Hoofdstuk 3 en 4 Flashcards
(14 cards)
wat is het vrijlichaamsschema
een voorstelling van alle onbekende krachten die op een lichaam werken
formule van de kracht van de veer
F = k*s
met k als de veerconstante
en s als de uitgerekte lengte
hoe gaan de trekkrachten bij kabels of katrollen
wat moet je allemaal op het vrijlichaamsschema zetten
alle krachten (actie- en reactiekrachten)
de juiste grootte en richting van de gekende krachten met letters
wat is belangrijk bij het bereken van vectoren in statica
∑F = 0 = ∑Fx + ∑Fy (+ ∑Fz)
wat is een ander woord voor een moment van een kracht
torsie
formule moment + eenheid
Mo = Fd
met d de loodrechte afstand van O tot de kracht
+ Nm
formule d bij momenten + benoem de delen
d = r * sin θ
met r als de afstand van O naar de kracht
en sinθ als de hoek waaronder de kracht sta
hoe bepaal je het resulterend moment + hoe weetje het teken van de kracht
Mro = de som van alle momenten van alle krachten
+ als het moment draait met de klok mee dan is het negatief en in tegenwijzerzin positief
scalair product bij momenten
C = AB sinθ
commutatieve regel bij scalair product bij momenten
AB = -BA = -C
wat is de richting van de C vector bij momenten
C staat loodrecht op A en B
wat zijn de formules van Mo hier
Mo = r1*F = r2*F = r3*F
cartesische formule moment in matrix + ander woord matrix
tensor