Hoofdstuk 5 - Communicatiepatronen Flashcards

1
Q

Wat is een communicatiepatroon

A

Een reeks uitwisselingen met een regelmatig verloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 2 programmeringen kent de communicatie? En wat houden ze in?

A
  1. Sociale programmering: rituelen gedragingen, zoals bedanken, handen schudden
  2. Individuele programmering: dit gebeurt bij persoonlijke relaties, de interactie is voorspelbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom zijn communicatiepatronen onzichtbaar? Geef mintens 3 redenen

A
  1. We hebben verklaringen van menselijk gedrag geleerd die het denken in patronen belemmerd
  2. We interpreteren de ‘oorzaak-gevolg’-ketens die we zien als subjectief en in ons voordeel
  3. Communicatieregels en patronen zijn zozeer onderdeel van onze cultuur, dat we ze alleen in bijzondere gevallen herkennen
  4. De kennis van communicatiepatronen is onvolledig
  5. Het zien van communicatiepatronen vereist kennis, inzicht en abstractievermogen
  6. Er bestaat een gevoelsmatige weerstand tegen deze kennis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem 4 functies van communicatiepatronen

A
  1. Ze maken comm mogelijk
  2. Ze maken integratie van het individu met de sociale omgeving mogelijk
  3. Ze zijn een voorwaarde voor de ontwikkeling van mentale processen
  4. Ze bevorderen de regulering van gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Interactie betekent?

A

Keten van reacties, iedere deelnemer reageert op het laatste gedrag van de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen symmetrie en compensatie

A

Bij symmetrie beïnvloeden de gesprekspartners elkaar en gaan ze dingen overnemen, zoals met handen over elkaar zitten. Bij compensatie voelen mensen zich verantwoordelijk voor de zwijgzame partner en vullen ze stiltes op met woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Analyse van Berne, welke zijnswijze kennen we?

A
  1. Ouder-zijnswijze
  2. Volwassen-zijnswijze
  3. Kind-zijnswijze
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een transactionele analyse?

A

Alles wat tussen mensen gebeurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke twee transacties kennen

A
  1. Complementaire transacties

2. Kruistransacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly