Hoofdstuk 3, Thema 2 Flashcards

(25 cards)

1
Q

opvoedingsstijl

A

algemene houding v/d opvoeder t.o.v. het kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

psychologen

A

Maccoby & Martin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2 opvoedingsdimensies van opvoedingsstijl

A

responsiviteit & controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

responsiviteit (opvoedingsstijl)

A

warmte/afstandelijkheid van opvoeder t.o.v. het kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

controle

A

hoeverre de opvoeder grenzen stelt/vrijheid geeft a/h kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoge controle, hoge responsiviteit

A

autoritatieve opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoge controle, lage responsiviteit

A

autoritaire opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

lage controle, lage responsiviteit

A

verwaarlozende opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

lage controle, hoge responsiviteit

A

permissieve opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

autoritatieve stijl

A

-ondersteunende of gezaghebbend opvoeding
-hoge controle: duidelijke regels, grenzen stellen
-hoge responsiviteit: regels uitleggen, aanmoediging & steuning zelfstandigheid
-eerder onderhandelend dan bevelend (democratische opvoeding)
-positiefste effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

autoritaire stijl

A

-hoge controle: strenge regels, hoge eisen & veel discipline
-lage responsiviteit: geen warmte, communiceren via bevelen
-effecten liggen tussenin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verwaarlozende stijl

A

-afzijdige of onverschillige opvoeding
-lage controle: geen regels & leggen geen eisen op
lage responsiviteit: weinig interactie & weinig emotionele betrokkenheid/liefde
-negatiefste effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

permissieve stijl

A

-toegeeflijke opvoeding
-lage controle: stellen weinig grenzen, houden zich niet aan regels/afspraken
-hoge responsiviteit: warme omvang met grote beslissingsvrijheid
-3 vormen verwenning
-pedagogische: eigen zin kunnen doen, nauwelijks straf
-materiële: krijgen veel spullen
-affectieve: kinderen opgehemeld & kunnen niks verkeerd doen
-anti-autoritaire opvoeding: stijl bewust kiezen -> vrijheid v/d kinderen belangrijk
-effecten liggen tussenin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

opvoedingsdimensies

A

-bepaald gedragskenmerk dat min of meer voorkomt in opvoedingsrelaties
-onderzoek responsiviteit, gedragsmatige controle & psychologische controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

responsiviteit (opvoedingsdimensies)

A

-mate van ondersteuning & liefde in een relatie tussen ouder & kind (2 aspecten
-warmte & tederheid tonen, samen leuke dingen doen
-troost & steun bieden, stress v/h kind verminderen
-hoog -> gevoel van waardering & aanvaarding, beter sociaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gedragsmatige controle

A

-mate waarin ouders gedrag structureren (3 manieren)
-regels & duidelijke communicatie over wat mag & niet mag
-toezicht op de kinderen
-reacties bij overtredingen (bv. met straffen)

17
Q

psychologische controle

A

-gedrag van kind proberen beïnvloeden door in te spelen op emoties (2 vormen)
-afhankelijkheidsgeoriënteerde: ouders laten kinderen (emotioneel) niet los
-prestatiegeoriënteerde: ouders willen dat kinderen goed presteren
-schuldgevoelens / schaamte / angst opwekken, & voorwaardelijke aandacht of liefde
-hoog -> minder zelfstandigheid & laag zelfbeeld ontwikkelen

18
Q

typische opvoedingsmiddelen

A

uitleggen, instructies geven, regels stellen, aanmoedigen, voordoen, straffe & belonen

19
Q

regels

A

-regels succesvol maken -> voorwaarden
-regels = resultaat van overleg & communicatie
-duidelijk
-consequent toegepast
-komen overeen met ontwikkelingsniveau v/h kind
-waardering aan gehoorzamend kind tonen

20
Q

straffen

A

-ongewenst gedrag af leren
-3 soorten straffen
-fysieke: vervelende lichamelijke prikkels toedienen (+)/aangename prikkels afpakken (-)
-activiteits: onaangename opleggen (+)/aangename afpakken (-)
-sociale : via negatieve emoties ontevredenheid tonen (+)/relatie even onderbreken (-)

21
Q

straffen werken niet

A

-moet als straf ervaren worden (bij ied anders)
-moet heel consequent toegepast worden
-moet onmiddelijk na ongewenst gedrag
-bekrachtiging soms sterker dan straf

22
Q

straffen slechte neveneffecten

A

-effect korte duur (steeds zwaarder nodig)
-vaak gepaard met roepen en/of geweld
-kan eigenwaarde beschadigen & leiden tot aangeleerde hulpeloosheid
-kind leert eerder ontsnappingsgedrag

23
Q

andere aanpak straffen

A

ongewenst gedrag laten uitdoven of vermijden door uitlokkende factor weg te nemen

24
Q

belonen

A

-bekrachtigen van gewenst gedrag
-stimuleert eigenwaarde v/h kind
-3 soorten beloningen
-materiële: iets tastbaar geven (geen negatieve)
-activiteits: iets leuk doen (+) of onaangename bezigheid wegnemen (-)
-sociale: via aandacht, aanmoediging of waardering (geen negatieve)

25
paar aandachtspunten belonen
-gemaakte afspraken over beloningen nakomen -beloning moet als beloning voelen -vermijd te veel/te grote materiële & activiteitsbeloningen -kinderen zijn heel gevoelig voor goedkeuring v/d opvoeders