hoofdstuk 4 Flashcards
(65 cards)
zwarte straler
‘geïdealiseerd’ object dat alle elektromagnetische straling die erop valt, absorbeert
temperatuur zwarte straler eigenschappen
1) wet van Stefan-Boltzmann: de stralingsflux wordt gegeven door F=\rho T^4
2) de verschuivingswet van Wien: voor de golflengte waarbij de uitgezonden straling maximaal is, geldt: \lambda*T=2.898mmK
sterren
hemellichamen die energie uitstralen die geproduceerd is door middel van kernfusie in de diepere delen van de ster
parallax
de hoek waaronder de ster de astronomische eenheid ziet
parsec
één parsec is de afstand van een ster met een parallax van precies één boogseconde
(absolute) monochromatische lichtsterkte
de hoeveelheid uitgestraalde energie per tijdseenheid bij een bepaalde golflengte
(absolute) bolometrische lichtsterkte
de totale hoeveelheid uitgestraalde energie per tijdseenheid
(absolute) monochromatische stralingsflux
de hoeveelheid uitgestraalde energie per tijdseenheid per oppervlakte-eenheid bij een bepaalde golflengte
(absolute) bolometrische stralingsflux
de totale hoeveelheid uitgestraalde energie per tijdseenheid per eenheid van oppervlak
atmosferische extinctie
de straling van een ster die geabsorbeerd wordt door een ster
interstellaire absorptie
absorptie ten gevolge van interstellair stof
schijnbare lichtsterkte
𝑓 = \integraal 𝑓λ𝑆λ 𝑑λ, met 𝑆λ de gevoe-
ligheidsfunctie van de detector
schijnbare bolometrische lichtsterkte
door 𝑆λ=1 te nemen
zonneconstante
de schijnbare bollometrische lichtsterkte van de zon
lichtsterkte
de hoeveelheid energie die we van een hemellichaam ontvangen
helderheid
de gewaarwording van de hoeveelheid energie die we van een hemellichaam ontvangen
De schijnbare bolometrische magnitude
een maat voor de totale hoeveelheid straling die een hemellichaam uitzendt, zoals waargenomen vanaf de aarde
bolometrische correctie
de correctie die je toepast op de absolute visuele magnitude van een ster om de bolometrische magnitude te berekenen
absolute magnitude
de schijnbare
magnitude die een hemellichaam zou hebben op 10 pc van ons
afstandsmodulus
Het verschil tussen schijnbare en absolute magnitude
continu sterspectra waar
in diepe lage van de atmosfeer met veel vrije elektronen
absorptielijnen sterspectra waar
buitenste lagen van de atmosfeer met voldoende gebonden atomen
spectraaltypen
O(blauw), B(witblauw), A(blauw), F(geelwit), G(geel), K(oranje), M(rood)
optische dubbelsterren
sterrenparen (of meer sterren) die toevallig dicht bij elkaar staan aan de hemel, maar niet gravitationeel gebonden zijn aan elkaar