Hoofdstuk 6 - Aandoeningen van de cervix Flashcards

(43 cards)

1
Q

Met welke symptomen komen patiënten met agenesie van de cervix meestal op consultatie?

A

Cyclische onderbuikpijn zonder bloedverlies door een hematometrie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is ectropion?

A

Het columnair epitheel van de endocevrix dat buiten op de cervix zichtbaar wordt tijdens de puberteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer moet ectropion behandeld worden?

A

Wanneer er spotting of postcoïtale bloedingen voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de symptomen / klinische tekens van cervicitis?

A

Etterige afscheiding, spotting en postcoïtaal bloedverlies. De cervix ziet er rood en gezwollen uit en meestal treden contactbloedingen op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een Nabotch-cyste?

A

Het is een cyste afkomstig van columnair epitheel die zich in de transformatiezone bevindt en daar nog actief mucus produceert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Binnen de hoeveel tijd wordt een HPV-infectie gewoonlijk geklaard?

A

Na 6-18 maanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vul aan: Men schat dat ongeveeer …% (1) van de premaligne letsels binnen de … (2) jaar ontaarden.

A

1: 20-30
2: 10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie wordt om de hoeveel tijd gescreend?

A

Vrouwen tussen 25 en 65 jaar worden om de 3-5 jaar gescreend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het beleidsvoorstel indien de kwaliteit van het uitstrijkje onvoldoende is?

A

Het uitstrijkje moet na 6m herhaald worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het beleidsvoorstel indien de uitslag van het uitstrijkje een ‘ascus’ rapporteert?

A

Indien HPV positief: colposcopie

Indien HPV negatief
- Herhaal na 6m
- Indien nog ascus: herhaal na 12m
- Indien nog ascus: colposcopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt bedoeld met asc-H?

A

Er zijn atypische squameuze cellen gevonden waarbij HSIL niet uit te sluiten was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het beleidsvoorstel indien de uitslag van het uitstrijkje een ‘Ascus H’ rapporteert?

A

Colposcopie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het beleidsvoorstel indien de uitslag van het uitstrijkje een ‘LSIL’ rapporteert?

A
  • Colposcopie
  • Indien adolescent: herhaal na 6 en 12 maand
  • Indien trofie: herhaal na oestrogeenbehandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het beleidsvoorstel indien de uitslag van het uitstrijkje een ‘HSIL’ rapporteert?

A

Colposcopie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat wordt bedoeld met ‘AGC’ als uitslag van een uitstrijkje?

A

Er zijn atypische glandulaire cellen gevonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het beleidsvoorstel indien de uitslag van het uitstrijkje een ‘AGC’ rapporteert?

A

Colposcopie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Is zwangerschap een contra-indicatie voor colposcopie?

A

Neen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke kleur zullen premaligne letsels krijgen bij aanstippen met azijnzuur?

19
Q

Wat kleurt nog aan bij aanstippen met azijnzuur?

A

Actieve metaplasie.

20
Q

Juist of fout?

Zolang men een deel van de SCJ ziet bij colposcopie, is het voldoende.

A

Fout, de volledige SCJ moet gezien zijn bij colposcopie om van een volledig onderzoek te spreken.

21
Q

Welke kleuring kan nog gebruikt worden om neoplasie te onderscheiden van metasplasie en normaal epitheel?

A

Lugol: dit kleurt epitheelcellen met glycogeen erin.

22
Q

Waaruit bestaat de behandeling van CIN I?

A
  • Zesmaandelijkse controles van cytologie en HPV-aanwezigheid
  • Indien > 2 jaar: opvolging of behandeling
23
Q

Wanneer kan ablatie van de transformatiezone gebruikt worden als behandeling van CIN I?

A

Wanneer de volledige transformatiezone zichtbaar is.

24
Q

Welke behandeling voor CIN moet ingesteld worden indien de transformatiezone niet volledig zichtbaar is?

A

Lusexcisie van de transformatiezone.

25
Hoe worden CIN II en III behandeld?
Bij voorkeur met lusexcisie of ablatie.
26
Wanneer kan CIN II en III behandeld worden met ablatie?
Indien de volledige transformatiezone zichtbaar is en er geen aanwijzingen zijn voor maligne pathologie.
27
Wat is het beleid omtrent opvolging na behandeling van CIN letsels?
Controle na 6 maand met uitstrijkje voor cytologie en HPV. Indien normaal, terug controle na 2 jaar en vanaf dan gewoonlijks terug om de 3 jaar.
28
Wat gebeurt er wanneer tijdens opvolging na behandeling van CIN HPV gevonden wordt?
Controle na zes maand.
29
Wat gebeurt er wanneer tijdens opvolging na behandeling van CIN abnormale cytologie gerapporteerd wordt?
Colposcopie.
30
Juist of fout? Bij een adenocarcinoom moeten de snijranden negatief zijn.
Juist.
31
Juist of fout? Wanneer een actieve HPV-infectie vastgesteld wordt, kan men het HPV-vaccin toedienen om de prognose te verbeteren.
Fout, indien er een HPV-infectie is op het moment van vaccinatie, verandert dat vaccin het verloop van de infectie niet.
32
Hoeveel dosissen van het HPV-vaccin worden gegeven?
- < 15 jaar: 2 - > 15 jaar: 3
33
Vul aan: Baarmoederhalskanker is de ... meest gediagnosticeerde kanker.
Vierde.
34
Juist of fout? Baarmoederhalskanker is de meest voorkomende gynaecologische maligniteit ter wereld.
Juist.
35
Bij welke maligne tumoren wordt para-aortale lymfadenectomie uitgevoerd?
- Alle tumoren groter dan 4 cm - Tumoren kleiner dan 4 cm met verdacht pelviene klieren
36
Hoe wordt vroeg stadium baarmoederhalskanker behandeld?
- IA1: conisatie - IA2-IB1: radicale hysterectomie
37
Wat is een IA1 tumor?
I: tumor beperkt zich tot de uterus A: tumor is enkel microscopisch zichtbaar 1: Invasiediepte < 3 cm
38
Wat is een IA2 tumor?
I: tumor beperkt zich tot de uterus A: tumor is enkel microscopisch zichtbaar 2: Invasiediepte tussen 3 en 5 cm
39
Wat is een IB1 tumor?
I: tumor beperkt zich tot de uterus B: tumor is macroscopisch zichtbaar 1: Tumor is kleiner dan 4 cm
40
Wat is een radicale hysterectomie?
Verwijderen van de baarmoeder, parametria, ligamenta sacro-uterina en enkele centimeters van de vagina.
41
Hoe wordt een radicale hysterectomie uitgevoerd?
Via laparotomie, laparoscopie of robotchirurgie.
42
Welke fertiliteitssparende behandeling kan uitgevoerd worden voor baarmoederhalskanker?
Een trachelectomie. Dat is een verwijdering van de baarmoederhals samen met de parametria en pelviene lymfeklieren.
43
Hoe kan lokaal gevorderde baarmoederhalskanker behandeld worden?
Concomitante radiochemotherapie.