Hoofdstuk 2- De waarde van noten bepalen

Question 1

Ritme

Answer 1

Een patroon van regelmatige of onregelmatige pulsen

Question 2

Metrum

Answer 2

Een puls die de tijd in gelijke eenheden verdeelt

Question 3

Tel

Answer 3

Een gelijke eenheid die wordt verdeeld door een puls. Samen vormen ze het metrum

Question 4

Nootwaarde

Answer 4

Bepaalt de lengte van een noot. Wordt aangegeven door de grootte en de vorm van de noot.

Question 5

Kop

Answer 5

Het ronde bolletje van de noot

Question 6

Stok

Answer 6

Het verticale lijntje dat aan de kop vastzit.

Question 7

Vlaggetje

Answer 7

Het kromme lijntje dat vanaf het uiteinde van de stok omhoog of omlaag wijst. Achtste noten en korter hebben dit vlaggetje.

Question 8

Waardestreep

Answer 8

Als de noten allemaal een vlaggetje hebben, is het overzichtelijker ze met een waardestreep te verbinden.

Question 9

semibrevis

Answer 9

hele noot

Question 10

minima

Answer 10

halve noot

Question 11

semiminima

Answer 11

kwartnoot

Question 12

fusa (noten)

Answer 12

achtste noten

Question 13

semifusa

Answer 13

zestiende noten

Question 14

demisemifusa

Answer 14

tweeëndertigste noten

Question 15

Twee manieren om een noot langer te maken…

Answer 15

1. punteren= anderhalf keer zo lang als de noot ervoor
2. verbinden= noten van dezelfde toonhoogte bij elkaar optellen in lengte.