paragraaf 1 Flashcards

(93 cards)

1
Q

Wat zijn waarden?

A

Waarden zijn uitgangspunten of principes die mensen belangrijk vinden in hun leven en die ze willen nastreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn normen?

A

Normen zijn gedragsregels die ontstaan uit je persoonlijke waarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een maatschappelijk vraagstuk?

A

Vraagstukken die de belangrijke vragen van onze samenleving omvatten, waarbij grote groepen de gevolgen ondervinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent Macroniveau?

A

Maatschappelijke vraagstukken zijn grootschalig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent Microniveau?

A

De gevolgen zijn op persoonlijk of individueel merkbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn belangentegenstellingen?

A

Verschillen in levensovertuiging, ideologie of maatschappelijke positie die leiden tot conflicten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een dilemma?

A

Een lastige keuze die voor alle mensen nadelen kan veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een gemeenschappelijke aanpak?

A

Een aanpak waarbij veel mensen nadelige gevolgen ervaren van een maatschappelijk vraagstuk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de dynamiek van de samenleving?

A

De manier waarop normen en waarden van een maatschappij veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is macht?

A

Het vermogen om het gedrag of denken van anderen te beïnvloeden, desnoods met dwang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is gezag?

A

Macht die geaccepteerd en verwelkomd is in onze gemeenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is sociale ongelijkheid?

A

Verschillen tussen mensen in kennis, financiële middelen en politieke macht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is sociale cohesie?

A

De mate waarin mensen zich met elkaar verbonden voelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is desinformatie?

A

Onjuiste of misleidende informatie die expres wordt gemaakt en verspreid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is indoctrinatie?

A

Het langdurig, systematisch en dwingend opdringen van eenzijdige opvattingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een filterbubbel?

A

Wanneer iemand alleen informatie te zien krijgt die hij of zij eerder heeft opgezocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een referentiekader?

A

Alles wat je bezit aan kennis, normen, waarden en gewoonten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn journalistieke normen?

A

Basisprincipes die journalisten in hun werk hanteren, zoals feiten controleren en hoor en wederhoor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is mediawijsheid?

A

Rekening houden met de veiligheid van jezelf en anderen online.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is een sociaal contract?

A

Afspraken die zijn gekomen om in natuurlijke vrijheid en gelijkheid te leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat betekent legaliteitsbeginsel?

A

De overheid mag alleen de vrijheid van burgers inperken als dit is vastgesteld in wetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn klassieke grondrechten?

A

Rechten die vrijheid en gelijkheid waarborgen, zoals gelijke behandeling en persoonlijke vrijheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn sociale grondrechten?

A

Rechten zoals werkgelegenheid, sociale zekerheid en onderwijs, gericht op welzijn van burgers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat houdt wederkerigheid in?

A

Wat je zelf eist, moet je ook kunnen verwachten van jezelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is de trias politica?
De verdeling van de macht van de staat in wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht.
26
Wat zijn de kenmerken van goede wetten?
Algemeen, openbaar en begrijpelijk, geen onmogelijke eisen, geen terugwerkende kracht, niet tegenstrijdig, redelijk en zorgvuldig.
27
Wat zijn de noodzakelijke elementen voor een goede wet?
* Algemene wetten * Openbaar en begrijpelijke wetten * Geen onmogelijke eisen * Geen terugwerkende kracht * Niet onderling tegenstrijdig * Niet te vaak aangepast * Redelijk en zorgvuldig ## Footnote Deze elementen waarborgen de rechtszekerheid en de legitimiteit van de wetgeving.
28
Wat is het doel van het burgerlijk wetboek?
Om de vrijheid van de burgers te verzekeren ## Footnote Het burgerlijk wetboek waarborgt de rechten en plichten van burgers.
29
Wat zijn de gevolgen van de overvloed aan wetten na de Tweede Wereldoorlog?
De overheid werd overbelast ## Footnote Dit leidde tot privatisering en de verdeling van taken over gemeentes en provincies.
30
Wat houdt privatisering en marktwerking in?
Taken werden gedelegeerd aan gemeentes en provincies en sommige taken werden geprivatiseerd ## Footnote Regels werden opgesteld voor de markt en marktautoriteiten controleerden deze.
31
Wat is de trias politica?
Scheiding en evenwicht van machten ## Footnote Het bestaat uit de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.
32
Wat zijn de drie machten binnen de trias politica?
* Wetgevende macht * Uitvoerende macht * Rechterlijke macht ## Footnote Deze machten zorgen voor checks and balances om machtsconcentratie te voorkomen.
33
Wat is de rol van de wetgevende macht in Nederland?
Lig in de handen van het parlement en de regering ## Footnote Het parlement bestaat uit de eerste en tweede kamer.
34
Wie controleert de wetgevende macht?
De uitvoerende en rechterlijke macht ## Footnote De wetgevende macht kan ook de rechterlijke macht controleren.
35
Wat is het privaatrecht?
Rechtsgebieden die conflicten tussen burgers regelen ## Footnote Dit omvat personen- en familierecht, ondernemingsrecht en vermogensrecht.
36
Wat is een dagvaarding?
Een schriftelijke mededeling dat iemand voor de rechter moet komen ## Footnote Hierin staat de eis, eiser, motivatie en details van de rechtszaak.
37
Wat is het verschil tussen een misdrijf en een overtreding?
* Misdrijf: ernstige strafbare feiten * Overtreding: minder ernstige strafbare feiten ## Footnote Dit onderscheid is belangrijk voor de strafmaat en procedure.
38
Wat zijn de fases van het strafproces?
* Opsporing * Aanhouding * Vervolging * Berechting * Hoger beroep of cassatie * Uitvoering van de straf ## Footnote Elke fase heeft specifieke procedures en rechten voor de verdachte.
39
Wat zijn de grondrechten in het strafrecht?
* Recht op een eerlijk proces * Onschuldvermoeden * Aanhouding volgens het wetboek van strafvordering * Recht op een advocaat ## Footnote Deze rechten beschermen burgers tegen machtsmisbruik door de staat.
40
Wat houdt het legaliteitsbeginsel in?
* Strafbaarheidsbeginsel * Strafbepaling * Ne bis in idem-regel * Maximumstraf * Verjaringstermijn ## Footnote Dit principe zorgt ervoor dat mensen met macht hun bevoegdheden niet kunnen misbruiken.
41
Wat is een kort geding?
Een versnelde en vereenvoudigde procedure voor spoedeisende zaken ## Footnote Het normale proces wordt ook wel de bodemprocedure genoemd.
42
Wat is discretionaire bevoegdheid?
De bevoegdheid van ambtenaren om zelfstandig te bepalen hoe de wet wordt toegepast ## Footnote Dit geeft ambtenaren enige vrijheid binnen de kaders van de wet.
43
Wat zijn strafuitsluitingsgronden?
Wanneer iemand het feit heeft gepleegd maar niet wordt gestraft ## Footnote Dit kan bijvoorbeeld door psychische overmacht of noodweer.
44
Wat zijn de soorten straffen?
* Vrijheidsstraf * Geldboete * Taakstraf * Bijkomende straf ## Footnote De keuze voor een straf is afhankelijk van de ernst van de overtreding en de omstandigheden.
45
Wat is een heisstraf?
Een heisstraf beperkt iemands vrijheid en kan maximaal 16 maanden duren bij overtredingen. ## Footnote Heisstraf is een term die verwijst naar de beperking van vrijheid als strafmaatregel.
46
Wat zijn taakstraffen voor jongeren?
Taakstraffen voor jongeren kunnen gedragstraining of werkstraf zijn, met een maximale werkstraf van 240 uur. ## Footnote Gedragstraining wordt alleen gegeven bij herhalende daders met agressieproblemen.
47
Noem de verschillende doelen van straffen.
* Wraak en vergelding * Afschrikking * Voorkomen van eigenrichting * Resocialisatie * Beveiliging van de samenleving ## Footnote Deze doelen zijn bedoeld om zowel de dader als de maatschappij te beschermen en te verbeteren.
48
Wat zijn de rechten van (ex-)gedetineerden?
Gevangenen hebben recht op eten, bezoek en ontspanning, en kunnen na een jaar en een derde van hun straf aanvragen tot voorwaardelijke invrijheidsstelling. ## Footnote Dit houdt in dat ze onder voorwaarden vrijgelaten kunnen worden met ondersteuning van de reclassering.
49
Wat is het jeugdstrafrecht?
Jeugdstrafrecht geldt voor jongeren tussen 12 en 18 jaar, waarbij lichte misdrijven vaak via bureau Halt met taakstraf worden afgehandeld. ## Footnote Kinderen onder de 12 zijn niet strafrechtelijk verantwoordelijk en worden onder jeugdzorg geplaatst.
50
Wat houdt de uitbreiding van spreekrecht in?
Slachtoffers en nabestaanden hebben meer rechten gekregen om hun verhalen te delen en straf te eisen, waarbij de verdachte aanwezig moet zijn. ## Footnote Dit bevordert de betrokkenheid van slachtoffers in het strafproces.
51
Wat is er veranderd aan taakstraffen?
Mensen die geweldsfeiten plegen komen niet meer in aanmerking voor taakstraffen, ook niet herhalende criminelen. ## Footnote Dit is een maatregel om ernstiger met geweldsmisdrijven om te gaan.
52
Wat zijn internationale grondrechten?
Internationale grondrechten zijn vastgelegd in documenten zoals de Universele verklaring van de rechten van de mens en het EVRM, welke afdwingbaar zijn bij nationale rechters. ## Footnote De Universele verklaring is geen bindend verdrag, maar een morele grondwet.
53
Wat is het internationale gerechtshof?
Het internationale gerechtshof bestaat uit vijftien rechters uit verschillende landen die internationale geschillen beslechten. ## Footnote Dit hof houdt zich bezig met rechtszaken tussen staten.
54
Wat is uitlokking?
Uitlokking betekent een verdachte verleiden tot het plegen van een misdrijf waarvan niet vaststaat dat hij dat anders ook had gepleegd. ## Footnote Dit kan juridische complicaties met zich meebrengen.
55
Wat zijn lokmiddelen in Nederland?
In Nederland is uitlokking verboden, maar het gebruik van lokmiddelen is toegestaan, zoals virtuele lokpubers door de politie. ## Footnote Lokmiddelen zijn technieken om criminaliteit te bestrijden zonder direct een persoon aan te wijzen.
56
Wat is juryrechtspraak?
Juryrechtspraak is een systeem waarin een willekeurige groep mensen meebepaalt over de straf van een verdachte. ## Footnote Dit systeem is niet gebruikelijk in Nederland.
57
Wat zijn de argumenten voor en tegen de doodstraf?
Voorstanders beweren dat het geld bespaart en een afschrikwekkend effect heeft; tegenstanders wijzen op de mogelijkheid van onschuldige veroordelingen en het verlagen naar het niveau van de crimineel. ## Footnote In de EU is de doodstraf verboden.
58
Wat is big data?
Big data is de verzameling, opslag en analyse van grote hoeveelheden gegevens. ## Footnote Het wordt gebruikt voor verschillende doeleinden, zoals predictive policing.
59
Wat zijn de risico's van predictive policing?
Risico's zijn dat gegevens in verkeerde handen kunnen komen, leiden tot vooroordelen en etnische profilering. ## Footnote Dit kan een zelfversterkend effect hebben op politie-interacties.
60
Hoe kan het gebruik van big data verbeteren?
Betere transparantie, mensenrechtentoets, en het gebruik van informationele zelfbeschikking. ## Footnote Dit helpt om de privacy en rechten van individuen te waarborgen.
61
rechtstaat
staat waarin je als burger met de grondrecht wordt beschermd
62
aurotitaire staar
een kleine groep heeft de macht
63
democratische rechtsstaat
meebepalen wie er in de overheid komt
64
geweldsmonopolie
wanneer de staat alleen geweld mag gebruiken
65
beginsel grondrechter
alle mensen zijn in vrijheid en gelijkheid geboren
66
soevereiniteits en democratie beginsel
mensen sluiten samen een vredes akkoord het sociale contract
67
legaliteitsbeginsel
alles is gebonden aan wat er in de wetten staan
68
beginsel trias politica
alle staatsmachten worden gescheiden
69
constitutionele monachrie
koning en wetten
70
nachtwakersstaat
een staat die zich vooral inzet voor de veilligheid van zijn burgers
71
verticale werking
door burgers kunnen worden geoefend
72
horizontale werking
burgers tegen over elkaar
73
checks and balances
de machten controleren elkaar
74
rechterlijke macht
beslist in conflicten over de juiste toepassing van de wet
75
vierde macht
ambtenaren
76
jurisprudentie
alle uitspraken bij elkaar
77
privaat recht
personen en familierecht, vermogensrecht en ondernemingsrecht
78
rechtspersonen
mensen die zich voor doen als burgers in een rechtszaak
79
kort geding
versnelde zaak voor spoedeisende conflicten
80
publiekrecht
strafrecht, bestuursrecht en staatsrecht
81
onschuldvermoeden
pas schuldig zodra bewezen
82
strafproces
opsporing, aanhouding, vervolging, berechting, hoger beroep en uitvoering straf
83
tenlastligging
wat de gedaagde heeft gedaan
84
noodweer
je verdedigt jezelf tegen geweld
85
overmacht nood toestand
je doet iets vanwege een andere situatie
86
ambtelijk bevel
stilstaan op vluchtstrook
87
psychische overmacht
je was niet goed
88
noodweerexces
je krijgt door de situatie een paniek reactie en pleegt een misdrijf
89
ontoerekeningsvatbaarheid
je bent echt gek en moet naar TBS
90
afwezigheid van schuld
je weet niet dat je iets fout doet
91
UVRM
morele grondwet
92
EVRM
afdwingbare rechten over europa
93