hoofdstuk 4 pluriforme samenleving Flashcards

(59 cards)

1
Q

pluriforme samenleving

A

een samenleving met verschillende culturen, levensstijlen en godsdiensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

cultuur

A

alle waarden en normen die unaniem zijn voor leden van een groep of samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

cultuurkenmerken

A

de waarden en normen van de cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

socialisatiefunctie

A

een cultuur hebben heeft als functie een onderdeel van je persoonlijkheid zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gemeenschappelijk referentiekader

A

een functie van de cultuur dat ervoor zorgt dat je elkaar begrijpt omdat je dezelfde factoren van buitenaf hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gedragsregulerend

A

een functie van cultuur wat ervoor zorgt dat het gedrag van mensen geordend en voorspelbaar loopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

dominante cultuur

A

een dominante cultuur is een cultuur waarvan de meerderheid van de bevolking het eens is met die normen en waarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

subcultuur

A

een kleine groep met mensen wijken af van de dominante cultuur hun normen en waarden zijn iets anders vaak passen die bij een specifieke levensstijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

culturele diversiteit

A

er zijn veel subculturen binnen ons land met verschillende levensstijlen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gender

A

dit zijn de culturele verschillen tussen mannen en vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

rolpatronen

A

dit zijn de verwachtingen die horen bij een bepaald geslacht of van een bepaald persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

etnische subcultuur

A

deze subcultuur is ontstaan doordat mensen met dezelfde afkomst zich verbonden voelen en de daarbij horende waarden, normen en andere gewoontes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

tegencultuur

A

is wanneer een groep mensen die zich verzetten tegen de dominante cultuur en dat willen veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

sociale cohesie

A

onderlinge verbondenheid binnen een land zo hebben mensen ook meer voor elkaar over

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

socialisatie

A

doormiddel van imitatie nemen we gewoontes, normen en waarden over van de groep waar wij bij horen dit doen we bewust en onbewust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

socialiserende instituties

A

dit zijn de plekken waar die gewoontes worden overgenomen denk hierbij aan school, het gezin, werk, sport en maatschappelijke groeperingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

sociale controle

A

dit is wanneer andere mensen anderen stimuleren om zich aan de normen te houden hier heb je formele en informele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

sancties

A

dit zijn de gevolgen die normen hebben hier heb je postieve en negatieve versies van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

internalisatie

A

dit houdt in dat mensen zich de waarden en normen eigen maken zoals de mensen om hun heen verwacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

persoonlijke identiteit

A

dit is het beeld wat je hebt van jezelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

sociale identiteit

A

het deel van je zelfbeeld dat is afgeleid van de groepen en culturen waarmee je je verbonden voelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

cultuurrelativisme

A

alle culturen zijn gelijk aan elkaar en je kan allen gedrag beoordelen met maatstaven van die cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

cultuuruniversalisme

A

hierbij ga je ervan uit dat iedereen dezelfde waarden heeft ongeacht van waar ze wonen in de universele rechten verklaring staat wat een cultuur mag doen of niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

etnocentrisme

A

een manier van kijken waarbij de eigen groep wordt gezien als het middelpunt van alles en alle andere daaraan afmeet

25
wij-zij-denken
is wanneer twee groepen sterk tegen over elkaar en praten vaak op de manier van wij zijn beter en zij niet
26
categoriseren
dingen zetten in hokjes dus hokjes denkers
27
stereotypen
zijn de hokjes die wij associëren met bepaalde mensen karakter eigenschappen
28
vooroordelen
door het hokjesdenken gaan we ook snel al dingen denken omdat we dat vinden passen bij het hokje
29
discriminatie
dit is het verkeerd behandelen van mensen op basis van kenmerken die helemaal niet belang zijn dit kan bewust en onbewust
30
racisme
dit is het vernederen en kwetsen van mensen op basis op van kleur of afkomst institutioneel
31
intitutioneel racisme
dut is racisme dat vast zit in tradities of regels van organisaties
32
xenofobie
dit is haat dragen tegenover alles wat vreemd is
33
polarisatie
dit is wanneer twee groepen heel sterk tegen overelkaar staan polarisatie wordt gebruikt om duidelijk te hebben waar de mensen
34
inclusieve samenleving
een samenleving waar iedereen erbij hoort en mag doen wat hij of zij wilt doen
35
migreren
naar een ander land verhuizen
36
gastarbeiders
erbeidsmigranten die weer teruggaan na een bepaald periode
37
restrictief toelatingsbeleid
het houdt in dat we strenge voorwaarden hebben aan wie er binnen nederland mag komen
38
vluchteling
een immigrant die zijn land moet verlaten onder druk
39
asielzoekers
zijn mirganten die opzoek zijn naar een plek om te verblijven
40
arbeidsmigrant
iemand die in sectoren komt te werken waar wij te weinig mensen voor hebben
41
kennismigrant
mirganten hebben kennis op gedaan in hun eigen land en dat hier weer leren aan nederlanders
42
volgmigratie
wanneer iemand is geemigreerd en waarna zijn familie volgt
43
illigalen
wanneer iemand na 28 geen verblijfsvergunning krijgt en zich verstoppen worden ze gezien illegaal
44
irreguliere migratie
irreguliere migratie gaat over mensen die geen papieren hebben hun immigratie gaat vaak via mensen smokkelaars
45
morele verplichting
gaat over dat je mensen in nood wilt helpen want dat is moreel correct
46
assimilatie
het opgeven van de eigen culturele indentitei en het volledig aanpassen aan de dominante cultuur
47
integratie
het samgaan van cultuurgroepen door wederzijdse aanpassing
48
segregatie
groepen die gescheiden van elkaar leven
49
radicalisering
wanneer gedachten van mensen steeds extremer wordt en steeds verder ingaan in de waarden en normen van de democratische rechtsstaat
50
verzuiling
mensen organiseren zich rond hun geloof of overtuiging
51
ontkerkelijking
mensen verlaten de kerk en beschouwen zichzelf niet meer als kerkgenootschap
52
seculiere samenleving
een samenleving waarin de rol van religie in het maatschappelijk leven is afgenomen en religie als een priveaangelegnheid wordt beschouwd
53
individualisering
mensen zien zichzelf als vrij individu en houden zich alleen bezig met zichzelf
54
globalisering
de ontwikkeling waardoor mensen wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden raken
55
emancipatie
mensen streven actief naar gelijke rechten en gelijke behandeling
56
juridisch burgerschap
geeft alle burgers gelijke rechten politiek en sociaal
57
maatschappelijke burgerschap
dit gaat over hoe je mee doet met de maatschappij en de verantwoordelijkheden die erbij horen
58
respect
je laat de ander in zjin of haar waarde
59
tolerantie
je erkent dat er naast je eigen denkbeelden gewoonten en kenmerken ook andere zijn van gelijke waarde