hoofdstuk 3: de resultatenrekening Flashcards
(11 cards)
resultatenrekening
= overzicht van opbrengsten en kosten over een bepaalde periode
kosten
= door opoffering van productiemiddelen
- arbeid: inzet van mensen
- natuur: verbruik van grondstoffen of energie
- kapitaalgoederen: gebruik van bedrijfsmiddelen
opbrengsten
= bruto- opbrengst uit de hoofdactiviteit vd onderneming:
- alles wat je verdiend voor belasting
bedrijfsresultaat
= door commerciële of productieve bedrijfsactiviteiten
bedrijfsopbrengsten
= omzet verminderd met toegestane korting & zonder btw
bedrijfskosten
= alle kosten die nodig zijn om de verkoopsactiviteit te realiseren
financiële opbrengsten
- interesten op leningen door de onderneming verstrekt
- interesten aangerekend op klanten voor laattijdig betalen
financiële kosten
- interesten en andere kosten door de onderneming aangegane leningen
- interesten te betalen aan leveranciers voor laattijdig betalen
belasting op het resultaat
= resultaat voor belasting verminderd met het resultaat van de verschuldigde belasting
resultaatverwerking
= besloten door algemen vergadering van vennootschappen
verschil balans en resultatenrekening
balans =
- toestand op 1 moment
- cijfers = momentopname
- geen details van winst of verlies
resultatenrekening =
- evolutie over een periode
- cijfers = cumulatief
- toont precies hoe winst/ verlies is opgebouwd