

overgangselementen of overgangsmetalen

A

de elementen die zich in de nevengroepen (b- groepen) bevinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

isotopen

A

atomen met hetzelfde aantal protonen maar verschillend aantal neutronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

relatieve atoommassa

A

verhouding tussen de absolute massa van de atoom en de atomaire massa eenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

nucleonen

A

de kerndeeltjes: de neutronen en de protonen samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

elementaire ladinghoeveelheid (symbool E)

A

de eenheid waarin de ladingen van de elementaire deeltjes worden uitgedrukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de gemiddelde relatieve atoommassa

A

de atoommassa die wordt weergegeven in het periodiek systeem. deze houdt rekening met de massagetallen van de verschillende isotopen, vermenigvuldigd met het procentueel voorkomen in de natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

elektronenconfiguratie

A

de verdeling van de verschillende elektronen over de schillen van een atoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

atomaire massa eenheid of unit (u)

A

één unit is gelijk aan 1/12 van de atoommassa van een koolstof-12-atoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

valentie-elektronen

A

de elektonen op de buitenste schil van een atoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

massagetal (A)

A

getal dat de som van de massa’s van alle protonen en neutronen in de kern van een atoom weergeeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

atoomnummer (Z)

A

getal dat het aantal protonen en elektronen van een atoom weergeeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly