hoofdstuk 6: kostenindelingen Flashcards

(13 cards)

1
Q

vaste kosten

A

= blijven binnen bepaalde productiegrenzen onveranderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

variabele kosten

A

= veranderen mee met productieniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

proportioneel variabele kosten

A

= stijgen/ dalen recht evenredig met productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

degressief variabele kosten

A

= stijgen minder snel dan productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

progressief variabele kosten

A

= stijgen sneller dan productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

trapsgewijs variabele kosten

A

= veranderen met sprongen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

homogene vs heterogene productie

A
  • homogene: 1 soort product -> alle kosten zijn aan dat ene product toe te wijzen
  • heterogene: meerdere producten -> niet alle kosten zijn direct toewijsbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

directe kosten

A

= rechtstreeks toe te wijzen aan een product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

indirecte kosten

A

= geen direct verband met 1 specifiek product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

toewijzingsmethoden indirecte kosten:

A
  • equivalentiecijfermethode
  • toeslag -/ opslagcalculatie
  • kostenplaatsenmethode
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

historische kosten

A

= werkelijke kosten uit het verleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gebudgetteerde kosten

A

= vooraf geschatte kosten op basis van verwachte productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

standaardkosten

A

= kosten bij een normaal productievolume, als maatstaf voor controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly