Hoofdstuk 5 - Aandoeningen van de vulva en vagina

Question 1

Waaruit bestaat de medicamenteuze behandeling van contactdermatitis?

Answer 1

Topisch corticoïdpreparaat (hydrocortisone) 1x per dag gedurende 7-10 dagen.

Question 2

Wat gebeurt er bij primo-infectie met HSV?

Answer 2

Het virus nestelt zich via retrograde axonale spreiding naar het overeenkomstig sensibele ganglion.

Question 3

Welk type HSV brengt meer recurrente infecties met zich mee?

Answer 3

Type 2.

Question 4

Welke prodromi kunnen aanwezig zijn bij primo-infectie met HSV?

Answer 4

Tintelingen, jeuk, pijn en branderigheid.

Question 5

Welke type HSV zorgt voor een milder ziektebeeld?

Answer 5

Type 1.

Question 6

Juist of fout?

Een negatieve PCR test voor herpes wilt betekent niet dat de ziekte uitgesloten kan worden.

Answer 6

Juist.

Question 7

In welke gevallen kan een serologietest voor HSV nuttig zijn?

Answer 7

• Recidiverende of atypische anogenitale klachten met negatieve PCR
• Klinische diagnose van herpes genitalis met negatieve PCR
• Patiënten met een partner met herpes genitalis
• Bij SOA-screening
• Bij HIV-positieve patiënten

Question 8

Wat zijn de behandelopties van een acute opstoot van herpes genitalis?

Answer 8

• Aciclovir 5x200 mg per dag gedurende 5d
• Valaciclovir 2x500 mg per dag gedurende 5-10d

Question 9

Waaruit bestaat de episodische behandeling bij recurrente herpes genitalis?

Answer 9

• Aciclovir 3x400 mg per dag of 2x800 mg per dag gedurende 5d
• Valaciclovir 2x500 mg per dag gedurende 3 dagen of 1000 mg per dag gedurende 5d

Question 10

Waaruit bestaat de langdurige suppressiebehandeling van herpes genitalis?

Answer 10

• Aciclovir 2x400 mg per dag
• Valaciclovir 500-1000 mg per dag

Question 11

Door welke HPV-types worden condylomata veroorzaakt?

Answer 11

Type 6 en 11.

Question 12

Er zijn bepaalde omstandigheden nodig om klinische condylomata te ontwikkelen na HPV-infectie. Welke?

Answer 12

Microscopische huidabrasies (scheren, trauma), immunosuppressie en cofactoren (roken, ziekte, medicatie).

Question 13

Wat moet er nog gebeuren indien condylomata vastgesteld worden?

Answer 13

Baarmoederhalsuitstrijkje voor cytologie en HPV-typering wegens het simultaan voorkomen met oncogene HPV-types.

Question 14

Wat zijn de behandelopties van condylomata?

Answer 14

• Indien beperkt: lokale immunomodulerende crème (Imiquimod)
• Indien uitgebreid / inwendig: chirurgie

Question 15

Juist of fout?

Indien chirurgie aangewezen is voor condylomata, moet dit zo snel mogelijk gebeuren.

Answer 15

Fout, men moet wachten tot de groeifase van de condylomata afgerond is. Er moet eerst gestart worden met Imiquimod en dan pas na een aantal weken chirurgie.

Question 16

Hoe kan men molluscum contagiosum herkennen?

Answer 16

Het zijn glanzende, huidkleurige bolvormige papels met een typische centrale indeuking.

Question 17

Welke anatomische veranderingen kunnen gezien worden bij lichen sclerosus?

Answer 17

• Resorptie van labia minore en fusie met de labia majora
• Occlussie van de glans clitoris door preputium
• Vernauwing van vestibulaire holte

Question 18

Welke epitheliale afwijkingen kunnen gezien worden bij lichen sclerosus?

Answer 18

Hypopigmentatie, parelmoeraspect, hyperkeratose, fissuren, erosies, ecchymosen en soms onregelmatige pigmentatie.

Question 19

Is de vagina betrokken bij lichen sclerosus?

Answer 19

Bijna nooit.

Question 20

Juist of fout?

Anogenitale LP is de frequentste oorzaak van chronisch recurrente vulvaire jeuk.

Answer 20

Fout, LS is de frequentste oorzaak van chronisch recurrente vulvaire jeuk.

Question 21

Op welke drie grote pijlers rust de behandeling van LS?

Answer 21

1. Actieve fase: ultrapotent corticoïd clobetasolpropionaat
2. Gebruik van vettig emoliens
3. Zoveel mogelijk schade vermijden

Question 22

In welk doseringsschemaa wordt clobetasolpropionaat voor LS voorgeschreven?

Answer 22

4 weken dagelijks, gevolgd door 4 weken om de 2 dagen, gevolgd door 4 weken 1-2 keer per week.

Question 23

Juist of fout?

Zeker de helft van alle vulvacarcinomen zijn gerelateerd aan anogenitale LS.

Answer 23

Juist.

Question 24

Waardoor kan men lichen planus onderscheiden van lichen sclerosus?

Answer 24

• Er zijn wel frequent extragenitale letsels aanwezig
• Er zijn frequent vaginale letsels aanwezig

Question 25

Wat is het grote verschil met lichen simplex chronicus in vergelijking met LS en LP?

Answer 25

Deze aandoening is omkeerbaar.

Question 26

Wat is de oorzaak van secundaire LSC?

Answer 26

Een aanhoudende jeuk-krab-jeukcyclus.

Question 27

Wat is de oorzaak van primaire LSC?

Answer 27

Het wordt gezien bij patiënten met atopische predispositie en wordt wellicht uitgelokt door mechanische of chemische irritatie.

Question 28

Welke anamnese is typisch voor LSC?

Answer 28

Er is chronisch intermittente jeuk die typisch toeneemt bij zweten, stress of warmte. Daardoo is ze vaak 's avonds of 's nachts meer aanwezig.

Question 29

Waar doet vulvodynie zich meestal voor?

Answer 29

T.h.v. het vestibulum (vestibulodynie).

Question 30

Hoe wordt de pijn bij vulvodynie vaak gerapporteerd?

Answer 30

Ze treedt op bij het begin van penetratie, is minder uitgesproken na volledige penetratie en keert vervolgens na het vrijen terug.

Question 31

Bij wie komen vulvacarcinomen vooral voor?

Answer 31

Oudere vrouwen (60-80 jaar).

Question 32

Bespreek de twee ontstaansmechanismen van premaligne afwijkingen van de vulva.

Answer 32

1. Usual type - Vooral bij jongere vrouwen - Geassocieerd aan HPV16-18 - Multifocaal karakter - Laag ontaardingsrisico (< 10%) - Kan spontaan regresseren 2. Gedifferentieerde type - Vooral bij oudere vrouwen - Niet geassocieerd aan HPV16-18 - Unifocaal karakter - Hoog ontaardingsrisico

Question 33

Hoe kan een VIN herkend worden?

Answer 33

Het doet zich vaak voor als een hyperkeratotisch wit letsel (leukoplakie). Soms zijn er ulceratieve, erythemateuze, gepigmenteerde of prolifererende letsels aanwezig.

Question 34

Hoe kan men een VIN verder onderzoeken?

Answer 34

Men kan een vulvoscopie uitvoeren met behulp van de colposcoop na toevoegen van azijnzuur op het letsel om de vaatpatronen te zien.

Question 35

Waaruit bestaat de behandeling van VIN-letsels?

Answer 35

- Type I: symptomatisch - Type II en III: chirurgische verwijdering - dVIN: brede excisie met pathologisch onderzoek ter uitsluiting van invasie

Question 36

Naar waar zaaien vulvacarcinomen via hematogene weg uit?

Answer 36

Lever, longen en skelet.

Question 37

Wat is de primaire behandeling van een vulvacarcinoom?

Answer 37

Chirurgie.

Question 38

Bij welke tumoren is de sentinelklierprocedure betrouwbaar?

Answer 38

Bij tumoren < 4cm.

Question 39

Hoe worden premaligne VAIN-letsels ontdekt?

Answer 39

Ze zijn volledig asymptomatisch en worden enkel ontdekt door colposcopie naar aanleiding van een afwijkend uitstrijkje.

Question 40

Wat zijn de symtomen van invasief vaginacarcinoom?

Answer 40

Postcoïtaal bloedverlies en abnormale fluor. Indien uitbreiding vertonen patiënten soms hematurie, blaasspasmen, tenesmen en rood bloedverlies per anum.

Question 41

Wat is de primaire behandeling van een invasief vaginacarcinoom?

Answer 41

Radio- of chemotherapie.