Hoofdstuk 6 - Interculturele communicatie Flashcards

1
Q

Cultuur is een geheel van onderling samenhangende …. aspecten. Welke 3?

A
  1. Psychologische aspect
  2. Sociologische aspect
  3. Technologische aspect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt het psychologische aspect in?

A

Waardesystemen, attidudes, zelfbeelden, aard van relaties met anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt het sociologische aspect in?

A

De manier waarop in een maatschappij groeperingen zich vormen en zich tot elkaar verhouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt het technologische aspect in?

A

Cultuur omvat alle voorwerpen, werkwijzen en werktuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is cultuur te veranderen? Ja of nee

A

Ja geleidelijk aan kan een cultuur veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Er zijn drie dingen die Sapir in het boek vast stelt m.b.t taal, welke zijn dat

A
  1. Zonder taal kunnen mensen niet denken
  2. De taal bepaalt hoe mensen de wereld waarnemen
  3. De taal beïnvloedt hoe mensen denken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat delen cultuur, taal en communicatie met elkaar?

A

Het procesmatige, het intermenselijk en het gegeven dat ze gemeenschappelijk van aard zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hofstede concertreerde zich op waardeverschillen tussen culturen, op welke 7 dimensies kwam hij uit

A
  1. Machtsafstand
  2. Onzekerheidsvermijding
  3. Individualisme/collectiviteit
  4. Mannelijkheid/femininiteit
  5. Lange termijn/korte termijn gerichtheid
  6. Toegeeflijkheid/terughoudendheid
  7. Cultuurshock
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 5/6 fases kennen we bij een cultuurshock? Leg uit wat ze betekenen.

A

Fase 1: opgetogenheid: kan weken tot enkele maanden duren. Een nieuw land en bestaan liggen open.
Fase 2: frustratie en woede: wanneer je tegen problemen aanloopt. Ze hebben vooral sociale problemen.
Fase 3: opleven en doorzetten: wanneer je de taal beter leert kennen, en wordt zich bewust van de cultuur.
Fase 4: inleven en waarderen: periode van herstel. Bezoeker aanvaardt de cultuur.
Fase 5 en 6: wennen aan thuis: terugkomstcrisis. Moeizame omschakeling naar eigen cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoem het ui-model

A

Symbolen
Helden
Rituelen
Waarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly